Voorbeeldexemplaar LEERWIJZER WLP PROCESOPERATOR B - NIVEAU 3 LEERJAAR PDF Gratis download (2023)

Transcriptie

1 LEERWIJZER WLP PROCESOPERATOR B - NIVEAU 3 Artikelnummer: NPO.W Crebonummer: Procesoperator B Uitgifte: juli 2016 LEERJAAR 1-2

2 2016 alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige ander manier, zonder voorafgaande toestemming van de stuurgroep Werkend Leren in de Procestechniek. Deze uitgave komt mede tot stand met medewerking van Magneet + Romer Communicatie Centrum (

3 INHOUD INLEIDING 1 1 LEERROUTE 3 2 DE OPLEIDING 5 Toelichting opleiding & keuzedelen 5 Toelichting werkmap en portfoliomap 5 3 WERKBOEKEN EN ALGEMENE BOEKEN 8 Werkboeken 8 Algemene boeken 10 4 KEUZEDELEN 13 Doorstromen naar opleiding Operator C- niveau PORTFOLIOMAP EN BEOORDELINGSBOEK 15 Portfoliomap 15 Beoordelingsboek 15 6 BELANGRIJKE BEGRIPPEN 17 BIJLAGE 20 Informatie over keuzedelen en doorstroom WLP-Operatoropleidingen 20 Procesoperator B Leerwijzer

4 Procesoperator B Leerwijzer

5 INLEIDING In deze leerwijzer vind je informatie die je helpt bij de uitvoering van de WLP-opleiding tot Procesoperator B niveau 3. De opleiding leidt op tot het landelijk erkende diploma Procesoperator B. Lees de leerwijzer goed door, zodat je weet hoe je de opleiding (meestal naast je werk) goed kunt plannen en aanpakken. In deze leerwijzer staat hoe je de verschillende onderdelen van een werkboek het beste kunt leren en welke toets- en beoordelingsmomenten er zijn voor de voortgang van je opleiding. De leerwijzer is vooral bedoeld voor jou als operator in opleiding, maar ook voor de praktijkopleider vanuit het bedrijf en de docent vanuit school. Voor vragen kun je altijd terecht bij je docent/contactpersoon van het ROC. De vet gedrukte woorden komen terug in de Begrippenlijst. Procesoperator B Leerwijzer 1

6 2 Procesoperator B Leerwijzer

7 1 LEERROUTE De leerroute is de route die je volgt tijdens de opleiding Procesoperator B. De leerroute bevat verschillende onderdelen: Beroepsspecifieke: deze hebben te maken met het beroep van de operator Algemene: deze gaan over rekenen, taal en Loopbaan & Burgerschap (L&B). Het beroepsspecifieke onderdeel van de opleiding bestaat uit een praktijkdeel en een theoriedeel. Toelichting Voor elk leerjaar ontvang je een werkmap, een portfoliomap (met daarin een beoordelingsboek) en een aantal werkmappen met de theoriebronnen. Toelichting: Werkmap: hierin staan alle praktijkopdrachten en praktijktoetsen, praktijkchecks, vaardighedencheck en een overzicht van de theoriebronnen en op het eind een praktijktoets als voorbereiding op je examen. Dit is je werkmap voor de praktijk. Portfoliomap: hierin verzamel je al je uitwerkingen van de opdrachten en je toetsresultaten. Beoordelingsboek: is onderdeel van de portfoliomap. Met het beoordelingsboek beoordeel je jezelf en laat je je beoordelen door de praktijkopleider en je docent. Theoriebronnen: overzicht van lessen van te bestuderen theorie in 4 of 5 mappen. Na het eerste leerjaar vindt een portfoliobeoordeling plaats, waarna je door kunt naar het volgende leerjaar als je voldoet aan de voorwaarden (zie studiereglement) van het ROC. Ook aan het einde van het tweede jaar van de opleiding vindt een portfoliobeoordeling plaats en word je bij voldoende resultaat toegelaten tot het examen, waarbij de beroepsgerichte en algemene eisen worden afgetoetst (zie ook Examenwijzer). Als de gehele opleiding succesvol is doorlopen en je bent geslaagd voor de examens, heb je recht het mbo-diploma voor Procesoperator B. Procesoperator B Leerwijzer 3

8 Opleiding Procesoperator B Procesoperator B Werkmap Leerjaar 1** Leerwijzer WB-1 Voorbereiden productieproces (8 wk) WB-2 Bedienen apparatuur (8 wk) WB-3 Bewaken procesverloop (8 wk) WB-4 Uitvoeren kwaliteitscontroles (8 wk) WB-5 Onderhouden apparatuur (8 wk) Werkboek L&B Taaltakenboek (optioneel) Portfolio + Beoordelingsboek Lj-1 Werkmap Leerjaar 2 Leerwijzer KWB-6 Verdieping meng- en scheidingstechnieken - WLP (6 wk) WB-7 Regelen productieproces (8 wk) WB-8 Optimaliseren proces en/of product (8 wk) WB-9 Begeleiden productiewerkzaamheden (6 wk) Keuzedeel (eigen keuze) (6 wk) Keuzedeel (eigen keuze) (6 wk) Portfolio + Beoordelingsboek Lj-2 Examen* (beroepsgericht) Diploma Procesoperator B 4 Procesoperator B Leerwijzer

9 2 DE OPLEIDING Toelichting opleiding & keuzedelen de werkboeken (beroepsgerichte inhoud van de opleiding) In blauw de algemene boeken over L&B en taal de portfoliomap met het beoordelingsboek van elk leerjaar de keuzedelen In grijs-beige Toelichting werkmap en portfoliomap Voor de opleiding ontvang je voor elk schooljaar een werkmap, een portfoliomap (incl. beoordelingsboek) en een aantal mappen met theoriebronnen of digitale bestanden. Werkmap Procesoperator B - leerjaar 1 Portfoliomap Procesoperator B - leerjaar 1 WLP-Theoriebron Procesoperator B - leerjaar 1 Theoriebron Eduteq Procesoperator B Leerwijzer 5

10 Indeling werkmap Hieronder zie je de indeling van de werkmappen van leerjaar 1 en 2. Procesoperator B leerjaar 1 Procesoperator B leerjaar 2 Inhoud Werkmap Inhoud Werkmap Leerwijzer Werkboek 1 Leerwijzer Keuzedeel KWB-6 Werkboek 2 Werkboek 7 Werkboek 3 Werkboek 8 Werkboek 4 Theoriebronnen werkboek 8 Werkboek 5 Theorie werkboek 5 Loss control management Lean introductie Continu verbeteren Werkboek 9 Voorbeeldfabrieken Theoriebronnen werkboek 9 Werkboek L&B Taaltakenboek Tip- en hulpkaarten Inhoud Portfoliomap Inleiding Beoordelingsboek Werkboek 1 - uitwerkingen Werkboek 2 - uitwerkingen Werkboek 3 - uitwerkingen Werkboek 4 - uitwerkingen Werkboek 5 - uitwerkingen Keuzedelen - uitwerkingen L&B - uitwerkingen Engels - uitwerkingen Taaltaken - uitwerkingen Portfoliogesprek Planning bewaken Planning en beheersing Begeleiden van medewerkers Instrueren van collega's Keuzedeel (eigen keuze) Inhoud Portfoliomap Inleiding Beoordelingsboek Keuzedeel KWB-6 - uitwerkingen Werkboek 7 - uitwerkingen Werkboek 8 - uitwerkingen Werkboek 9 - uitwerkingen Keuzedelen - uitwerkingen L&B - uitwerkingen Engels - uitwerkingen Voorbereiding Examen Portfoliogesprek 6 Procesoperator B Leerwijzer

11 Aantal Studie Belasting Uren per onderdeel Datum invullen waarop je de onderdelen uitvoert Datum invullen waarop je een onderdelen hebt afgerond Planning onderdelen werkboek A Planning Planning maken/checken B Voorbeeldfabriek (alleen in leerjaar 1) Lezen, jezelf vragen stellen C Theorie Theoriebronnen bestuderen/vragen maken (school/thuis, gemiddeld 3 uur per les) D Praktijkchecks (PC s) PC 1 PC 2 PC 3 E Praktijk (PO s) PO 1 PO 2 PO 3 F Toetsen en beoordelen Kennistoets maken Praktijktoets plannen/voorbereiden Werkopdracht uitvoeren Beoordelingsgesprek voeren Beoordelingslijsten invullen subtotaal SBU s werkboek 3 G Leren op de werkplek Vaardigheden ontwikkelen Zelfstudie (onbegeleid) & Werkend leren subtotaal leren op de werkplek Generieke onderdelen en Engels* Nederlands - rekenen - L&B - Engels totaal SBU s (8 weken) Voorbeeld van een planning uit een werkboek SBU s Datum gepland Ingeleverd/ afgerond Procesoperator B Leerwijzer 7

12 3 WERKBOEKEN EN ALGEMENE BOEKEN Werkboeken In dit deel wordt uitgelegd hoe een werkboek is opgebouwd en wat er van je wordt verwacht bij het uitwerken en bestuderen van de verschillende onderdelen. A Urentabel en planning B Voorbeeldfabriek C Theoriebronnenoverzicht en kennistoets D Praktijkchecks (PC s) E Praktijkopdrachten (PO s) F Praktijktoets Werkopdracht Werkopdracht Beoordelingsgesprek G Vaardigheden ontwikkelen A Urentabel en planning In de tabel kun je zien uit welke onderdelen het werkboek bestaat. In elk werkboek vind je het aantal uren dat je gemiddeld nodig hebt voor de onderdelen van het werkboek. Maak de planning per werkboek en vul de data in wanneer je iets plant en inlevert. B Voorbeeldfabriek (alleen in leerjaar 1) De voorbeeldfabriek bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel beschrijft de werking van een productieproces van een fabriek. Het zijn voorbeelden van processen uit verschillende branches in de industrie, zodat je jouw situatie altijd wel herkent in een voorbeeldfabriek. Het tweede deel geeft een samenvatting van de specifieke werkzaamheden die de operator uitvoert voor het werkproces dat je gaat bestuderen. Met deze informatie kun je jezelf een beeld vormen van de werkzaamheden die bij het werkproces horen. De 3 voorbeeldfabrieken die in de werkmap voor leerjaar 1 zijn beschreven, vind je in de map achter het tabblad voorbeeldprocessen. Lees de voorbeeldprocessen goed en bedenk of je situaties herkent bij jou op de werkvloer. C Theoriebronnenoverzicht en kennistoets Dit is een overzicht van de theorielessen. De lessen staan in een aantrekkelijke volgorde zodat je vanuit verschillende vakgebieden (leerlijnen) afwisselende theorie krijgt aangeboden. De lessen ontvang je digitaal of op papier. Bij de papieren versie ontvang je ca. 4-5 theoriebronnen per leerjaar. Je bestudeert de lessen zelfstandig. Uitleg krijg je in de klas, op het bedrijf of via de docent in het Open Leer Centrum (OLC).In elke theorieles vind je opdrachten en een zelftoets. Die kun je maken om je voor te bereiden op de kennistoets. De theorielessen zijn, waar mogelijk, gekoppeld aan praktijkchecks. Je ziet de koppeling in de theoriebronnenlijst. In de volgende paragraaf (D) wordt het begrip praktijkchecks toegelicht. De kennistoetsen krijg je na elk werkboek, dit is het cijfer voor je theorie. 8 Procesoperator B Leerwijzer

13 D Praktijkchecks (PC s) In de praktijkcheck kijk je hoe je de theorie onderwerpen uit het werkboek op je bedrijf of werkplek kunt toepassen. Bij vragen uit de PC s ga je onderzoeken, berekenen, beschrijven etc. Je maakt hiervan schriftelijke uitwerkingen. De resultaten van de praktijkchecks bespreek je op school of met je praktijkopleider en bewaar je daarna in je portfoliomap. De uitgewerkte praktijkchecks laat je altijd paraferen op de beoordelingslijst in je beoordelingsboek door de docent. E Praktijkopdrachten (PO s) Elk werkboek heeft 3 praktijkopdrachten. De praktijkopdrachten voer je uit volgens de volgende 3 leerstappen: INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Informatie opzoeken: vaak individueel informatie halen uit het bedrijf, systemen of van collega s. Doen: iets laten zien, demonstreren, uitvoeren, (laten) observeren. Bespreken: samen met collega s, deelnemers, praktijkopleider of anderen opdrachten bespreken. Tijdens de uitvoering van de praktijkopdrachten krijg je feedback van je praktijkopleider/docent en/of anderen en denk je na over je eigen vorderingen. Dit is leren! Engels In de werkboeken staan Engelstalige praktijkopdrachten, aangegeven met een icoontje voor Engels: De Engelstalige opdrachten zijn aangegeven in de inhoudsopgave van het werkboek. Je kunt de Engelstalige opdrachten in het Nederlands beantwoorden. Hierbij werk je aan de vaardigheid om Engels te leren. Lever je uitwerkingen in bij jouw docent en laat ze aftekenen. De uitwerking bewaar je in de portfoliomap en je noteert de datum van inlevering. F Praktijktoets De praktijktoets is een afsluiting van elk werkboek. Het is een voorbereiding op het examen. In de opdracht laat je het gedrag en vaardigheden zien die horen bij het werkboek. Dit doe je door uitvoering van de werkopdracht en het voeren van het beoordelingsgesprek met je praktijkopleider. Werkopdracht Gedurende maximaal 1 uur laat je in de fabriek of (gesimuleerde) praktijkruimte zien dat je over de juiste vaardigheden beschikt om het werkboek goed uit te voeren. Je laat het gedrag zien dat hierbij hoort. Beoordelingsgesprek In het beoordelingsgesprek rond je alle onderdelen van het werkboek af. De beoordeling leg je samen met je praktijkopleider vast op de beoordelingslijsten (BL) die in het beoordelingsboek zijn opgenomen. Dit doe je met een O, V, G. Procesoperator B Leerwijzer 9

14 BL Wat? Wie? Hoe? 1 Praktijkchecks (PC s) Docent Uitwerking PC s 2 Praktijkopdrachten (PO s) Deelnemer/Praktijkopleider Beoordelingslijst gedrag-vaardigheden 3 Vaardigheden Deelnemer/Praktijkopleider Beoordelingslijst 4 Werkopdrachten Praktijkopleider Beoordelingslijst gedrag-vaardigheden G Vaardigheden ontwikkelen Een vaardigheid is het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren. In de beroepspraktijk (meestal op je werkplek) leer je vooral door te doen. Je leert en ontwikkelt vaardigheden tijdens het uitvoeren van je werk. In elk werkboek staan een aantal vaardigheden waaraan je tijdens het werken aan dat werkboek specifiek aandacht besteedt. Je beschrijft voor elke vaardigheid een situatie waaruit blijkt hoe je die vaardigheid ontwikkelt. Je bespreekt en beoordeelt de voorbeelden samen met je praktijkopleider tijdens het beoordelingsgesprek. In je portfoliomap zit een lijst waarop je de voorbeelden kunt noteren. Algemene boeken In de werkmap van leerjaar 1 zijn naast de werkboeken ook twee algemene boeken opgenomen Werkboek Loopbaan en Burgerschap (L&B) Taaltakenboek Werkboek Loopbaan en Burgerschap (L&B) Werkboek Loopbaan en Burgerschap (L&B) Tijdens de opleiding voer je de opdrachten uit van het L&B-boek. Je leert hiermee hoe je omgaat met je eigen loopbaan en welke kennis nodig is om een goede burger te zijn tijdens het uitoefenen van je beroep en in de maatschappij. Lever je uitwerkingen in bij jouw docent en laat ze aftekenen. De uitwerkingen bewaar je inde portfoliomap en je noteert de datum van inlevering. 10 Procesoperator B Leerwijzer

15 Taaltakenboek Met het taaltakenboek kun je meer aandacht besteden aan het gebruik van de Nederlandse taal. De taaltaken zijn inhoudelijk hetzelfde als de praktijkopdrachten, maar er is meer aandacht voor het aanleren van Nederlands op niveau 2F. In het werkboek staat bij de praktijkopdrachten een icoon als er ook een taaltaak is. In overleg met je docent maak je de praktijkopdracht of de extra taaltaak die in het Taaltakenboek staan. Hiermee ontwikkel je de taalvaardigheden voor toetsen en examens. Taaltaak Werkboek Praktijk opdracht Onderdeel praktijkopdracht Taaltaak 1 WB 1 PO Gevaren beschrijven Taaltaak 2 WB 1 PO Werkoverdracht uitvoeren Taaltaak 3 WB 2 PO Productieplanning lezen en begrijpen Taaltaak 4 WB 2 PO Uitleg geven over het proces in/uit bedrijf nemen Taaltaak 5 WB 3 PO Beveiligingen in kaart brengen Taaltaak 6 WB 4 PO Controles bespreken Taaltaak 7 WB 5 PO Storingen bespreken Taaltaak 8 WB 5 PO PowerPoint maken en presentatie houden Taaltaak 9 WB 7 PO Controleren en signaleren Procesoperator B Leerwijzer 11

16 Rekenen Noot: in de werkboeken zijn geen opdrachten opgenomen die speciaal aandacht besteden aan het rekenen op niveau 2F. Op je ROC ontvang je informatie over de wijze hoe je het vak rekenen gaat leren. Keuzedeel Verdieping meng- en scheidingstechnieken Industriële processen (geschikt voor niv. 3) K0418 Keuzedelen Procesoperator B Procesoperator B Verdieping meng- en scheidingstechnieken Industriële processen (geschikt voor niv 3) (verplicht vanuit WLPopleidingsmodel) 2 keuzedelen kiezen uit: K0421 K0443 K0030 K0374 K0371?? Verdieping productietechniek industriële processen (geschikt voor niv. 3) Verbreding procesoperators in de productie-industrie (geschikt voor niv 3-4) Duurzaamheid in het beroep C Papier en kartonnage (geschikt voor niv. 3) Kunststoffen en rubber industriële processen, geschikt voor niv. 3-4 Voeding industriële processen, geschikt voor niv. 2-3 Exacte vorming in de procesindustrie (doorstroom naar Operator C niv. 4) 12 Procesoperator B Leerwijzer

17 4 KEUZEDELEN De opleiding voor Procesoperator B heeft drie keuzedelen. Bij de keuzedelen is 1 keuzedeel verplicht vanuit WLP-model (zie rood). Andere WLP-keuzedelen die aansluiten bij de opleiding zijn te kiezen uit het overzicht of er is een keuze vanuit het ROC waar de opleiding wordt gevolgd. Stem altijd af met de docent welk keuzedeel gevolgd wordt, want leer-en beoordelingsmateriaal moet apart besteld worden, Het doel van het Keuzedeel is dat je de opleiding flexibeler kunt invullen en jezelf professioneler maakt op onderdelen die vanuit jezelf of het beroep gewenst/noodzakelijk zijn. Je kunt kiezen voor onderwerpen die je kennis verbreden of verdiepen. Soms kun je je met een keuzedeel voorbereiden op doorstroom naar het volgende niveau van de operatoropleidingen. Je maakt je keuze in overleg met je docent en de praktijkopleider. Voor meer informatie over keuzedelen en doorstroommogelijkheden, zie bijlagen of houd website bij voor actuele stand van zaken keuzedelen WLP: of Procesoperator B Leerwijzer 13

18 Doorstromen naar opleiding Operator C- niveau 4 Als je van plan bent om door te stromen naar de opleiding voor Operator C niveau 4, kies dan een Keuzedeel waarmee je in de opleiding tot Operator C vrijstelling kunt krijgen. Overleg hierover met je docent. Als je de opleiding op niveau 3 hebt afgerond kun je vrijstellingen aanvragen voor de opleiding tot Operator C. De opleiding voor Operator C (niveau 4) is dan nog 2 jaar. 14 Procesoperator B Leerwijzer

19 5 PORTFOLIOMAP EN BEOORDELINGSBOEK Portfoliomap In de portfoliomap kun je de uitgewerkte opdrachten bewaren. Dan heb je voor jezelf en voor de docent en praktijkopleider een overzicht van alles wat je voor de opleiding hebt gedaan. De portfoliomap gebruik je tijdens je opleiding en vul je steeds bij. Het resultaat is een gevulde portfoliomap die je kunt laten zien aan docent of praktijkopleider om gezamenlijk de voortgang te bepalen. Aan het eind van je opleiding wordt je portfoliomap gecontroleerd. Alleen als je portfolio compleet is en je voldoet aan de voorwaarden van het ROC, kun je aan het beroepsgerichte examen deelnemen. Je kunt de portfoliomap ook gebruiken in je loopbaanontwikkeling op je werk of voor een andere baan. De portfoliomap is eigendom van jou als operator-in-opleiding en persoonsgebonden. Je kunt ook andere zaken/bewijzen toevoegen die van belang zijn voor je ontwikkeling. Je kunt hierbij ook denken aan foto s en filmpjes. Portfoliomap Beoordelingsboek Het beoordelingsboek is onderdeel van je portfoliomap. Het is bestemd voor jou als deelnemer (operator in opleiding), voor de praktijkopleider en de docent. Het is je eigen verantwoordelijkheid het beoordelingsboek up-to-date te houden; zowel praktijkopleider als docent kunnen om inzage vragen. Doel beoordelingen Het doel van beoordelingen en leerafspraken is vastlegging: zo ontstaan bewijzen die nodig zijn voor het behalen van het diploma. Daarnaast ontstaat een beeld van de ontwikkeling van kennis/inzicht, gedrag en vaardigheden over de inhoud van dit keuzedeel. Je kent hierdoor je leerpunten en weet waar je de focus op moet leggen bij het werken in de praktijk. Ook de resultaten van de kennistoetsen en de algemene onderdelen (Nederlands, Rekenen, Loopbaan en Burgerschap) leg je hierin vast. Procesoperator B Leerwijzer 15

20 Beoordeling per werkboek Voor elk onderdeel van het werkboek is er een beoordelingslijst (BL). De beoordelingslijsten: BL1: Praktijkchecks BL2: Praktijkopdrachten BL3: Vaardigheden BL4: Praktijktoets Voor elk werkboek is er ook een formulier om je leerpunten te benoemen en eventuele leerafspraken vast te leggen: Leerafspraken: Leerpunten-feedback-afspraken. Beoordelingsboek Beroepsgericht examen WLP Het examen in de praktijk vindt plaats aan het einde van de opleiding. Het examen bestaat uit een Proeve van bekwaamheid en CGI. Voor meer informatie, zie Examenwijzer WLP op de website: 16 Procesoperator B Leerwijzer

21 6 BELANGRIJKE BEGRIPPEN Bedrijfsbronnen Bedrijfsspecifieke informatie over de systemen en procedures. Voorbeelden zijn werkinstructies, kwaliteitsprocedures en productinformatie. Beoordelingscriteria Het gewenste gedrag per werkproces. Op basis van criteria word je beoordeeld met een Goed, Voldoende of Onvoldoende. Praktijktoets Complexe praktijkopdracht, beroepsecht en herkenbaar, waarbij iets wordt gemaakt of ingeleverd en wordt verantwoord. Cesuur De scheiding tussen de resultaten die als voldoende- geslaagd- en de resultaten die als onvoldoende- niet geslaagd- worden beoordeeld. Criterium Gericht Interview (CGI) Is onderdeel van het beroepsspecifieke examen. De examinator stelt hierbij vragen volgens een gestructureerde methode die door de kandidaat beantwoordt moeten worden. Praktijkopdracht Opdracht die je uitvoert in de praktijk (op je werkplek/werkomgeving) waarbij een of meer competenties worden ontwikkeld. Een praktijkopdracht is vaak een deel van het werkproces. Een praktijkopdracht kent diverse werkvormen. Examen Afsluiting van de het beroepsspecifieke onderdeel van de opleiding, bestaat uit Proeve van Bekwaamheid en Criterium Gericht Interview. Er zijn aparte examens voor de generieke onderdelen zoals taal en rekenen. Zie verder: de Examenwijzer WLP of studiegids van de school. De exameneisen voor het diploma Procesoperator B worden vastgesteld door de minister van onderwijs en zijn voor alle opleidingen Procesoperator in Nederland dezelfde. De exameneisen staan beschreven in het kwalificatiedossier Industriële processen Feedback Reactie of terugkoppeling op het gedrag dat je laat zien, bedoeld om van te leren. Gedragscriteria Beschrijvingen van gedrag waaraan te zien is of de vakkennis en de vakvaardigheden worden beheerst. Keuzedeel Onderdeel van de opleiding waarbij de deelnemer vrij kan kiezen om zich zelf verder te specialiseren of deskundiger te maken. Er is keuze in: verbreding, verdieping of doorstroom. Keuzes altijd afstemmen met het ROC. Procesoperator B Leerwijzer 17

22 Kwalificatiedossier Een dossier met daarin opgenomen het kwalificatieprofiel en alle overige documenten die van belang zijn om het daaruit af te leiden beroepsonderwijs inclusief toetsing en afsluiting (examinering) vast te stellen en te ontwikkelen. De kwalificatiedossiers worden gebruikt in het mbo om aan te geven wat een leerling aan het eind van zijn opleiding moet kennen. Leerstijl Manier van leren die een leerling bij voorkeur aanwendt. Ieder leert op eigen manier. Er is sprake van integraal leren als alle stappen van het leerproces doorlopen zijn. Loopbaan en Burgerschap (L&B ) Loopbaan en Burgerschap zijn eisen die ervoor zorgen dat een operator ook in staat is om in de maatschappij te functioneren. Observeren Kijken hoe iets gebeurt of iemand zich gedraagt in een situatie. De praktijkopleider observeert het uitvoeren van de (beoordelings)opdracht en beschrijft wat hij belangrijk en/of opvallend vindt. Zo ontstaat een compleet beeld van wat er gebeurt. Opleidingstraject De opbouw van de opleiding, waarin het WAT (inhoud opleiding) en het HOE (de weg naar het diploma) met de toets en beoordelingsmomenten is te zien. Portfoliomap Map (eventueel digitaal) waarin al het bewijsmateriaal is opgenomen waaruit blijkt dat deelnemer over competenties beschikt: de producten van de opleiding en de beoordelingen hiervan worden in een portfoliomap opgenomen. Portfoliobeoordeling Een gesprek aan het einde van elk leerjaar. Hierin laat de deelnemer zien welke vakkennis en vakvaardigheden hij in welke mate beheerst. Ook geeft hij erin aan hoe de portfoliomap is opgebouwd. De docent geeft een oordeel over de portfoliomap op basis van de inhoud van de (digitale) portfoliomap en het gesprek met de deelnemer. Praktijkcheck De praktijkcheck bestaat uit een aantal vragen en vormt de verbinding tussen de theorie en de praktijk. De vragen in de praktijkcheck hebben betrekking op de theoriebronnen en kunnen worden beantwoord met behulp van de praktijk. Praktijkopleider Persoon die de deelnemer begeleidt tijdens de opleiding in de praktijk, onder andere bij de uitvoering van de bij de praktijk- en praktijktoetsen. Proeve van bekwaamheid (PvB) Het beoordelen van de geschiktheid van een persoon voor een bepaalde taak of functie via observatie van die persoon aan de hand van vastgestelde beoordelingscriteria. Reflectie Het nadenken en ontdekken van je eigen leer- en ontwikkelproces, onder andere via coaching, gesprekken, zelfstudie, feedback. 18 Procesoperator B Leerwijzer

23 Beoordelingslijst Een lijst met beoordelingscriteria per werkproces. Theoriebronnen Vakkennis die nodig is om de werkprocessen goed uit te kunnen voeren. Aan het begin van ieder werkboek wordt een overzicht gegeven van de theorielessen/boeken die bestudeerd moeten worden. Toetsing Toetsing bepaalt het leerproces en de voortgang van de leerling. Bewijsmateriaal en het leerproces worden vastgelegd in de portfoliomap. Werkmap De map waarin werkboeken zitten. De werkmap bevat alle onderdelen van de opleiding, dus praktijkopdrachten en theorie-overzichten van één leerjaar. WLP Werkend Leren in de Procestechniek. Het Consortium Werkend Leren in de Procestechniek (WLP) is een samenwerkingsverband van 14 regionale opleidingscentra (ROC s) en vele procestechnische bedrijven in heel Nederland, die samen het leermateriaal en de examens ontwikkelen voor de operatoropleidingen op mbo-niveau 1 t/m 4. Procesoperator B Leerwijzer 19

24 BIJLAGE Informatie over keuzedelen en doorstroom WLP-Operatoropleidingen Inleiding Het Consortium Werkend Leren in de Procestechniek (WLP) heeft een aantal keuzedelen ontwikkeld die ook door jouw school worden aangeboden. In dit document word je hierover nader geïnformeerd. Je leest o.a. welke keuzedelen er zijn, wat de inhoud is en hoe je, met het oog op jouw toekomst, verstandig kunt kiezen. Keuzedelen maken onderdeel uit van iedere mbo-opleiding. Je kunt als deelnemer zelf bepalen welke keuzedelen je gaat doen. Er zijn wel een aantal beperkingen. Het keuzedeel moet passen bij jouw opleiding, d.w.z. gekoppeld 1 zijn aan het dossier (kwalificatie) en jouw school moet het keuzedeel (kunnen) aanbieden. Iedere school heeft een eigen aanbod van keuzedelen, informeer hiernaar bij de docent of ROC. Een keuzedeel is een plus op je diploma. Door je extra te verdiepen in een bepaald onderwerp, kun jij jezelf onderscheiden. Maak een keuze die bij jouw interesse en/of werkgebied past. 1. Hoeveel keuzedelen zitten er in de operatoropleidingen? In onderstaande tabel zie je hoeveel keuzedelen 2 (KZD) er bij ieder opleidingsniveau gedaan moeten worden. Als je doorstroomt naar een hoger niveau, kun je in sommige gevallen vrijstelling aanvragen en krijgen voor reeds gevolgde keuzedelen. Wanneer dat kan en hoe je dit aanpakt wordt hierna uitgelegd. De examencommissie van de school beslist of het verzoek wordt toegewezen. MBOniveau Opleiding Assistent Procestechniek (Entreeopleiding) Mechanisch Operator A (MeA) Procesoperator A (PoA) Mechanisch Operator B (MeB) Procesoperator B (PoB) Totale Opleidingsduur Aantal KZD Omvang in weken Totaal SBU (StudieBelastingsUren) 1 jaar jaar jaar Operator C 4 jaar Welke keuzedelen biedt WLP aan In onderstaande tabel zie je welke keuzedelen het Consortium WLP aanbiedt. Bepaalde keuzedelen zijn geschikt voor twee niveaus. Die keuzedelen kun je meenemen bij doorstroom naar het hogere gekoppelde niveau operatoropleiding. Voorwaarde is wel dat de examencommissie er vrijstelling voor verleent. N.B. Keuzedelen van de Entreeopleiding Assistent Procestechniek mag je niet meenemen. 1 Het is mogelijk een verzoek in te dienen een niet gekoppeld keuzedeel te mogen doen (vraag jouw docent) 2 De door WLP aangeboden keuzedelen zijn 240 SBU (ca. 6 weken) per keuzedeel. 20 Procesoperator B Leerwijzer

25 Aanbod* keuzedelen WLP Titel Keuzedeel en code Verbreding voor mechanisch operator in de chemische industrie (niv 2,3) (code K0441) Verbreding voor procesoperator in de productie-industrie (niv 2) (code K0442) Verbreding voor procesoperator in de productie-industrie (niv 3,4) (code K0443) Verdieping meng- en scheidingstechnieken (niv 2) (code K0417) Verdieping meng- en scheidingstechnieken (niv 3) (code K0418) Verdieping productietechniek industriële processen (niv 2) (code K0422) Verdieping productietechniek industriële processen (niv 3) (code K0421) Kunststoffen en rubber industriële processen (niv 2) (code K0370) Kunststoffen en rubber industriële processen (niv 3,4) (code K0371) Duurzaamheid in het beroep B (niv 2) (code K0029) (in ontwikkeling) Duurzaamheid in het beroep C (niv 3) (code K0030) (in ontwikkeling) Duurzaamheid in het beroep D (niv 4) (code K0031) (in ontwikkeling) 13 Praktijkopleider (code K0087) (in ontwikkeling) Exacte vorming in de procesindustrie (niv 3,4) (in ontwikkeling) Papier en kartonnage (niv 2) (code K0372) (in ontwikkeling) Gekoppelde kwalificatie/opleiding Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Geschikt voor niveau MeA PoA MeB PoB C x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Papier en kartonnage (niv 3) (code K0372) (in ontwikkeling) Textiel (herziene aanvragen voor 2 keuzedelen ingediend bij SBB) Voeding industriële processen (niv 2,3) (in aanvraag bij SBB) x x x x * Sommige keuzedelen zijn nog in ontwikkeling, vraag op school naar de actuele status. De Keuzedelen 1-7 zijn te bestellen op de bestelsite WLP. x x x x x Procesoperator B Leerwijzer 21

26 3. Wat leer ik en wat heb ik er aan? In deze paragraaf wordt uitgelegd wat de aangeboden keuzedelen inhouden en wat je ermee kunt. Zie ook internet en Verbreding voor mechanisch operators in de chemische industrie (nr. 1). Dit keuzedeel is een verbreding in de chemische industrie voor deelnemers in profiel Mechanisch operator. Er wordt ingegaan op het bewaken en regelen van geautomatiseerde processen en het verrichten van (inline)metingen. Het keuzedeel biedt jou de mogelijkheid om je procestechnische en chemische kennis en vaardigheden eigen te maken, waardoor jij binnen het bedrijf en/of de arbeidsmarkt breder inzetbaar wordt. Het keuzedeel wordt gecombineerd aangeboden voor niveau 2 en 3. Verbreding voor procesoperators in de productie-industrie (nr. 2,3) Dit keuzedeel is een verbreding in de (mechanische) productie-industrie voor deelnemers in profiel Procesoperator. Er wordt in gegaan op het op- en ombouwen van apparatuur en het aansluiten van besturingscomponenten. Het keuzedeel biedt jou de mogelijkheid om je mechanische kennis en vaardigheden eigen te maken, waardoor jij binnen het bedrijf en/of de arbeidsmarkt breder inzetbaar wordt. Het keuzedeel wordt aangeboden in twee combinaties, te weten niveau 2 en niveau 3,4. In de volgende paragraaf lees je wat voor jou het beste past. Verdieping meng- en scheidingstechnieken (nr. 4,5) Je doet in dit keuzedeel specifieke verdiepende kennis en vaardigheden op het gebied van meng- en scheidingstechnieken op die weinig of niet aan bod zijn geweest in de operatoropleiding. De extra verdiepende kennis en vaardigheden zijn, voor zover mogelijk, bedrijfsspecifiek van aard. Het keuzedeel wordt op twee niveaus aangeboden, te weten niveau 2 en niveau 3. Verdieping productietechniek (nr. 6,7) Je doet in dit keuzedeel specifieke verdiepende kennis en vaardigheden op het gebied van productietechnieken die weinig of niet aan bod zijn geweest in de operatoropleiding. De extra verdiepende kennis en vaardigheden zijn, voor zover mogelijk, bedrijfsspecifiek van aard. Het keuzedeel wordt op twee niveaus aangeboden, te weten niveau 2 en niveau 3. Kunststoffen en rubber (nr. 8,9) Verschillende kunststof- en rubberverwerkingstechnieken worden uitgebreid behandeld in dit keuzedeel. Aan bod komen o.a. extruderen, spuitgieten, grondstofsoorten zoals granulaat en dryblend etc. Het keuzedeel start met een algemene inleiding waarna specialisatie in een verwerkingstechniek plaatsvindt. Het keuzedeel wordt aangeboden in twee combinaties, te weten niveau 2 en niveau 3,4. Duurzaamheid in het beroep (nr. 10,11,12) Door middel van dit keuzedeel leer je een afweging te maken tussen de verschillende aspecten van duurzaamheid. Het keuzedeel is een sector overstijgend keuzedeel. Het doel is dat jij praktische kennis en vaardigheden ontwikkelt waardoor je duurzaamheidsprincipes in je beroep en leefwereld kunt toepassen. Aanbod op niveau 2,3 en 4. Praktijkopleider (nr. 13) In dit keuzedeel leer je kennis en vaardigheden die nodig zijn om een stagiair te begeleiden. Het keuzedeel wordt aangeboden op niveau 4 22 Procesoperator B Leerwijzer

27 Exacte vorming in de procesindustrie (nr. 14) Dit doorstroomkeuzedeel is een voorbereiding bij doorstroom van niv. 3 (MeB en PoB) naar niveau 4 (Operator C). In dit doorstroomtraject ga je onder andere aan de slag met exacte vorming, te weten wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Daarnaast maak je een aantal praktijkopdrachten zodat er een goede aansluiting is op de niveau 4-opleiding tot Operator C. Het programma wordt afgestemd op je vooropleiding (mechanisch of proces). Papier en kartonnage (nr.15) In dit keuzedeel wordt aandacht besteed aan: - Het verwerken van papier/karton tot eindproducten, middels vouwen/verlijmen/bedrukken/snijden/stansen enzovoorts en de meest gangbare apparatuur en installaties hiervoor. - De overeenkomsten/ regelgeving/ standaardisering op gebied van hygiëne en milieu binnen de papier- en kartonnagebranche Aanbod op niveau 2,3 4. Hoe kan ik verstandig kiezen? In de WLP-opleidingen is één keuzedeel (Werkboek 6) vast geprogrammeerd. Voor de mechanisch operator is dit Verdieping productietechniek en voor de procesoperator Verdieping meng- en scheidingstechnieken. Als operator A (Mech. of Proces) kun je dus nog één keuzedeel vrij kiezen. De B-operator (Mech. of Proces) kiest twee keuzedelen. Als je wilt doorstromen na het afronden van een opleiding, is het verstandig om een keuzedeel te kiezen dat gekoppeld is aan het hogere niveau. Je kunt dan namelijk vrijstelling bij de examencommissie aanvragen voor een deel van de keuzedelenverplichting in de vervolgopleiding. Voorbeeld Een Mechanisch operator A wil na zijn diploma doorstromen naar de Mechanisch operator B- opleiding. De B-opleiding (niveau 3) heeft drie keuzedelen. Door nu het keuzedeel Verbreding voor mechanisch operator in de chemische industrie (niv 2, 3) te kiezen tijdens de opleiding Mechanisch operator A, kan hij een vrijstelling aanvragen voor één keuzedeel als hij voor dat keuzedeel is geslaagd. Dit geeft hem dan zes weken (240 SBU) studietijdverkorting in de B- opleiding. Vraag bij jouw docent naar de mogelijkheden. 5. Hoe kan ik doorstromen naar een andere kwalificatie/profiel of een hoger niveau? De verbredingskeuzedelen bieden een mogelijkheid om je te verbreden naar het andere operatorprofiel van hetzelfde niveau. Dus een mechanisch operator kan zich bijvoorbeeld verbreden naar het profiel procesoperator middels een verbredingskeuzedeel. Bij doorstroom van niveau 2 naar niveau 3 start je in het tweede leerjaar van niveau 3. Als je van niveau 3 doorstroomt naar niveau 4 start je in leerjaar 3 van de Operator C-opleiding. Voor een goede aansluiting van beide profielen (mechanisch en proces) zijn de verbredingskeuzedelen 3 zeer aan te bevelen. Daarnaast is er een doorstroomkeuzedeel waarin extra aandacht wordt besteed aan exacte vakken. Als je deze keuzedelen al in de niveau 3- opleiding kiest, kun je vrijstelling aanvragen voor een deel van de keuzedelenverplichting in de Operator C-opleiding. 3 Verbreding voor mechanisch operators in de chemie wordt alléén op niveau 2,3 aangeboden. Procesoperator B Leerwijzer 23

28 24 Procesoperator B Leerwijzer

29 CONSORTIUM WERKEND LEREN IN DE PROCESTECHNIEK Het Consortium Werkend leren in de Procestechniek (WLP) is een samenwerkingsverband van 14 ROC s (Regionale Opleidings Centra) en vele procestechnische bedrijven in heel Nederland. Samen bieden zij de beroepsgerichte WLP-opleidingen voor operators aan (mbo-niveau 1-4). Blijf op de hoogte en volg ons op Facebook Procesoperator B Leerwijzer 25

30 Meer weten?

31 WERKBOEK 1 VOORBEREIDEN PRODUCTIEPROCES PROCESOPERATOR B NIVEAU 3 Artikelnummer: NPO.W Crebonummer: Procesoperator B Uitgifte: juli 2016 LEERJAAR 1

32 2016 alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige ander manier, zonder voorafgaande toestemming van de stuurgroep Werkend Leren in de Procestechniek. Deze uitgave komt mede tot stand met medewerking van Magneet + Romer Communicatie Centrum (

33 INHOUD INLEIDING 1 Wat ga je leren? 1 Hoe leer je? 2 INTRODUCTIEOPDRACHT LEREN LEREN 3 URENTABEL & PLANNING 5 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN 6 Produceren van reinigingsmiddelen 6 Werkzaamheden bij het voorbereiden van het productieproces 8 THEORIEBRONNEN 10 PRAKTIJKCHECKS 11 PC 1.1 Arbeidsomstandigheden en gezondheid 11 PC 1.2 Gevaarlijke stoffen en blusmiddelen 11 PC 1.3 Rekenen met symbolen en procenten 12 PRAKTIJKOPDRACHTEN 13 PO 1.1 Je werkplek en veilig werken (taaltaak) 13 PO 1.2 Controleren in- en uitgangsstromen 17 PO 1.3 Werkoverdracht (taaltaak) 21 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN 24 PRAKTIJKTOETS 25 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

34 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

35 INLEIDING Wat ga je leren? Tijdens de uitvoering van werkboek 1 leer je hoe je het productieproces voorbereidt. Dit betekent dat je na afronding van dit werkboek de volgende doelstellingen hebt behaald. Je kunt laten zien dat: je tijdens de overdracht van de werkzaamheden de nodige informatie snel opneemt; je actief deelneemt aan de werkbesprekingen; je uit jezelf gegevens nauwkeurig en volledig registreert en rapporteert; je zorgvuldig, efficiënt en effectief werkt; je bij het in gereedheid brengen van het proces bedreven en accuraat te werk gaat; je het belang ziet om tijdens de werkvoorbereiding altijd volgens instructies, procedures en voorschriften op het gebied van milieu, ARBO en veiligheid te werken en hierin het verlangde gedrag toont; je tijdens het voorbereiden van het productieproces jouw eigen werkzaamheden nauwkeurig plant en organiseert; je een productieprobleem tijdig met een collega-operator bespreekt; je een probleem van een collega-operator nauwkeurig analyseert en vakkundig oplost. Dit werkboek is gebaseerd op werkproces: Bereidt productieproces voor (B1-K1-W1). Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 1

36 Hoe leer je? Je doorloopt het hele werkboek en stelt zelf je planning met behulp van de benodigde uren per onderdeel vast. Je leert op school, op je werkplek, thuis of op andere momenten. In het werkboek staan zowel de praktijk- als theorieonderdelen. In de leerwijzer staat beschreven hoe je het beste leert en waarop je wordt beoordeeld. Een korte toelichting op het werkboek. Voorbeeldfabriek Hier wordt beschreven welke werkzaamheden vanuit het bedienen apparatuur kunnen voorkomen en kun je een beeld vormen hoe je daarna de praktijkopdrachten kunt uitvoeren. Theoriebronnen Dit is een overzicht van de theorielessen die je bestudeert voor de kennistoets. Praktijkchecks Dit zijn vragen waarbij je checkt hoe je de theorie in de praktijk toepast. Je levert de antwoorden bij de docent in. Praktijkopdrachten Dit zijn opdrachten die je in de praktijk uitvoert. Lees de opdrachten goed door en lever de uitwerking van de opdrachten direct na afronding in bij de praktijkopleider. De praktijkopdrachten voer je op verschillende manieren uit, zie de plaatjes bij elke opdracht en de uitleg in de Leerwijzer. Info opzoeken Doen Bespreken Taaltaken (optioneel) Bij sommige opdrachten hoort een taaltaak. Neem hiervoor die opdracht uit het Taaltakenboek om te maken. Deze opdracht is een praktijkopdracht uitgebreid met taalopdrachten. Engelstalige opdrachten In sommige opdrachten zit een Engelstalige opdracht. Werk deze uit zoals omschreven. Je levert de antwoorden bij de docent in. Vaardigheden ontwikkelen Door bewust te werken leer je op de werkplek en ontwikkel je de beroepsvaardigheden die nodig zijn voor de operator. Je geeft situaties aan waaruit blijkt dat je die vaardigheden ontwikkelt. Praktijktoets De praktijktoets bestaat uit een: Werkopdracht: je laat op de werkvloer aan je praktijkopleider zien hoe je de werkzaamheden van dit werkboek uitvoert. Beoordelingsgesprek: je bespreekt met de praktijkopleider de resultaten van de praktijkopdrachten, de uitvoering van de werkopdracht en je ontwikkeling van de vaardigheden. Beoordelingsboek Het beoordelingsboek is een apart boek dat in je Portfoliomap zit. In dit boek zitten 4 beoordelingslijsten voor de verschillende onderdelen van het werkboek. Na het uitvoeren van de opdrachten van het werkboek beoordeel je jezelf. Tijdens het beoordelingsgesprek word je ook beoordeeld door de praktijkopleider. Je vult gezamenlijk de definitieve beoordeling van het werkboek en de leerafspraken in. 2 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

37 INTRODUCTIEOPDRACHT LEREN LEREN Inleiding Je werkt bij een bedrijf als operator en je bent van plan om de opleiding te gaan volgen voor procesoperator B. Je leidinggevende vraagt naar de opzet van de opleiding en jouw motivatie en je sterke kanten. Het bedrijf wil immers weten hoe ze jou het beste kunnen inzetten. Je kunt deze opdracht thuis, op school of in het Open Leercentrum (OLC) uitvoeren. Overleg dit met je praktijkopleider. Neem de Leerwijzer in de werkmap door, voordat je aan de opdrachten begint. Leren Beantwoord de volgende vragen. Over je leerdoelen en motivaties: a. Wat wil je gaan leren? b. Wat wil je bereiken? Op basis van eerdere opleiding(en) heb je ervaren hoe je het beste leert en/of hoe je vooral niet wilt leren. Onderzoek voor jezelf de vragen: hoe, waar en wanneer jij het beste leert. c. Hoe: d. Waar: e. Wanneer: Kijk ook eens of je op internet informatie kunt vinden over leren leren en leerstijlen (bijvoorbeeld een zelftest). Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 3

38 f. Wat voor leerstijl heb jij? g. Wanneer en hoe ga je de praktijk leren? Werkplek school bedrijfsschool thuis h. Wanneer en hoe ga je de theorie leren? Werkplek school bedrijfsschool - thuis Planning Als je weer gaat leren, moet je de opleiding organiseren en een andere structuur aanbrengen in je leven. In deze opdracht maak je een planning voor jezelf wanneer en waar je de prakijkopdrachten voor dit eerste werkboek uitwerkt. a. Maak een planning voor de duur (8 weken) van dit werkboek. Gebruik hiervoor de tabel op blz. 4. Zoek op wanneer het werkboek (ongeveer) afgerond moet zijn. Hoeveel tijd heb je per week om te besteden aan je opleiding? Op school? In het OLC of opleidingslokaal van het bedrijf? Thuis? Op je werkplek? b. Per werkboek heb je 8 weken de tijd om dit af te ronden. Theorie, praktijkcheck en praktijkopdrachten. Verdeel dit over de weken en over de verschillende leersituaties (school, OLC, opleidingslokaal, thuis en op je werkplek). c. Bespreek je planning met jouw praktijkopleider en/of docent. Houd je aan deze planning. Wil je de planning aanpassen, dan moet je dit in overleg met de praktijkopleider en docent doen. 4 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

39 URENTABEL & PLANNING In de tabel zie je het aantal StudieBelastingsUren (SBU s) dat nodig is voor elk onderdeel. Dit zijn richtlijnen/gemiddelden; door je (werk)ervaring kun je soms meer of juist minder tijd nodig hebben voor de theorie of de praktijk. Ga als volgt te werk: Vul het schema in met een datum voor gepland en ingeleverd/afgerond. Vraag vooraf aan de docent wanneer de kennistoets plaatsvindt. Plan met je praktijkopleider de praktijktoets en aansluitend het beoordelingsgesprek. Planning onderdelen werkboek SBU s Planning Planning maken/checken 2 Voorbeeldfabriek lezen, jezelf vragen stellen 2 Theorie Theoriebronnen bestuderen/vragen maken 54 (school/thuis, gemiddeld 3 uur per les) Praktijkchecks (PC s) PC 1.1 Arbeidsomstandigheden en gezondheid 2 PC 1.2 Gevaarlijke stoffen en blusmiddelen 2 PC 1.3 Rekenen met symbolen en procenten 2 Praktijk (PO s) Introductieopdracht Leren leren 1 PO 1.1 Je werkplek en veilig werken 6 PO 1.2 Controleren in- en uitgangsstromen 6 PO 1.3 Werkoverdracht 6 Toetsen en beoordelen kennistoets maken 1½ Praktijktoets plannen/voorbereiden Werkopdracht uitvoeren 1 Beoordelingsgesprek voeren 1 Beoordelingslijsten invullen ½ subtotaal SBU s werkboek 1 87 Leren op de werkplek Vaardigheden ontwikkelen 100 Zelfstudie (onbegeleid) & Werkend leren 124 subtotaal leren op de werkplek 224 Datum gepland Ingeleverd/ afgerond Generieke onderdelen en Engels* Nederlands - rekenen - L&B - Engels 9* totaal SBU s (8 weken) 320 *Gemiddeld aantal uren Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 5

40 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN In dit voorbeeld lees je wat het voorbereiden van het proces betekent in een voorbeeldfabriek. In de voorbeeldfabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Eerst lees je globaal de werking van de fabriek. Daarna lees je hoe een operator in deze fabriek werkzaamheden verricht om het proces voor te bereiden. Deze voorbeeldfabriek gaat over een batchproces. Meer beschrijvingen van voorbeeldfabrieken vind je in het boek Voorbeeldprocessen in de werkmap van leerjaar 1. Hierin staan naast het batchproces nog andere voorbeeldprocessen beschreven zoals: het extruderen van PVC buis (mechanisch proces) een waterzuivering (continu proces). Door de beschrijving van de voorbeeldfabriek goed door te lezen zal je beter in staat zijn om de praktijkopdrachten bij dit werkboek uit te werken Produceren van reinigingsmiddelen In deze fabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Het bedrijf maakt uit ca. 80 verschillende grondstoffen ca. 50 verschillende reinigingsmiddelen. Het betreft kleine batches van ca. 5 m 3. In het bedrijf staan 5 mengketels waarin de producten worden geproduceerd. De afbeelding hieronder geeft een indruk van één ketel. zuur oplosmiddel demiwater FQ FQ koelwater koelwater FQ M stoom afzuiging poeders afzuiging condensaat uit magazijn verpakken naar magazijn 6 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

41 Grondstoffen De grondstoffen die in grote volumes nodig zijn worden per pijpleiding in de ketel gebracht. Dit zijn demiwater, zoutzuur en oplosmiddel. De voorraad van deze grondstoffen is in grote voorraadtanks opgeslagen. De grondstoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden opgeslagen in het magazijn. Met een heftruck wordt steeds een pallet met de juiste grondstoffen uit het magazijn opgehaald, de juiste hoeveelheid vloeistof in de ketel gepompt en het pallet met de rest grondstoffen weer terug in het magazijn geplaatst. Sommige grondstoffen worden in poedervorm aangeleverd. Ketels De ketels hebben een inhoud van ca. 5 m 3. In de ketel is een roerwerk aangebracht om de inhoud goed te kunnen mengen. Er is een verwarmingsmantel waarmee door middel van stoom de inhoud van de ketel op de gewenste temperatuur kan worden gebracht. Ook heeft de ketel een koelmantel waarmee met koelwater de inhoud van de ketel kan worden gekoeld. Recept Voor elk te produceren reinigingsmiddel is een recept beschikbaar waarop de soort en de hoeveelheid van elke grondstof vermeld staat. Ook staat hierop de goede werkwijze en de juiste volgorde van het toevoeren van de grondstoffen. Op het recept staan ook de gevaarlijke eigenschappen van de stoffen en de te gebruiken PBM s. Het afmeten van de grondstoffen uit de pijpleidingen gebeurt met afslagtellers. De tellers kunnen worden ingesteld op de benodigde hoeveelheid. Na het bereiken van de gewenste hoeveelheid wordt de leiding automatisch gesloten. De vloeistoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden in 200 liter-drums aangevoerd. De vloeistoffen worden met een vatenpomp uit de 200 liter-drums in de ketel gepompt. De juiste hoeveelheid wordt bepaald door het vat op een weegschaal te plaatsen. Voor de overige grondstoffen geldt steeds dezelfde werkwijze. De poedervormige grondstoffen worden door het mangat in de ketel gestort. Door te mengen en te verwarmen worden de grondstoffen omgezet in het eindproduct. Monstername Wanneer het mengen klaar is wordt een monster van de inhoud genomen. Dit monster wordt onderzocht op de juiste samenstelling. Wanneer dit monster niet goed is wordt er bepaald welke toevoegingen nodig zijn om het product alsnog "op spec" te krijgen. Als het monster goed is, kan het product worden verpakt. Verpakken Het product wordt m.b.v. een aftapunit semiautomatisch in jerrycans afgevuld. De operator zorgt voor aanvoer van lege jerrycans. De unit vult elke jerrycan tot het juiste volume, schuift deze door en vult de volgende enz. De operator draait de doppen op de gevulde jerrycans en zet deze op een palet. Op elke jerrycan komt een sticker met een streepjescode. Opslag eindproduct De pallets met gevulde jerrycans worden met een heftruck naar het magazijn gereden en op de juiste locatie gezet. Wanneer de order compleet is, kan deze worden verstuurd naar de klant. Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 7

42 Werkzaamheden bij het voorbereiden van het productieproces Hieronder zie je een samenvatting van de werkzaamheden die de operator uitvoert als hij het productieproces voorbereidt: 1. Werk overnemen van de vorige ploeg: neemt deel aan de werkoverdracht. 2. Controleren van in- en uitgangsstromen: raadpleegt productiegegevens, voert materialen aan, signaleert bij voorraadbeheer en registreert en rapporteert gegevens. 3. Controle van de werkplek: controleert de technische staat van apparatuur en machines en houdt rekening met veiligheid. De operator in deze fabriek neemt het werk over van de vorige ploeg. In de planning kan hij zien welk producten moeten worden gemaakt. Hij controleert de hoeveelheid grond- en toeslagstoffen voor het produceren van één batch. Ook kijkt hij naar de technische en veilige staat van de installatie. 1. Werk overnemen van de vorige ploeg De werkoverdracht vindt plaats in het kantoor van de shiftmanager. Hier is ook de collega die hij af moet lossen. De collega informeert de operator over de ketels die nog niet klaar zijn. Indien nodig wordt op de werkvloer één en ander aangewezen. De shiftmanager sluit de volgende zaken kort: welke storingen er in het productieproces (geweest) zijn karweien van de TD die begeleid moeten worden door de operator enz. 2. Controleren in- en uitgangsstromen Raadplegen productiegegevens De shiftmanager houdt op een planbord de te produceren en geproduceerde orders bij. Van de shiftmanager ontvangt hij de orders (recepten) die in zijn shift moeten worden geproduceerd. De operator weet hoe het planbord werkt, en kan gegevens over de planning opzoeken. Wijzigingen in de planning lopen altijd via de shiftmanager. Materialen aanvoeren, signaleren bij voorraadbeheer De recepten die de operator heeft gebruikt om de ketels te vullen gaan terug naar de shiftmanager. Hierop heeft de operator de werkelijk toegevoerde hoeveelheden ingevuld. De afdeling expeditie zorgt aan de hand van deze ingevulde recepten voor de aanvulling van de grondstoffen. De operator haalt de grondstoffen met de heftruck uit het magazijn. Bij elke locatie staat een kaart met de minimum voorraad. Wanneer er na het terugbrengen van de restgrondstof minder is dan de minimumvoorraad meldt de operator dit aan de shiftmanager. Registreren en rapporteren van gegevens Registratie van de gebruikte grondstoffen wordt op het recept door de operator gedaan. De registratie van de geproduceerde producten wordt door de shiftmanager gedaan aan de hand van de, door de operator, ingeleverde ingevulde recepten. 8 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

43 3. Controle werkplek Controleren technische staat van apparatuur en machines Vóór het produceren van een nieuwe product in een ketel wordt gecontroleerd of deze leeg en schoon is. De afslagtellers moeten op de juiste waarden worden ingesteld. De juiste grondstoffen worden opgehaald uit het magazijn. De opslagtanks voor demiwater, zuur en oplosmiddel moeten nog vol genoeg zijn. De vatenpomp moet zijn gespoeld. Bij storingen die moeten worden opgelost vóór het produceren van een bepaalde order kan beginnen, moet de operator de technische dienst in (laten) schakelen. Wanneer de ketel niet schoon genoeg is voordat een batch wordt geproduceerd, moet deze eerst worden schoongemaakt. Het afslagmechanisme van de tellers wordt getest (testknopje). De aftapunit wordt schoongemaakt en ingesteld voor de nieuwe batch. Veiligheid De batches worden geproduceerd met de aanwijzingen die op de recepten staan vermeld. Omdat er met chemicaliën wordt gewerkt wordt streng toegezien op het veilig werken. Veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en veiligheidshelm zijn altijd verplicht. Bij het werken met sommige vloeistoffen moet gasdichte kleding worden gedragen. Bij giftige stoffen wordt een ademluchtmasker gedragen. Het gebruik van de nooddouche, oogspoelflessen en brandblussers wordt regelmatig geoefend. Voor de aanvang van de werkzaamheden controleert de operator of alle benodigde veiligheidsmiddelen aanwezig en gebruiksklaar zijn. Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 9

44 THEORIEBRONNEN Hierbij het overzicht van de theorielessen van Werkboek 1 Voorbereiden productieproces met de vakinhoud waar de les betrekking op heeft en de link naar de praktijkcheck. Ga als volgt te werk: Bestudeer de theorie thuis en op school en stel vragen bij onduidelijkheid. Maak de lestoetsvragen en praktijkchecks om de theorie beter te begrijpen. Voor een les heb je gemiddeld 3 uur nodig, inclusief het maken van de lestoetsen. Rond de theorie af met de kennistoets, maak eventueel eerst de proeftoets. Nr. Titel Code Vakinhoud PC s 1 Inleiding in de procesindustrie po-2/3-01 PT 2 Inleiding procesbeheersing pb-2/3-01 PB 3 Eenheidsbewerkingen pt-2/3-02 PT 4 Stofsoorten pt-2/3-04 PT 5 Inleiding kwaliteit, arbo en milieu vmk-2/3-01po VH Persoonlijke beschermingsmiddelen vmk-2/3-03 VH Werkplek en werkomgeving vmk-2/3-04 VH Risico's op de werkplek vmk-2/3-06 VH Adembescherming vmk-2/3-10po VH Risico s van gevaarlijke stoffen vmk-2/3-08 VH Brandvijfhoek en blusmiddelen vmk-2/3-13 VH Chemiekaarten vmk-2/3-14 VH Aanpak van risicovolle situaties vmk-2/3-05 VH 14 Gezondheid op de werkvloer vmk-3-21 VH Rekenen met getallen wi-2/3-01 WK Breuken en procenten wi-2/3-04 WK Vergelijkingen en formules wi-2/3-06 WK Rekenen met symbolen wi-2/3-09 WK 1.3 Uitleg Code Vakinhouden Voorbeeld: pt-2/3-04: Pt = procestechniek 2/3 = niveau 2 en 3 04 = 4e leskern van procesbeheersing WLPe = E-learningmodule PT PB WK NK SK SS Procestechniek Procesbeheersing Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Soft skills VH LO MT KZ OH PH Veiligheid Logistiek Milieutechniek Kwaliteitszorg Onderhoud Pneumatiek/Hydrauliek 10 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

45 PRAKTIJKCHECKS De praktijkchecks zijn vragen/opdrachten waarbij je leert hoe je de theorie in de praktijk toepast en kunt gebruiken. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkchecks met behulp van de theoriebronnen. Lever de uitwerking in bij de docent en bespreek de uitwerking met de docent. De docent beoordeelt jouw werk op de: Beoordelingslijst BL 1 Resultaten praktijkchecks PC 1.1 Arbeidsomstandigheden en gezondheid Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Inleiding kwaliteit, arbo en milieu Persoonlijke beschermingsmiddelen Arbeidsomstandigheden en milieumaatregelen Risico's op de werkplek Adembescherming In de productie kom je soms situaties tegen die bij onzorgvuldig handelen schadelijk kunnen zijn voor je gezondheid. Daarom zijn er op de werkplek vaak persoonlijke beschermingsmiddelen verplicht. 1. Op welke manier wordt op jouw werkplek duidelijk gemaakt welke persoonlijke beschermingsmiddelen verplicht zijn? Denk bijvoorbeeld aan pictogrammen. 2. Maak een overzicht van de persoonlijke beschermingsmiddelen verplicht zijn op jouw werkplek/werkgebied. 3. Beschrijf van deze beschermingsmiddelen de werking en de eisen die er aan gesteld worden, benoem hierbij ook specifieke zaken zoals bijvoorbeeld het type filter en dergelijke. PC 1.2 Gevaarlijke stoffen en blusmiddelen Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Risico's van gevaarlijke stoffen herkennen Brandvijfhoek en blusmiddelen Chemiekaarten Gezondheid op de werkvloer Het veilig kunnen werken met stoffen is erg belangrijk in de procesindustrie. Er wordt vaak gewerkt met giftige en/of brandgevaarlijke stoffen. Het is dan ook noodzakelijk om enige kennis van deze stoffen te hebben en te weten hoe je moet handelen als het mis gaat. Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 11

46 1. Maak een overzicht van de vijf meest gebruikte stoffen op de afdeling. Geef bij elke stof aan welke gevarensymbolen er bij deze stoffen horen. Hoe worden de stoffen opgeslagen? 2. Maak een overzicht van alle brandblussers op je afdeling. Je kunt hiervoor gebruik maken van de ontruimingsplattegrond van je afdeling. 3. Geef bij elke blusser aan om wat voor type brandblusser het gaat. 4. Beschrijf van elk type brandblusser uit de lijst het principe van de werking en voor welke brandklasse(n) deze blusser geschikt is. 5. Ga na of op de verschillende werkplekken het juiste type brandblusser aanwezig is. PC 1.3 Rekenen met symbolen en procenten Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Rekenen met getallen Breuken en procenten Vergelijkingen en formules Rekenen met symbolen In de productie kom je situaties tegen waarin je getallen in een formule moet invullen om iets uit rekenen. Bijvoorbeeld bij het berekenen van een mengverhouding van grondstoffen, grondstofverbruik, productie aantallen etc. 1. Schrijf een formule op die je tijdens je werkzaamheden regelmatig gebruikt. Bijvoorbeeld de berekening van de vrije ruimte in een voorraadtank. Vrije ruimte = Opp. Tankbodem x Hoogte x (1 Niveauaanwijzing in % /100). 2. Welke voorrangregels gelden in deze formule? (computerregel, haakjes wegwerken etc.) 3. Voer met behulp van reële getallen een berekening uit met de formule. Schrijf hierbij alle rekenstappen op. 4. Rond het antwoord af op het juiste aantal decimalen. 5. Ga na wat de maximale productiesnelheid op jouw werkplek is in bv. t/h of m 3 /h of aantal eindproducten per uur. 6. Ga vervolgens na wat de productiesnelheid het afgelopen uur is geweest. 7. Bereken het percentage van de maximale productiesnelheid tijdens de productie van het laatste uur. 12 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

47 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 1.1 Je werkplek en veilig werken (taaltaak) Inleiding Deze prakijkopdracht gaat over jouw plaats in de organisatie. Het doel van deze opdracht is om te kijken welke afdelingen er binnen het bedrijf zijn en wat je rol is binnen de afdeling. Met wie heb je te maken en met wie zit je in welke overleggen? De prakijkopdracht gaat ook over de veiligheid op en rondom je werkplek. Werken in de procesindustrie betekent dat je bijna altijd met machines en installaties werkt. Deze machines en installaties kunnen gevaren opleveren voor jezelf, de omgeving en het milieu. Het is belangrijk dat je altijd de procedures en voorschriften op het gebied van veiligheid opvolgt. Alleen dan voer je de werkzaamheden veilig uit. Je voert de opdracht goed uit als je kunt uitleggen waar jouw werkplek/afdeling in het bedrijf staat. Je bent je bewust van het veilig handelen op en rondom je werkplek. Je kent de afspraken hierover en je kunt ze toepassen. Ga als volgt te werk: Voer de praktijkopdrachten uit op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider. Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 13

48 Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Websites: o.a. Informatie over het gebruik van materialen/gereedschap; Veiligheidsvoorschriften; Calamiteitenplan; Werkprocedures; Kwaliteits- of ISO handboeken Organigram tekenen a. Kopieer het organigram of het organisatieschema. Als dit er niet is (omdat je bij een klein bedrijf werkt) teken het dan. Afhankelijk van de grootte van het bedrijf bestaat het organigram uit verschillende afdelingen en functies. b. Beschrijf kort (kwart A4) de (soorten) overleggen tussen de afdelingen of collega s waarmee jij te maken hebt. c. Beschrijf kort (kwart A4) de overlegpunten die aan de orde komen in de overleggen waaraan jij deelneemt Plattegrond met vluchtwegen en veiligheidszones Kopieer de plattegrond van je eigen (productie)afdeling of het bedrijf waar je werkzaam bent. Je mag de plattegrond ook zelf tekenen. Noteer of teken op deze plattegrond de volgende zaken: De vluchtwegen De veiligheidszones/soorten werkzaamheden (geef dit in kleur aan). Neem onderstaande tabel over op je uitwerkingenblad en vul hem in voor jouw leerbedrijf. De verschillende (veiligheids)zones De regels die in de zones gelden De PBM s (persoonlijke beschermingsmiddelen) die in de zones gebruikt moeten worden. De werkzaamheden die in de betreffende zone worden uitgevoerd. Zone/situatie Regels PBM s Werkzaamheden 14 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

49 1.1.3 Veiligheidssymbolen Op je werkplek moet je veel veiligheidsregels volgen. Het is belangrijk dat je de voorschriften kent. In de volgende opdrachten moet je een aantal veiligheidssymbolen tekenen. Let daarbij ook op kleur en vorm! Je kunt ook foto s maken en die bij je uitwerking doen. Vraag voor het maken van foto s eerst altijd toestemming! Zoek de veiligheidssymbolen op die je tegenkomt op jouw afdeling of jouw bedrijf. Verdeel de veiligheidssymbolen in groepen: Gebod Verbod Waarschuwing Veiligheidsborden/veiligheidsvoorzieningen (verwijsborden) Schrijf voor ieder veiligheidssymbool de betekenis erbij. Je mag hierbij het tabellenboek gebruiken Gevaarlijke stoffen Kies één gevaarlijke stof waarmee jij of een collega werkt. Zoek het veiligheidsblad/gevaarlijke stoffenblad/chemiekaart van deze stof op. Maak een kopie en bewaar deze bij je uitwerkingen. Beantwoord de volgende vragen: a. Welke H- en P-zinnen horen bij die gevaarlijke stof? b. Welke gevarensymbolen tref je aan op het etiket van de stof? c. Wat betekenen die H- en P-zinnen en de symbolen voor jou en de manier waarop je met die stof omgaat? d. Is de informatie actueel en wordt deze bijgewerkt? Gevaren beschrijven Als je met gereedschappen en machines/installaties werkt, sta je bloot aan allerlei gevaren. Kies voor deze opdracht een machine/(deel)installatie waar je vaak aan werkt. Maak een samenvatting van 1 A4 over de mogelijke gevaren en de maatregelen die het bedrijf heeft genomen om deze gevaren tot een minimum te beperken (machinebeveiligingen). Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 15

50 1.1.6 Calamiteitenplan Zoek het calamiteitenplan van je bedrijf op. Lees het goed door. a. Maak een korte samenvatting van het calamiteitenplan (maximaal 1 A4). b. Bespreek met een ervaren collega of hij al eens een brand of een andere calamiteit (of via een oefening) heeft meegemaakt. Vraag ook of hij toen volgens veiligheidsprocedures heeft gehandeld. Zo ja/nee, waarom wel/niet? Noteer de antwoorden in maximaal een half A4. c. Bespreek je uitwerking met je praktijkopleider. 16 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

51 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 1.2 Controleren in- en uitgangsstromen Inleiding Om de continuïteit van het productieproces te waarborgen worden de in- en uitgaande stoffen gecontroleerd op onder andere hoeveelheid en kwaliteit. Bij het aan- en afvoeren van de in- en uitgaande stoffen door tankschip, treinwagon, vrachtwagen en tankauto is op het bedrijf vaak een opslag aanwezig (tanks voor vloeistoffen en gassen, silo s en bunkers voor poedervormige vaste stoffen en een magazijn voor stukgoederen). Bij een aan- en afvoer door een pijpleiding kan de hoeveelheid per tijdseenheid worden gecontroleerd door het debiet te meten. Bij gassen speelt ook de druk een rol. De hoeveelheid van de ingaande stromen is van belang bij batchprocessen. Voor een batch wordt gestart moeten we er zeker van zijn dat er een juiste hoeveelheid van de ingaande stoffen aanwezig is. De kwaliteit van de in- en uitgaande stoffen wordt vaak gecontroleerd. Dit kan door monstername of inline kwaliteitsmetingen in het productieproces. In deze prakijkopdracht komen de kwaliteitseigenschappen aan de orde waarop de stoffen worden gecontroleerd. De werkwijze van de kwaliteitscontroles komt aan de orde in werkboek 4. Je voert de opdracht goed uit als je alle in- en uitgangsstromen kunt controleren op hoeveelheid en kwaliteit. Je werkt hierbij volgens de procedures van het bedrijf. Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 17

52 Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Registratie- of informatiesysteem; Werkvoorschriften/procedures; Veiligheidsvoorschriften; Productieplanning; Kwaliteits- of ISO handboeken Grondstoffen in ontvangst nemen a. Zoek in de informatiesystemen of procedures hoe grondstoffen bij je bedrijf in ontvangst worden genomen. Maak hiervan een kort samenvatting van maximaal 1 A4. b. Noteer puntsgewijs welke personen voor wat verantwoordelijk zijn Onderzoek stofeigenschappen Kies in overleg met je praktijkopleider een (deel)proces waarvan je de in- en uitgaande stoffen gaat benoemen en neem de tabel over. Naam (deel-)proces: Vul de tabellen in met behulp van onderstaande vragen: a. Geef de stofnaam van maximaal vier grondstoffen en toeslagstoffen. Kies stoffen met stofeigenschappen die bepalend zijn voor het procesverloop. b. Geef de belangrijkste stofeigenschappen aan. Waar vind je die informatie? c. Leg uit waarom de stofeigenschap zo belangrijk is. 18 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

53 d. Geef van iedere grondstof, hulpstof/toeslagstof en eindproduct een voorbeeld waarop deze kan worden afgekeurd. e. Hoe kun jij zien dat een ingaande stof is goedgekeurd? Ingangsstromen Ingangsstromen Uitgangsstromen Grondstof Hulpstof/ toeslagstof Eindproduct Stofeigenschappen Stofeigenschappen Waarom belangrijk? Waarom belangrijk? Specificaties controleren van de in/uitgangsstromen Neem onderstaande tabel over. Stofeigenschappen Waarom belangrijk? Waarom afgekeurd? Waarom afgekeurd? Waarom afgekeurd? Wanneer goedgekeurd? Wanneer goedgekeurd? Wanneer goedgekeurd? a. Noteer drie belangrijke procesgrootheden, met de bijbehorende symbolen en de eenheden van de symbolen. b. Noem de specificaties waaraan de procesgrootheden moeten voldoen. c. Schrijf op hoe de grootheden worden geregistreerd. Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 19

54 Procesgrootheid Symbool van de grootheid Symbool van de eenheid Specificatie/ tolerantiegebied Hoe geregistreerd? 20 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

55 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 1.3 Werkoverdracht (taaltaak) Inleiding Een productieproces is vaak een continu proces. Dat betekent dat je het werk van collega s overneemt en dat je het werk moet overdragen aan de volgende ploeg. Bij een ploegwissel is informatie-uitwisseling en communicatie erg belangrijk. Deze prakijkopdracht gaat daar over. Je voert de opdracht goed uit als je goed deelneemt aan besprekingen rondom de werk overdracht en je laat zien dat je zowel mondeling als schriftelijk een boodschap goed kunt overbrengen. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 21

56 Bedrijfsbronnen Om de opdrachten goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Werkvoorschriften; Productieplanning; Logboek; Notulen/samenvattingen Observeren werkoverdracht a. Observeer hoe de informatie-uitwisseling (overleg) bij een werkoverdracht plaatsvindt. Kijk goed naar de verschillende rollen van collega s en de informatie die wordt gegeven en hoe er naar wordt geluisterd. Wat doe je zelf tijdens het werkoverleg? Kijk ook naar je eigen rol tijdens de werkoverdracht. b. Neem onderstaande tabel over en vul het in. Noteer rechts ook je eigen opmerkingen of vragen over de informatie-uitwisseling. Wie geeft/ontvangt informatie? Soort informatie Opmerkingen/vragen c. Heb je opvallende dingen gezien (bijvoorbeeld verbale of non-verbale reacties)? Nabespreken werkoverdracht Bespreek de werkoverdracht met je praktijkopleider. a. Zijn er vaste overlegpunten bij de werkoverdracht? Zo ja welke? Zo nee, kun je er enkele bedenken om de werkoverdracht nog beter te laten verlopen? b. Wat zou je eventueel aan de werkoverdracht willen verbeteren? 22 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

57 1.3.3 Werkoverdracht uitvoeren Vraag of jij de werkoverdracht mag uitvoeren (als oefening). Doe dit aan de hand van de volgende vragen: a. Bereid de werkoverdracht voor. Zorg in ieder geval voor antwoorden op de punten: Zijn er vaste overlegpunten bij de werkoverdracht? Zo ja, welke? Welke informatie moet je in ieder geval geven? Welke informatie moet je vragen? Welke afspraken zijn er nog meer over de manier waarop je elkaar informeert? b. Voer de werkoverdracht uit. c. Bespreek de werkoverdracht na met je praktijkopleider. Breng jij informatie goed over naar anderen? Noteer de tips en tops die je van je praktijkopleider krijgt Registreren en rapporteren tijdens de werkoverdracht Noteer je antwoord op de volgende vragen: a. Welk registratiesysteem gebruik je tijdens de werkoverdracht? b. Bedenk welke informatie je voor, tijdens of direct na een werkoverdracht registreert in de systemen. Schrijf op hoe je anderen informeert (of aan hen rapporteert). c. Noteer welke informatie jij vraagt of aan collega s geeft. d. Beschrijf welke afspraken binnen je bedrijf zijn gemaakt over de manier waarop je elkaar informeert en hoe je rapporteert. Beschrijf ook waar je die afspraken/voorschriften kunt vinden. e. Beschrijf kort wat je eigen mening is over de manier van overleggen, informeren en registeren. Wat vind je hier goed of minder goed aan? Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 23

58 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN In de beroepspraktijk (meestal op je werkplek) leer je vooral door te doen en ontwikkel je (beroeps)vaardigheden. Je leert bewust te werken en wordt een steeds betere operator. Het is belangrijk dat je ontdekt waar je sterktes liggen en welke vaardigheden je extra moet oefenen. Hieronder zie je een lijst met vaardigheden die je oefent/checkt op je werkplek. Ga als volgt te werk: Bedenk bij de onderstaande vaardigheden voor jezelf voorbeelden of situaties waaruit blijkt dat je deze vaardigheden beheerst of deels beheerst. Beschrijf die voorbeelden waaruit dit blijkt en de acties die je hebt genomen. Neem de tabel uit je Portfoliomap en beschrijf per vaardigheid minimaal 1 voorbeeld. Bewaar deze in je Portfoliomap en bespreek de voorbeelden met je praktijkopleider. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 3 Vaardigheden werkboek 1 voorbereiden productieproces. Vaardigheden werkboek 1: voorbereiden productieproces 1. Ik kan wettelijke en bedrijfsregels/procedures toepassen met betrekking tot veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. 2. Ik kan relevante machines, gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. 3. Ik kan productieplanningen lezen en interpreteren. 4. Ik kan werken volgens technische (bouw- en constructie) tekeningen en schema's. 5. Ik kan communicatieve vaardigheden toepassen. 6. Ik kan het (voorraad)administratiesysteem gebruiken. 7. Ik kan communiceren en rapporteren via digitale en papieren systemen en toepassingen. 24 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

59 PRAKTIJKTOETS De praktijktoets bestaat uit het uitvoeren van een werkopdracht en een beoordelingsgesprek voor heel werkboek 1. Tijdens het beoordelingsgesprek vul je in het Beoordelingsboek de beoordelingslijsten van Werkboek 1 in. Ga als volgt te werk: Laat de praktijkopleider in een werkopdracht de activiteiten beschrijven die je moet laten zien. Bepaal op welke werkplek/afdeling je de werkopdracht gaat uitvoeren. Voer de werkopdracht uit. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 4 Gedragscriteria bij praktijktoets. Toelichting uitvoeren werkopdracht werkboek 1 Gedurende maximaal 1 uur laat je in de fabriek of (gesimuleerde) praktijkruimte zien waar je als operator op moet letten tijdens het voorbereiden van het productieproces. Bij het uitvoeren van de werkopdracht laat je de volgende activiteiten zien. Activiteiten operator 1. De gegevens over de aanvoer van goederen controleren en registreren/vastleggen. 2. De resultaten van het kwaliteitsonderzoek verwerken volgens procedure. 3. De gevaren aangeven van één van de grondstoffen. 4. Deze stof controleren op een kwaliteitseigenschap (bedrijfsspecifieke invulling aangeven). 5. Het voorschrift dat of de procedure die je gebruikt bij de kwaliteitsmeting van een grondstof opzoeken. 6. De instelling van het apparaat of de proceswaarden van de installatie controleren. 7. Aangeven welke persoonlijke beschermingsmiddelen je moet gebruiken als je werkt met die stof. 8. De vluchtwegen in geval van een calamiteit laten zien. 9. De blusmiddelen en vluchtroutes laten zien. 10. Uitleggen wat de meetinstrumenten op een machine/installatie aangeven en in welke eenheid er wordt gemeten. Werkwijze Tijdens het uitvoeren van de werkopdracht word je door de praktijkopleider geobserveerd. Hij stelt (eventueel) vragen of jij demonstreert en vertelt wat je weet over het proces. Spreek van te voren de werkwijze af of je tijdens of na de observatie de vragen beantwoordt. Na de uitvoering van de werkopdracht beoordeelt de praktijkopleider je op de volgende gedragscriteria. Indien je deze criteria niet kon laten zien, zal hij je hier tijdens het beoordelingsgesprek vragen over stellen. Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 25

60 Gedrag bij praktijktoets werkboek 1 1. Ik neem tijdens de overdracht van de werkzaamheden de nodige informatie snel op. 2. Ik luister tijdens werkbesprekingen aandachtig en praat zoveel mogelijk mee. 3. Ik registreer en rapporteer uit mijzelf gegevens en doe dit nauwkeurig en volledig Ik doe mijn werk met veel zorg zonder onnodig tijd te verliezen aan werk dat er niet toe doet. Ik breng het proces in gereedheid volgens de gestelde afspraken en op een handige en snelle manier. Ik laat tijdens de werkvoorbereiding altijd zien dat ik werk volgens instructies, procedures en voorschriften op het gebied van milieu, ARBO en veiligheid. Ik plan en organiseer bij het voorbereiden van het productieproces mijn eigen werkzaamheden nauwkeurig. 8. Ik bespreek op tijd een productieprobleem met een collega-operator. 9. Ik analyseer problemen van een collega-operator en los ze vakkundig op. Beoordelingsgesprek werkboek 1 Na afloop van het uitvoeren van de werkopdracht voer je met je praktijkopleider het beoordelingsgesprek van ongeveer 1 uur. In het gesprek worden de volgende onderdelen besproken: De uitvoering van de werkopdracht en vragen over de gedragscriteria die je niet kon laten zien tijdens het uitvoeren de werkopdracht. De resultaten van de 3 praktijkopdrachten. De resultaten van de zelfcheck: de ontwikkeling van vaardigheden voor Werkboek 1 en je situaties/voorbeelden. Het gesprek wordt afgerond door het invullen van de definitieve beoordeling in het beoordelingsboek op de lijsten: BL 2, BL 3 en BL 4 en het invullen van de leerafspraken voor dit werkboek: Leerpunten Feedback Afspraken. 26 Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces

61 CONSORTIUM WERKEND LEREN IN DE PROCESTECHNIEK Het Consortium Werkend leren in de Procestechniek (WLP) is een samenwerkingsverband van 14 ROC s (Regionale Opleidings Centra) en vele procestechnische bedrijven in heel Nederland. Samen bieden zij de beroepsgerichte WLP-opleidingen voor operators aan (mbo-niveau 1-4). Blijf op de hoogte en volg ons op Facebook Procesoperator B Werkboek 1 Voorbereiden productieproces 27

62 Meer weten?

63 WERKBOEK 2 BEDIENEN APPARATUUR PROCESOPERATOR B NIVEAU 3 Artikelnummer: NPO.W Crebonummer: Procesoperator B Uitgifte: juli 2016 LEERJAAR 1

64 2016 alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige ander manier, zonder voorafgaande toestemming van de stuurgroep Werkend Leren in de Procestechniek. Deze uitgave komt mede tot stand met medewerking van Magneet + Romer Communicatie Centrum (

65 INHOUD INLEIDING 1 Wat ga je leren? 1 Hoe leer je? 2 URENTABEL & PLANNING 3 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN 4 Voorbeeldfabriek: produceren van reinigingsmiddelen 4 Werkzaamheden m.b.t. bedienen apparatuur 6 THEORIEBRONNEN 8 PRAKTIJKCHECKS 9 PC 2.1 Grootheden, eenheden en fysische eigenschappen 9 PC 2.2 Dichtheid 10 PC 2.3 Schema lezen 11 PRAKTIJKOPDRACHTEN 12 PO 2.1 Productieplanning lezen en begrijpen (taaltaak) 12 PO 2.2 Werking installatie/apparatuur 15 PO 2.3 (Deel)proces in/uit bedrijf nemen (taaltaak & Engels) 18 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN 23 PRAKTIJKTOETS 24 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

66 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

67 INLEIDING Wat ga je leren? Tijdens de uitvoering van werkboek 2 leer je hoe je de apparatuur bedient. Dit betekent dat je na afronding van dit werkboek de volgende doelstellingen hebt behaald. Je kunt laten zien dat: je tijdens het productieproces een zo efficiënt en effectief mogelijke werkwijze hanteert; je bij het in werking stellen en het bijsturen van de apparatuur snel en precies te werk gaat; je tijdens de werkzaamheden kritisch bent op jouw eigen werkuitvoering; je het belang inziet om tijdens het bedienen van de apparatuur altijd volgens instructies, procedures en voorschriften op het gebied van milieu, ARBO en veiligheid te werken en hierin het verlangde gedrag toont. Dit werkboek is gebaseerd op werkproces: Bedient apparatuur (B1-K1-W2). Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 1

68 Hoe leer je? Je doorloopt het hele werkboek en stelt zelf je planning met behulp van de benodigde uren per onderdeel vast. Je leert op school, op je werkplek, thuis of op andere momenten. In het werkboek staan zowel de praktijk- als theorieonderdelen. In de leerwijzer staat beschreven hoe je het beste leert en waarop je wordt beoordeeld. Een korte toelichting op het werkboek. Voorbeeldfabriek Hier wordt beschreven welke werkzaamheden vanuit het bedienen apparatuur kunnen voorkomen en kun je een beeld vormen hoe je daarna de praktijkopdrachten kunt uitvoeren. Theoriebronnen Dit is een overzicht van de theorielessen die je bestudeert voor de kennistoets. Praktijkchecks Dit zijn vragen waarbij je checkt hoe je de theorie in de praktijk toepast. Je levert de antwoorden bij de docent in. Praktijkopdrachten Dit zijn opdrachten die je in de praktijk uitvoert. Lees de opdrachten goed door en lever de uitwerking van de opdrachten direct na afronding in bij de praktijkopleider. De praktijkopdrachten voer je op verschillende manieren uit, zie de plaatjes bij elke opdracht en de uitleg in de Leerwijzer. Info opzoeken Doen Bespreken Taaltaken (optioneel) Bij sommige opdrachten hoort een taaltaak. Neem hiervoor die opdracht uit het Taaltakenboek om te maken. Deze opdracht is een praktijkopdracht uitgebreid met taalopdrachten. Engelstalige opdrachten In sommige opdrachten zit een Engelstalige opdracht. Werk deze uit zoals omschreven. Je levert de antwoorden bij de docent in. Vaardigheden ontwikkelen Door bewust te werken leer je op de werkplek en ontwikkel je de beroepsvaardigheden die nodig zijn voor de operator. Je geeft situaties aan waaruit blijkt dat je die vaardigheden ontwikkelt. Praktijktoets De praktijktoets bestaat uit een: Werkopdracht: je laat op de werkvloer aan je praktijkopleider zien hoe je de werkzaamheden van dit werkboek uitvoert. Beoordelingsgesprek: je bespreekt met de praktijkopleider de resultaten van de praktijkopdrachten, de uitvoering van de werkopdracht en je ontwikkeling van de vaardigheden. Beoordelingsboek Het beoordelingsboek is een apart boek dat in je Portfoliomap zit. In dit boek zitten 4 beoordelingslijsten voor de verschillende onderdelen van het werkboek. Na het uitvoeren van de opdrachten van het werkboek beoordeel je jezelf. Tijdens het beoordelingsgesprek word je ook beoordeeld door de praktijkopleider. Je vult gezamenlijk de definitieve beoordeling van het werkboek en de leerafspraken in. 2 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

69 URENTABEL & PLANNING In de tabel zie je het aantal StudieBelastingsUren (SBU s) dat nodig is voor elk onderdeel. Dit zijn richtlijnen/gemiddelden; door je (werk)ervaring kun je soms meer of juist minder tijd nodig hebben voor de theorie of de praktijk. Ga als volgt te werk: Vul het schema in met een datum voor gepland en ingeleverd/afgerond. Vraag vooraf aan de docent wanneer de kennistoets plaatsvindt. Plan met je praktijkopleider de praktijktoets en aansluitend het beoordelingsgesprek. Planning onderdelen werkboek SBU s Planning Planning maken/checken 2 Voorbeeldfabriek lezen, jezelf vragen stellen 2 Theorie Theoriebronnen bestuderen/vragen maken 54 (school/thuis, gemiddeld 3 uur per les) Praktijkchecks (PC s) PC 2.1 Gedeelte van het proces in/uit bedrijf nemen 2 PC 2.2 Dichtheid 2 PC 2.3 Schema lezen 2 Praktijk (PO s) PO 2.1 Productieplanning lezen en begrijpen 6 PO 2.2 Werking installatie/apparatuur 6 PO 2.3 Gedeelte van het proces in/uit bedrijf nemen 6 Toetsen en beoordelen kennistoets maken 1½ praktijktoets plannen/voorbereiden Werkopdracht uitvoeren 1 Beoordelingsgesprek voeren 1 Beoordelingslijsten invullen ½ subtotaal SBU s werkboek 2 86 Leren op de werkplek Vaardigheden ontwikkelen 100 Zelfstudie (onbegeleid) & Werkend leren 125 Datum gepland Ingeleverd/ afgerond subtotaal leren op de werkplek 225 Generieke onderdelen en Engels* Nederlands - rekenen - L&B - Engels 9* totaal SBU s (8 weken) 320 *Gemiddeld aantal uren Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 3

70 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN In dit voorbeeld lees je wat het bedienen van het proces betekent in een voorbeeldfabriek. In de voorbeeldfabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Eerst lees je globaal de werking van de fabriek. Daarna lees je hoe een operator in deze fabriek werkzaamheden verricht om het proces te bedienen. Deze voorbeeldfabriek gaat over een batchproces. Meer beschrijvingen van voorbeeldfabrieken vind je in het boek Voorbeeldprocessen in de werkmap van leerjaar 1. Hierin staan naast het batchproces nog andere voorbeeldprocessen beschreven zoals: het extruderen van PVC buis (mechanisch proces) een waterzuivering (continu proces). Door de beschrijving van de voorbeeldfabriek goed door te lezen zal je beter in staat zijn om de praktijkopdrachten bij dit werkboek uit te werken Voorbeeldfabriek: produceren van reinigingsmiddelen In deze fabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Het bedrijf maakt uit ca. 80 verschillende grondstoffen ca. 50 verschillende reinigingsmiddelen. Het betreft kleine batches van ca. 5 m 3. In het bedrijf staan 5 mengketels waarin de producten worden geproduceerd. De afbeelding hieronder geeft een indruk van één ketel. zuur oplosmiddel demiwater FQ FQ koelwater koelwater FQ M stoom afzuiging poeders afzuiging condensaat uit magazijn verpakken naar magazijn 4 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

71 Grondstoffen De grondstoffen die in grote volumes nodig zijn worden per pijpleiding in de ketel gebracht. Dit zijn demiwater, zoutzuur en oplosmiddel. De voorraad van deze grondstoffen is in grote voorraadtanks opgeslagen. De grondstoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden opgeslagen in het magazijn. Met een heftruck wordt steeds een pallet met de juiste grondstoffen uit het magazijn opgehaald, de juiste hoeveelheid vloeistof in de ketel gepompt en het pallet met de rest grondstoffen weer terug in het magazijn geplaatst. Sommige grondstoffen worden in poedervorm aangeleverd. Ketels De ketels hebben een inhoud van ca. 5 m 3. In de ketel is een roerwerk aangebracht om de inhoud goed te kunnen mengen. Er is een verwarmingsmantel waarmee door middel van stoom de inhoud van de ketel op de gewenste temperatuur kan worden gebracht. Ook heeft de ketel een koelmantel waarmee met koelwater de inhoud van de ketel kan worden gekoeld. Recept Voor elk te produceren reinigingsmiddel is een recept beschikbaar waarop de soort en de hoeveelheid van elke grondstof vermeld staat. Ook staat hierop de goede werkwijze en de juiste volgorde van het toevoeren van de grondstoffen. Op het recept staan ook de gevaarlijke eigenschappen van de stoffen en de te gebruiken PBM s. Het afmeten van de grondstoffen uit de pijpleidingen gebeurt met afslagtellers. De tellers kunnen worden ingesteld op de benodigde hoeveelheid. Na het bereiken van de gewenste hoeveelheid wordt de leiding automatisch gesloten. De vloeistoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden in 200 liter-drums aangevoerd. De vloeistoffen worden met een vatenpomp uit de 200 liter-drums in de ketel gepompt. De juiste hoeveelheid wordt bepaald door het vat op een weegschaal te plaatsen. Voor de overige grondstoffen geldt steeds dezelfde werkwijze. De poedervormige grondstoffen worden door het mangat in de ketel gestort. Door te mengen en te verwarmen worden de grondstoffen omgezet in het eindproduct. Monstername Wanneer het mengen klaar is wordt een monster van de inhoud genomen. Dit monster wordt onderzocht op de juiste samenstelling. Wanneer dit monster niet goed is wordt er bepaald welke toevoegingen nodig zijn om het product alsnog "op spec" te krijgen. Als het monster goed is, kan het product worden verpakt. Verpakken Het product wordt m.b.v. een aftapunit semiautomatisch in jerrycans afgevuld. De operator zorgt voor aanvoer van lege jerrycans. De unit vult elke jerrycan tot het juiste volume, schuift deze door en vult de volgende enz. De operator draait de doppen op de gevulde jerrycans en zet deze op een palet. Op elke jerrycan komt een sticker met een streepjescode. Opslag eindproduct De pallets met gevulde jerrycans worden met een heftruck naar het magazijn gereden en op de juiste locatie gezet. Wanneer de order compleet is, kan deze worden verstuurd naar de klant. Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 5

72 Werkzaamheden m.b.t. bedienen apparatuur Als het voorbereiden is uitgevoerd kan worden begonnen met de productie volgens de planning. De operator bedient de apparatuur, d.w.z. hij stelt setpoints in, start en stopt pompen, opent en sluit afsluiters, enz. 1. Productieplanning: bepaalt welke recepten worden geproduceerd. 2. Werking installatie apparatuur: weet de plaats van de apparatuur en de functie hiervan. 3. Proces in bedrijf nemen: vult mengketel met grondstoffen (pijpleidingen, 200 I Drums, vaste stoffen, mengen, verwarmen/koelen en afvullen en verpakken). De operator raadpleegt de productieplanning om te zien welke recepten moeten worden geproduceerd. Afhankelijk van het recept worden de afsluiters in de goede stand gezet. De operator vult de mengketel met de juiste grondstoffen en stelt de temperatuur van de mengketel op de waarde in die in het recept staat. Het afvullen en verpakken van de inhoud van de mengketel zijn ook bedieningshandelingen die de operator verricht. 1. Productieplanning Aan de hand van de productieplanning wordt bepaald welke recepten worden geproduceerd. De verschillende reinigingsmiddelen bestaan uit verschillende grondstoffen. Ook de hoeveelheden zijn verschillend. Dit betekent dat de installatie voor elk recept (order) anders moet worden ingesteld. 2. Werking installatie apparatuur Om de apparatuur goed te kunnen bedienen is het noodzakelijk dat de operator weet hoe de installatie werkt. De leidingen die van de voorraadtanks zuur, demi water en oplosmiddel lopen, bevatten afsluiters, automatische regelkleppen en meetapparatuur. De operator weet de plaats van de apparatuur en de functie hiervan, zodat de juiste hoeveelheid van de juiste grondstof aan de mengketel wordt toegevoerd. Het verwarmen en koelen van de mengketels gebeurt door het juiste setpoint op de temperatuurregelaar in te stellen. De regelaar bedient dan automatisch de goede klep. De operator weet welke metingen en regelingen er in de installatie zitten. 3. Proces in bedrijf nemen Mengketel vullen met grondstoffen Pijpleidingen De meest voorkomende grondstoffen (demiwater, zuur en oplosmiddel) worden met een pijpleiding naar de mengketel gevoerd. De operator zet de afsluiters van deze leidingen in de juiste stand (open of dicht). Dit wordt het oplijnen van de installatie genoemd. De hoeveelheid van de benodigde grondstoffen wordt ingesteld door de afslagtellers op de juiste waarde in te stellen. Vervolgens wordt de pomp gestart. Wanneer de juiste hoeveelheid is toegevoerd gaat de klep dicht en stopt de pomp. 6 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

73 200 l Drums De operator haalt met de heftruck een grondstof (meestal verpakt in vaten van 200 l) uit het magazijn en plaatst deze naast de mengketel. Vervolgens worden de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruikt die voor die grondstof van toepassing zijn. De operator pompt m.b.v. een vatenpomp de grondstof in de mengketel. De hoeveelheid wordt bepaald door de vaten op de weegschaal te plaatsen en te stoppen als deze de juiste (berekende) hoeveelheid aanwijst. Vaste stoffen Vaste stoffen worden (vaak in poedervorm) afgewogen en door het mangat in de ketel gebracht. Omdat dit stofontwikkeling kan geven wordt de afzuigventilator aangezet. Mengen, verwarmen/koelen Het mangat wordt gesloten, het roerwerk wordt aangezet en de temperatuur wordt ingesteld op de temperatuurregelaar. Na de voorgeschreven tijd is het product klaar. Afvullen en verpakken Het product wordt m.b.v. een aftapunit semiautomatisch in jerrycans afgevuld. De operator zorgt voor de aanvoer van lege jerrycans. De unit vult elke jerrycan tot het juiste volume, schuift deze door en vult de volgende enz. De operator draait de doppen op de gevulde jerrycans en zet deze op een pallet. Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 7

74 THEORIEBRONNEN Hierbij het overzicht van de theorielessen van Werkboek 2 Bedienen apparatuur met de vakinhoud waar de les betrekking op heeft en de link naar de praktijkcheck. Ga als volgt te werk: Bestudeer de theorie thuis en op school en stel vragen bij onduidelijkheid. Maak de lestoetsvragen en praktijkchecks om de theorie beter te begrijpen. Voor een les heb je gemiddeld 3 uur nodig, inclusief het maken van de lestoetsen. Rond de theorie af met de kennistoets, maak eventueel eerst de proeftoets. Nr. Titel Code Vakinhoud PC s 1 Opslag van gevaarlijke stoffen vmk-2/3-16 VH 2 Werken in besloten ruimten vmk-3-23 VH 3 Grootheden en eenheden na-2/3-01 NK Fysische eigenschappen na-2/3-02 NK Stofeigenschappen sch-2/3-01 NK Volume, massa en dichtheid na-2/3-03 NK Temperatuur en warmte na-2/3-13 NK Uitzetting na-3-19 NK Temperatuurmetingen WLPe-PB-01 PB Instrumentatieschema's pb-2/3-02 PB Weergave van procesgegevens pb-2/3-03 PB Schema's en schemalezen pt-2/3-03 PT Opslaan: algemeen & apparatuur pt-2/3-06 PT Opslaan: Opslagvoorwaarden en hoeveelheden pt-2/3-07po PT Transport van vaste stoffen pt-2/3-08 PT 16 Leidingtransport pt-2/3-09 PT 17 Transport van vloeistoffen pt-2/3-10 PT 18 Transport van gassen pt-2/3-11 PT Uitleg Code Vakinhouden Voorbeeld: pt-2/3-04: Pt = procestechniek 2/3 = niveau 2 en 3 04 = 4e leskern van procesbeheersing WLPe = E-learningmodule PT PB WK NK SK SS Procestechniek Procesbeheersing Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Soft skills VH LO MT KZ OH PH Veiligheid Logistiek Milieutechniek Kwaliteitszorg Onderhoud Pneumatiek/Hydrauliek 8 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

75 PRAKTIJKCHECKS De praktijkchecks zijn vragen/opdrachten waarbij je leert hoe je de theorie in de praktijk toepast en kunt gebruiken. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkchecks met behulp van de theoriebronnen. Lever de uitwerking in bij de docent en bespreek de uitwerking met de docent. De docent beoordeelt jouw werk op de: Beoordelingslijst BL 1 Resultaten praktijkchecks PC 2.1 Grootheden, eenheden en fysische eigenschappen Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Grootheden en eenheden Fysische eigenschappen Stofeigenschappen Temperatuur en warmte Voor de productie gebruik je verschillende grondstoffen, hulpstoffen en toeslagstoffen. Het verbruik van deze stoffen wordt in eenheden uitgedrukt, bijvoorbeeld in liter of ton. 1. Neem onderstaande tabel over en geef hierin 5 stoffen (grondstoffen, hulpstoffen of toeslagstoffen) aan die gebruikt worden op jouw werkplek. 2. Geef in de tabel aan wat het dagelijks verbruik is van deze stoffen. Gebruik hierbij de grootheden en eenheden zoals die op het bedrijf worden gebruikt. Nr. Stof Grond-, toeslag- of hulpstof Dagelijks verbruik (gebruikte eenheden) Dagelijks verbruik (SI-eenheden) 1 Proceswater hulpstof m 3 /dag 3,9 m 3 /s Reken de eenheden die bij jouw leerbedrijf gebruikt worden om naar SI-eenheden. Vul deze ook in de tabel in. Voorbeelden van SI-eenheden: Dagproductie: 27,6 ton = kg. Transportbandsnelheid: 7,2 km/uur = 2,0 m/s. Waterverbruik: liter/dag = 3,8 m 3 /s 4. Bereken van 5 grond- of toeslagstoffen het verbruik op jaarbasis. Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 9

76 5. Schrijf 2 grootheden op die je tegenkomt tijdens je dagelijkse werkzaamheden. (neem onderstaande tabel over en vul de kolommen in) Nr. Grootheid Waar? Eenheid Wat doe je er mee? vb. Massa Monomeer weegtank m vb. Dichtheid Zoutwaterbad kg/m Hoeveelheid monomeer bepalen Zoutgehalte oplossing controleren 6. Zoek van een installatie of onderdeel van de installatie waarbij er een faseovergang plaatsvindt. a. Geef aan welke faseovergang er plaats vindt en geef aan op welke plaats van de installatie dit gebeurt. b. Wat gebeurt er met de afstand tussen de moleculen bij deze fase-overgang? c. Wat gebeurt er met de Vanderwaals-krachten bij deze faseovergang? d. Heb je hiervoor warmte nodig of moet je warmte onttrekken? Leg je antwoord uit. e. Hoe wordt de warmte geleverd of onttrokken aan het proces? PC 2.2 Dichtheid Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Volume, massa en dichtheid Uitzetting In de fabriek staan grondstoffen opgeslagen in vaten, silo s of een ander soort opslag. Je leert hoe je voorraden kunt inschatten en berekenen. 1. Zoek een voorraadtank of silo uit je productieproces op en zoek uit wat er in zit. 2. Zoek het volume en de massa van de inhoud van de tank/silo op. 3. Zoek de dichtheid van de stof op in het tabellenboek, de bedrijfsdocumentatie of via internet. 4. Bepaal de afmetingen van de tank/silo en verwerk deze in een schets van de tank/silo. 5. Bereken met behulp van de afmetingen het volume van de tank/silo. Noteer de berekening. 6. Bereken de massa van de inhoud van de tank/silo met behulp van het berekende volume en de opgezochte dichtheid. Noteer de berekening. 10 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

77 7. Ga na of je berekening (volume en massa) van inhoud van de tank/silo klopt met de werkelijkheid. Licht toe. 8. Bereken de volumeverandering van de tank/silo als de temperatuur van 25 C daalt naar -5 C. Wanneer het materiaal van de tank niet bekend is, ga dan uit van een stalen tank. 9. Bereken de volumeverandering van de stof waarmee de tank gevuld is als de temperatuur van 25 C daalt naar -5 C. PC 2.3 Schema lezen Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Temperatuurmetingen Instrumentatieschema's Weergave van procesgegevens Schema's en schemalezen In een productieproces wordt via een aantal bewerkingen een product gemaakt. Hiervoor is apparatuur nodig. In een PID is deze apparatuur schematisch weergegeven. 1. Zoek een PID van een deel van de installatie waar je mee werkt en druk deze af. 2. Maak een overzicht van alle meetinstrumenten. Beschrijf de meet- en verwerkingsfuncties van deze instrumenten. 3. Beschrijf voor alle temperatuurmetingen in het proces: waar in het proces deze temperatuurmeters zich bevinden welk type temperatuurmeter wordt gebruikt waarom dit type op deze plaats wordt gebruikt wat het meetgebied en de nauwkeurigheid van het meetinstrument is 4. Kies in overleg met je praktijkopleider een proces of een gedeelte van een proces. Maak een schets van het proces in de vorm van een Process Flow Diagram (PFD). Geef in de schets de meest belangrijke instrumentatie weer. Denk hierbij aan druk, temperatuur, flow, niveaumeters, pompen en kleppen. Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 11

78 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 2.1 Productieplanning lezen en begrijpen (taaltaak) Inleiding Werken in de procesindustrie betekent vaak werken volgens (productie)planningen in opdracht voor de klant. De klant betaalt en wil op tijd en volgens bepaalde specificaties zijn producten geleverd hebben. Dit betekent dat er in je bedrijf vaak een planning wordt opgesteld die behaald moet worden. In deze opdracht leer je een productieplanning/opdracht lezen en begrijpen. Je gaat kijken wat jouw bijdrage kan zijn om deze planning zo goed mogelijk en tijdig te behalen. Je voert de opdracht goed uit als je de productieplanning kunt lezen en kunt uitleggen. Ga als volgt te werk: Voer de praktijkopdrachten uit op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider. Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. 12 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

79 Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Productieplanningen: per dag, week, maand; Werkinstructie omgaan met planning Productieplanning lezen Om de planning te kunnen volgen en bijsturen moet je begrijpen wat er staat. Maak een kopie van de productieplanning. Dit kan de planning zijn van: één dag, één week, een batch of een run. Doe deze bij je uitwerking. Beantwoord de volgende vragen: a. Hoe weet je of je met de meest actuele planning te maken hebt? b. Welke informatie is voor jou als operator belangrijk? c. Welke codes kom je tegen op de planning? Welke codes zijn belangrijk voor jou? d. Wat is de maximale capaciteit? Op hoeveel procent van de maximale capaciteit wordt er volgens deze planning geproduceerd? e. Stel deze vragen aan een ervaren collega. Noteer het antwoord kort in de tabel. Vraag/onduidelijkheid Productieplanning begrijpen Antwoord a. Maak een (kopie) van een planning (dag, week, maand, batch, run...) b. Verklaar de betekenis van de codes die je tegenkomt in de planning. c. Wat zie je nog meer op de planning? Noteer welke informatie voor wie is bedoeld. Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 13

80 2.1.3 Planning onderzoeken en bespreken Onderzoek wie de planning maakt. Ga naar die persoon of afdeling en stel vragen. Laat in ieder geval aan bod komen: Hoe de planning tot stand komt Met wie (bedrijven, afdelingen binnen het productieproces) er rekening moet worden gehouden tijdens het maken van de planning Wat er gebeurt als een planning niet wordt behaald Beschrijf de antwoorden op je vragen in een samenvatting van 1 A4. 14 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

81 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 2.2 Werking installatie/apparatuur Inleiding In deze opdracht ga je de werking van de installatie en de apparatuur beschrijven. Aan de hand van een blokschema laat je zien van welk gedeelte van het proces je de werking uitlegt. Je voert de opdracht goed uit als je de werking zo duidelijk hebt beschreven dat iemand die niet op je afdeling werkzaam is dit kan begrijpen. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Apparaat beschrijvingen van de fabrikant; Schema s van het proces. Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 15

82 Tijdens deze opdracht ga je je bezig houden met de volgende onderdelen: Equipment beschrijving; Samenvatten; Functie en werking De werking van de installatieapparatuur Maak een blokschema van het proces (als voorbeeld is hier een blokschema weergegeven van het voorbeeldproces productie van reinigingsmiddelen). Bewaar het blokschema goed. In volgende praktijkopdrachten gaan we dit uitbreiden. a. Kies in overleg met je praktijkleider een installatie/apparaat (of gedeelte hiervan) waarvan je de werking gaat onderzoeken. Schrijf op welke je hebt gekozen. b. Maak een schematische tekening van de installatie/apparatuur. c. Vul onderstaande tabel in waarbij je rekening houdt met de volgende punten: Benoem de belangrijkste onderdelen. Beschrijf de functie van deze onderdelen. Beschrijf de werking van deze onderdelen. 16 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

83 Belangrijkste onderdelen Functie Werking Bedieningsfuncties Kies voor de uitvoering van deze opdracht in overleg met je praktijkopleider een installatie of gedeelte ervan. a. Loop alle bedieningsfuncties na die jij gebruikt bij de installatie. Denk hierbij aan de schakelaars, afsluiters en de bedieningsdisplays. b. Maak een overzicht van de bedieningsfuncties die je in de praktijk gebruikt en beschrijf wat de werking is. c. Maak vervolgens een overzicht van de bedieningsfuncties die bij de installatie voorkomen en die jij niet gebruikt in de praktijk. d. Beschrijf wat de werking is van deze bedieningsfuncties en waarom deze door de operators niet gebruikt worden in de praktijk Nabespreken a. Laat iemand die niet op jouw afdeling werkt je beschrijving lezen. Laat hem hierna de werking van de installatie aan jou uitleggen. b. Was het duidelijk? c. Wat moet je eventueel nog aanpassen aan jouw beschrijving? Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 17

84 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 2.3 (Deel)proces in/uit bedrijf nemen (taaltaak & Engels) Inleiding Een complete installatie in en uit bedrijf nemen in een bedrijf waar fysische en/of chemische bewerkingen worden uitgevoerd is zeer complex. Bij veel van deze continue bedrijven gebeurt het stoppen en opstarten van de complete installatie slechts eens in de drie jaar. Tijdens deze stop (shutdown) worden volgens een vooraf gemaakte planning diverse onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Wat vaker voorkomt is het in en uit bedrijf nemen van een gedeelte van de installatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het starten van een pomp, het wisselen van een filter of een klep op de bypass nemen. Bij een verkeerde werkwijze kan schade aan de apparatuur of installatie optreden. Het in en uit bedrijf nemen moet op een veilige manier, volgens de voorschriften, gebeuren. Bij een batchproces moet vaak een nieuwe batch (handmatig) worden gestart. Ook dit kun je zien als het in bedrijf nemen van een (deel)proces. Je voert de opdracht goed uit als je de procedures voor het in- en uit bedrijf nemen kent en juist toepast. Je hanteert hierbij de richtlijnen van het bedrijf en zorgt ervoor dat het in en uit bedrijf nemen op een veilige manier gebeurt, voor jezelf en anderen. 18 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

85 Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Bedrijfsbronnen Om de opdrachten goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Werkinstructies / procedures voor in en uit bedrijf nemen; Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot in en uit bedrijf nemen; Documentatie over bedrijfsspecifieke apparatuur. Kies in overleg met je praktijkopleider één of meerdere gedeelte(n) van het proces wat in/uit bedrijf genomen gaat worden. Denk hierbij aan: Pomp starten / stoppen; Omzetten / verwisselen van een filter; Op de bypass nemen van een klep; Starten nieuwe batch; Omzetten apparaat bij dubbel uitgevoerde apparaten Informatie over in/uit bedrijf nemen a. Noteer twee mogelijke situaties waarom het gedeelte van het proces in/uit bedrijf moet worden genomen. b. Maak een schema/tekening van het deelproces/apparaat wat in/uit bedrijf genomen moet worden. Gebruik evt. het schema wat bij opdracht is gemaakt. Geef hierin de belangrijke leidingen en appendages aan. c. Beschrijf puntsgewijs hoe de bediening van dit deelproces verloopt. Wat doet de controleroom operator (paneloperator)? Wat doet de veldoperator (fieldoperator)? Hoe verloopt de communicatie? Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 19

86 d. Kijk of je aanvullende informatie kunt vinden die noodzakelijk is voor het in/uit bedrijf nemen van een gedeelte van de installatie. Verzamel alle gegevens en informatie. Noteer stapsgewijs hoe je dit in praktijk uitvoert. Geef ook aan waarom het in deze volgorde gebeurt. Denk hierbij aan: Het type pomp, impuls- of verdringerpomp; De voorzorgsmaatregelen die je neemt bij het in/uit bedrijf nemen of wisselen van stand by apparatuur; De veiligheidsmaatregelen die je in acht neemt; De gegevens die je vast moet leggen Observeren bij het in/uit bedrijf nemen a. Observeer je praktijkopleider en/of collega die een (deel)proces in/uit bedrijf neemt. Bedenk of het stoppen volgens de juiste procedure verloopt. Hoe gaat het in zijn werk? Wat is de volgorde van zijn werkzaamheden Welke veiligheidsmaatregelen neemt hij. Welke registraties voert hij uit. b. Maak hiervan een samenvatting (maximaal 1 A4) Uitleg geven over in/uit bedrijf nemen In opdracht moet je zelf een (deel)proces in of uit bedrijf nemen. Voordat je dit mag doen, moet de praktijkopleider zeker weten dat je de voorschriften en procedures kent en dat je rekening houdt met de veiligheidsrisico s. Daarom ga je eerst uitleggen hoe het (deel)proces in of uit bedrijf nemen verloopt. Bereid je hier op voor. Schrijf alvast dingen op die je tijdens je uitleg aan bod laat komen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: Wat ga je in/uit bedrijf nemen? In welke volgorde ga je werken? Welke procedures volg je? Welke veiligheidsrisico s zijn er? Welke voorzorgsmaatregelen neem je om deze risico s te vermijden? In/uit bedrijf nemen Neem nu zelf een (deel)proces in of uit bedrijf onder toezicht van de praktijkopleider. Houd rekening met: Voorschriften/procedures Veiligheidsrisico s Omstandigheden en de tijd die ervoor staat 20 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

87 2.3.5 Het in/uit bedrijf nemen nabespreken Bespreek je ervaringen met het in/uit bedrijf nemen na met je praktijkopleider. Bespreek in ieder geval de volgende punten: Is het in/uit bedrijf nemen volgens de procedures en veiligheidsvoorschriften verlopen? Is het in/uit bedrijf nemen goed verlopen of moest er nog een correctie worden uitgevoerd? Is het in/uit bedrijf nemen binnen de gestelde tijd verlopen of heeft productieverlies plaatsgevonden? Is alles goed vastgelegd in documenten of computer? Noodstop Een noodstop kan meestal worden gegeven door het indrukken van een rode knop op de werkvloer. Vaak zit ook aan een transportband een koord waarmee je een noodstop bedient. Ook is het vaak mogelijk om een noodstop via de procescomputer te geven. a. Kopieer de plattegrond die je hebt gemaakt in werkboek 1, praktijkopdracht 1 en geef hierop de plaats(en) aan waar de noodstopschakelaars op de werkvloer zich bevinden. b. Beschrijf in welke situaties op jouw afdeling een noodstop kan worden gegeven. c. Geef aan welk gedeelte van het proces hierdoor stilvalt. d. Hoe wordt het proces weer opgestart na het optreden van een noodstop? Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 21

88 2.3.7 English: Safety information Before we start working on an installation or a machine we must make sure that conditions are safe. A Lock-out procedure can be used to establish safety. Have a look at the example of a Lock-out procedure and try to translate the keyword of each step to Dutch. You are allowed to use a dictionary. Voor je start met werken aan een installatie of machine moet je zeker weten dat de omstandigheden veilig zijn. Een Lock-out procedure kan gebruikt worden om veiligheid te creëren. Bekijk het voorbeeld van de Lock-out procedure en vertaal de sleutelwoorden van elke stappen naar het Nederlands. Je mag hierbij een woordenboek gebruiken. 1. Identify 2. Notify 3. Turn-off 4. Locate 5. Isolate 6. Lock-out 7. Test 8. Return 9. Perform 10. Remove 22 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

89 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN In de beroepspraktijk (meestal op je werkplek) leer je vooral door te doen en ontwikkel je (beroeps)vaardigheden. Je leert bewust te werken en wordt een steeds betere operator. Het is belangrijk dat je ontdekt waar je sterktes liggen en welke vaardigheden je extra moet oefenen. Hieronder zie je een lijst met vaardigheden die je oefent/checkt op je werkplek. Ga als volgt te werk: Bedenk bij de onderstaande vaardigheden voor jezelf voorbeelden of situaties waaruit blijkt dat je deze vaardigheden beheerst of deels beheerst. Beschrijf die voorbeelden waaruit dit blijkt en de acties die je hebt genomen. Neem de tabel uit je Portfoliomap en beschrijf per vaardigheid minimaal 1 voorbeeld. Bewaar deze in je Portfoliomap en bespreek de voorbeelden met je praktijkopleider. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 3 Vaardigheden werkboek 2 bedienen apparatuur. Vaardigheden werkboek 2: bedienen apparatuur 1. Ik kan wettelijke en bedrijfsregels/procedures toepassen met betrekking tot veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. 2. Ik kan relevante machines, gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. 3. Ik kan productieplanningen lezen en interpreteren. 4. Ik kan relevante informatiebronnen raadplegen. 5. Ik kan technische informatie en werkinstructies opzoeken in digitale systemen en toepassingen. 6. Ik kan communicatieve vaardigheden toepassen. 7. Ik kan beroepsspecifieke technische documentatie en instructies lezen, in zowel het Nederlands als in een moderne vreemde taal (Engels). 8. Ik kan een bijdrage leveren aan het maken van productieplanningen. Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 23

90 PRAKTIJKTOETS De praktijktoets bestaat uit het uitvoeren van een werkopdracht en een beoordelingsgesprek voor heel werkboek 2. Tijdens het beoordelingsgesprek vul je in het Beoordelingsboek de beoordelingslijsten van Werkboek 2 in. Ga als volgt te werk: Laat de praktijkopleider in een werkopdracht de activiteiten beschrijven die je moet laten zien. Bepaal op welke werkplek/afdeling je de werkopdracht gaat uitvoeren. Voer de werkopdracht uit. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 4 Gedragscriteria bij praktijktoets. Toelichting uitvoeren werkopdracht werkboek 2 Gedurende maximaal 1 uur laat je in de fabriek of (gesimuleerde) praktijkruimte zien waar je als operator op moet letten tijdens het bedienen van het productieproces. Bij het uitvoeren van de werkopdracht laat je de volgende activiteiten zien. Activiteiten operator 1. Laten zien hoe de productieplanning tot stand komt. 2. Laten zien welke controles je uitvoert om de kwaliteit van het proces te bewaken 3. Een start of stop uitvoeren volgens de voorschriften. 4. De instellingen controleren en zo nodig bijstellen. 5. Aangeven welke veiligheidsvoorschriften er gelden. 6. Aangeven welke PBM s zijn voorgeschreven. 7. Eenvoudige (ver)storingen/afwijkingen oplossen 8. Standaardhandelingen tijdens een dienst verrichten. Werkwijze Tijdens het uitvoeren van de werkopdracht word je door de praktijkopleider geobserveerd. Hij stelt (eventueel) vragen of jij demonstreert en vertelt wat je weet over het proces. Spreek van te voren de werkwijze af of je tijdens of na de observatie de vragen beantwoordt. Na de uitvoering van de werkopdracht beoordeelt de praktijkopleider je op de volgende gedragscriteria. Indien je deze criteria niet kon laten zien, zal hij je hier tijdens het beoordelingsgesprek vragen over stellen. Gedragscriteria bij praktijktoets werkboek 2 1. Ik werk snel en precies tijdens het bedienen van het productieproces. 2. Ik werk snel en precies bij het in werking stellen en bijsturen van de apparatuur. 3. Ik kijk kritisch naar hoe ik mijn werk uitvoer. 4. Ik laat tijdens het bedienen van de apparatuur altijd zien dat ik werk volgens instructies, procedures en voorschriften op het gebied van milieu, ARBO en veiligheid. 24 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

91 Beoordelingsgesprek werkboek 2 Na afloop van het uitvoeren van de werkopdracht voer je met je praktijkopleider het beoordelingsgesprek van ongeveer 1 uur. In het gesprek worden de volgende onderdelen besproken: De uitvoering van de werkopdracht en vragen over de gedragscriteria die je niet kon laten zien tijdens het uitvoeren de werkopdracht. De resultaten van de 3 praktijkopdrachten. De resultaten van de zelfcheck: de ontwikkeling van vaardigheden voor Werkboek 1 en je situaties/voorbeelden. Het gesprek wordt afgerond door het invullen van de definitieve beoordeling in het beoordelingsboek op de lijsten: BL 2, BL 3 en BL 4 en het invullen van de leerafspraken voor dit werkboek: Leerpunten Feedback Afspraken. Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 25

92 26 Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur

93 CONSORTIUM WERKEND LEREN IN DE PROCESTECHNIEK Het Consortium Werkend leren in de Procestechniek (WLP) is een samenwerkingsverband van 14 ROC s (Regionale Opleidings Centra) en vele procestechnische bedrijven in heel Nederland. Samen bieden zij de beroepsgerichte WLP-opleidingen voor operators aan (mbo-niveau 1-4). Blijf op de hoogte en volg ons op Facebook Procesoperator B Werkboek 2 Bedienen apparatuur 27

94 Meer weten?

95 WERKBOEK 3 BEWAKEN PROCESVERLOOP PROCESOPERATOR B NIVEAU 3 Artikelnummer: NPO.W Crebonummer: Procesoperator B Uitgifte: juli 2016 LEERJAAR 1

96 2016 alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige ander manier, zonder voorafgaande toestemming van de stuurgroep Werkend Leren in de Procestechniek. Deze uitgave komt mede tot stand met medewerking van Magneet + Romer Communicatie Centrum (

97 INHOUD INLEIDING 1 Wat ga je leren? 1 Hoe leer je? 2 URENTABEL & PLANNING 3 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN 4 Produceren van reinigingsmiddelen 4 Werkzaamheden bij het bewaken van het procesverloop 6 THEORIEBRONNEN 9 PRAKTIJKCHECKS 10 PC 3.1 Druk en drukmetingen 10 PC 3.2 Afvalstoffen en milieu 11 PC 3.3 Metingen in het proces 11 PRAKTIJKOPDRACHTEN 13 PO 3.1 Controleronde lopen 13 PO 3.2 Reageren op alarmen en beveiligingen (taaltaak) 16 PO 3.3 Milieubewust bewaken 19 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN 22 PRAKTIJKTOETS 23 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

98 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

99 INLEIDING Wat ga je leren? Tijdens de uitvoering van werkboek 3 leer je hoe je het procesverloop milieubewust bewaakt. Dit betekent dat je na afronding van dit werkboek de volgende doelstellingen hebt behaald. Je kunt laten zien dat: het proces binnen de gestelde veiligheidsnormen en specificaties verloopt; de productiegegevens zijn vastgelegd; je collega s en/of leidinggevenden op de hoogte zijn van het procesverloop; je het productieproces binnen de specificaties bijstuurt; je de afwijkingen en storingen tijdig ondervangt en oplost; je aan de kwaliteits- en productienormen voldoet; je milieubewust het proces bewaakt en verspillingen voorkomt; je het procesverloop op storingen analyseert (tijdens hele opleiding Procesoperator B). Dit werkboek is gebaseerd op werkproces: Bewaakt procesverloop (B1-K1-W3). Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 1

100 Hoe leer je? Je doorloopt het hele werkboek en stelt zelf je planning met behulp van de benodigde uren per onderdeel vast. Je leert op school, op je werkplek, thuis of op andere momenten. In het werkboek staan zowel de praktijk- als theorieonderdelen. In de leerwijzer staat beschreven hoe je het beste leert en waarop je wordt beoordeeld. Een korte toelichting op het werkboek. Voorbeeldfabriek Hier wordt beschreven welke werkzaamheden vanuit het bedienen apparatuur kunnen voorkomen en kun je een beeld vormen hoe je daarna de praktijkopdrachten kunt uitvoeren. Theoriebronnen Dit is een overzicht van de theorielessen die je bestudeert voor de kennistoets. Praktijkchecks Dit zijn vragen waarbij je checkt hoe je de theorie in de praktijk toepast. Je levert de antwoorden bij de docent in. Praktijkopdrachten Dit zijn opdrachten die je in de praktijk uitvoert. Lees de opdrachten goed door en lever de uitwerking van de opdrachten direct na afronding in bij de praktijkopleider. De praktijkopdrachten voer je op verschillende manieren uit, zie de plaatjes bij elke opdracht en de uitleg in de Leerwijzer. Info opzoeken Doen Bespreken Taaltaken (optioneel) Bij sommige opdrachten hoort een taaltaak. Neem hiervoor die opdracht uit het Taaltakenboek om te maken. Deze opdracht is een praktijkopdracht uitgebreid met taalopdrachten. Engelstalige opdrachten In sommige opdrachten zit een Engelstalige opdracht. Werk deze uit zoals omschreven. Je levert de antwoorden bij de docent in. Vaardigheden ontwikkelen Door bewust te werken leer je op de werkplek en ontwikkel je de beroepsvaardigheden die nodig zijn voor de operator. Je geeft situaties aan waaruit blijkt dat je die vaardigheden ontwikkelt. Praktijktoets De praktijktoets bestaat uit een: Werkopdracht: je laat op de werkvloer aan je praktijkopleider zien hoe je de werkzaamheden van dit werkboek uitvoert. Beoordelingsgesprek: je bespreekt met de praktijkopleider de resultaten van de praktijkopdrachten, de uitvoering van de werkopdracht en je ontwikkeling van de vaardigheden. Beoordelingsboek Het beoordelingsboek is een apart boek dat in je Portfoliomap zit. In dit boek zitten 4 beoordelingslijsten voor de verschillende onderdelen van het werkboek. Na het uitvoeren van de opdrachten van het werkboek beoordeel je jezelf. Tijdens het beoordelingsgesprek word je ook beoordeeld door de praktijkopleider. Je vult gezamenlijk de definitieve beoordeling van het werkboek en de leerafspraken in. 2 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

101 URENTABEL & PLANNING In de tabel zie je het aantal StudieBelastingsUren (SBU s) dat nodig is voor elk onderdeel. Dit zijn richtlijnen/gemiddelden; door je (werk)ervaring kun je soms meer of juist minder tijd nodig hebben voor de theorie of de praktijk. Ga als volgt te werk: Vul het schema in met een datum voor gepland en ingeleverd/afgerond. Vraag vooraf aan de docent wanneer de kennistoets plaatsvindt. Plan met je praktijkopleider de praktijktoets en aansluitend het beoordelingsgesprek. Planning onderdelen werkboek SBU s Planning Planning maken/checken 2 Voorbeeldfabriek lezen, jezelf vragen stellen 2 Theorie Theoriebronnen bestuderen/vragen maken 54 (school/thuis, gemiddeld 3 uur per les) Praktijkchecks (PC s) PC 3.1 Druk en drukmetingen 2 PC 3.2 Afvalstoffen en milieu 2 PC 3.3 Metingen in het proces 2 Praktijk (PO s) PO 3.1 Controleronde lopen 6 PO 3.2 Reageren op signaleringen en beveiligingen 6 PO 3.3 Milieubewust bewaken 6 Toetsen en beoordelen kennistoets maken 1½ praktijktoets plannen/voorbereiden Werkopdracht uitvoeren 1 Beoordelingsgesprek voeren 1 Beoordelingslijsten invullen ½ subtotaal SBU s werkboek 3 86 Leren op de werkplek Vaardigheden ontwikkelen 100 Zelfstudie (onbegeleid) & Werkend leren 125 subtotaal leren op de werkplek 225 Datum gepland Ingeleverd/ afgerond Generieke onderdelen en Engels* Nederlands - rekenen - L&B - Engels 9* totaal SBU s (8 weken) 320 *Gemiddeld aantal uren Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 3

102 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN In dit voorbeeld lees je wat het bewaken van het proces betekent in een voorbeeldfabriek. In de voorbeeldfabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Eerst lees je globaal de werking van de fabriek. Daarna lees je hoe een operator in deze fabriek werkzaamheden verricht om het procesverloop te controleren en te bewaken. Deze voorbeeldfabriek gaat over een batchproces. Meer beschrijvingen van voorbeeldfabrieken vind je in het boek Voorbeeldprocessen in de werkmap van leerjaar 1. Hierin staan naast het batchproces nog andere voorbeeldprocessen beschreven zoals: het extruderen van PVC buis (mechanisch proces) een waterzuivering (continu proces). Door de beschrijving van de voorbeeldfabriek goed door te lezen zal je beter in staat zijn om de praktijkopdrachten bij dit werkboek uit te werken Produceren van reinigingsmiddelen In deze fabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Het bedrijf maakt uit ca. 80 verschillende grondstoffen ca. 50 verschillende reinigingsmiddelen. Het betreft kleine batches van ca. 5 m 3. In het bedrijf staan 5 mengketels waarin de producten worden geproduceerd. De afbeelding hieronder geeft een indruk van één ketel. zuur oplosmiddel demiwater FQ FQ koelwater koelwater FQ M stoom afzuiging poeders afzuiging condensaat uit magazijn verpakken naar magazijn 4 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

103 Grondstoffen De grondstoffen die in grote volumes nodig zijn worden per pijpleiding in de ketel gebracht. Dit zijn demiwater, zoutzuur en oplosmiddel. De voorraad van deze grondstoffen is in grote voorraadtanks opgeslagen. De grondstoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden opgeslagen in het magazijn. Met een heftruck wordt steeds een pallet met de juiste grondstoffen uit het magazijn opgehaald, de juiste hoeveelheid vloeistof in de ketel gepompt en het pallet met de rest grondstoffen weer terug in het magazijn geplaatst. Sommige grondstoffen worden in poedervorm aangeleverd. Ketels De ketels hebben een inhoud van ca. 5 m 3. In de ketel is een roerwerk aangebracht om de inhoud goed te kunnen mengen. Er is een verwarmingsmantel waarmee door middel van stoom de inhoud van de ketel op de gewenste temperatuur kan worden gebracht. Ook heeft de ketel een koelmantel waarmee met koelwater de inhoud van de ketel kan worden gekoeld. Recept Voor elk te produceren reinigingsmiddel is een recept beschikbaar waarop de soort en de hoeveelheid van elke grondstof vermeld staat. Ook staat hierop de goede werkwijze en de juiste volgorde van het toevoeren van de grondstoffen. Op het recept staan ook de gevaarlijke eigenschappen van de stoffen en de te gebruiken PBM s. Het afmeten van de grondstoffen uit de pijpleidingen gebeurt met afslagtellers. De tellers kunnen worden ingesteld op de benodigde hoeveelheid. Na het bereiken van de gewenste hoeveelheid wordt de leiding automatisch gesloten. De vloeistoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden in 200 liter-drums aangevoerd. De vloeistoffen worden met een vatenpomp uit de 200 liter-drums in de ketel gepompt. De juiste hoeveelheid wordt bepaald door het vat op een weegschaal te plaatsen. Voor de overige grondstoffen geldt steeds dezelfde werkwijze. De poedervormige grondstoffen worden door het mangat in de ketel gestort. Door te mengen en te verwarmen worden de grondstoffen omgezet in het eindproduct. Monstername Wanneer het mengen klaar is wordt een monster van de inhoud genomen. Dit monster wordt onderzocht op de juiste samenstelling. Wanneer dit monster niet goed is wordt er bepaald welke toevoegingen nodig zijn om het product alsnog "op spec" te krijgen. Als het monster goed is, kan het product worden verpakt. Verpakken Het product wordt m.b.v. een aftapunit semiautomatisch in jerrycans afgevuld. De operator zorgt voor aanvoer van lege jerrycans. De unit vult elke jerrycan tot het juiste volume, schuift deze door en vult de volgende enz. De operator draait de doppen op de gevulde jerrycans en zet deze op een palet. Op elke jerrycan komt een sticker met een streepjescode. Opslag eindproduct De pallets met gevulde jerrycans worden met een heftruck naar het magazijn gereden en op de juiste locatie gezet. Wanneer de order compleet is, kan deze worden verstuurd naar de klant. Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 5

104 Werkzaamheden bij het bewaken van het procesverloop Hieronder zie je een samenvatting van de werkzaamheden die de operator uitvoert als hij het productieproces controleert en bewaakt: 1. Controle ronde lopen: neemt waar met zijn zintuigen: zien, horen, ruiken en voelen. Waar nodig leest hij de proceswaarden af en noteert deze. 2. Veiligheid & milieu: let op veiligheid en milieu en noteert onveilige situaties of onvolkomenheden. 3. Proceswaarden noteren: leest en noteert waar mogelijk de proceswaarden. 4. Reageren op alarmeringen: reageert op alarmeringen door de proceswaarden op de (proces)computer goed te lezen en juist te reageren naar college/ leidinggevende. 5. Reageren op beveiligingen: reageert op beveiligingen wanneer de proceswaarden een gevaarlijke waarde krijgen en grijpt dan in. Het doel is het proces zodanig te regelen dat een beveiliging niet optreedt. De operator in deze fabriek controleert het procesverloop van de 5 mengketels op de afdeling. Hij doet dit door het lopen van controlerondes en het reageren op alarmeringen en beveiligingen. Bedenk bij elke stap wat jij in vergelijkbare situaties doet op je eigen werkplek? 1. Controleronde lopen Een controleronde maakt hij aan de hand van een checklist. Op de checklist noteert hij de tijd en per mengketel vult hij de gegevens in. Tijdens de controleronde let hij op: Zien: staan er plassen op de vloer? Lekkages kunnen optreden door het lekken van de stopbuspakking van een pomp, een kapotte pakking tussen twee flenzen, het (per ongeluk) open laten staan van een drainafsluiter, doorgeroeste leiding e.d. Eenvoudige lekkages verhelpt hij meteen (dichtzetten van de drainafsluiter). Andere lekkages noteert hij op de checklist. Hierop geeft hij de exacte plaats van de lekkage aan. Een lekkage kan ook milieueffecten hebben! Horen: maakt de installatie een ander geluid dan anders? Een pomp kan een afwijkend geluid maken wanneer er cavitatie optreedt. Meestal wordt dit veroorzaakt door een te lage druk in de zuigleiding. Staat de zuigafsluiter wel helemaal open? Soms merkt hij een geluid op dat er niet is. Staat de afzuiging wel aan? Bovengenoemde zaken noteert hij op de checklist. Eenvoudige zaken verhelpt hij meteen (zuigafsluiter open zetten en afzuig ventilator bijzetten). Ruiken: ruikt het anders dan gewoonlijk? Een afwijkende geur kan duiden op het aanwezig zijn van gas of damp in de productieruimte. Dit kan worden veroorzaakt door een lekkage. Misschien staat de stortklep in de mengketel nog open? Door zijn neus te volgen kan hij de oorzaak van de lekkage opsporen. Ook deze zaken noteert hij op de checklist. 6 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

105 Voelen: warm of koud? Door aan de pomp of elektromotor te voelen kan de operator waarnemen of deze niet te zwaar wordt belast, de motor voelt dan warm aan. Met voldoende ervaring kan de operator voelen of er stroming in een leiding is. Afwijkende zaken noteert hij weer op de checklist. 2. Veiligheid & milieu Tijdens de controleronde let de operator ook op de veiligheid en het milieu. Loopt hij bij het oplossen van een lekkage geen gevaar op? Komt hij gevaarlijke situaties tegen tijdens zijn controleronde? Is er sprake van milieuschade door lekkages of dampen in de productieruimte? Lekken er geen chemicaliën naar het riool? 3. Proceswaarde noteren Niet alle waarden in dit proces zijn afleesbaar op de procescomputer. Sommige waarden kun je alleen ter plaatse aflezen. Dit zijn o.a. de temperatuur in de productieruimte en de temperatuur onderin een mengketel. Per mengketel noteert de operator deze waarden. De operator bespreekt de ingevulde checklist met een collega en evt. met de leidinggevende. Wanneer de Technische Dienst moet worden ingeschakeld maakt de operator een melding via een programma op de computer. Wanneer proceswaarden moeten worden bijgestuurd wordt dit in overleg besloten. 4. Reageren op alarmeringen Op de procescomputer zijn de meeste proceswaarden afleesbaar. Ook kan het verloop van proceswaarden in de tijd worden bekeken (trending). Op de procescomputer zijn minimale en maximale waarden ingesteld voor sommige proceswaarden. Wanneer de proceswaarde boven de maximale waarde of onder de minimale waarde komt gaat een lampje knipperen en een zoemer maakt geluid. De operator kan zien welk alarm is opgetreden en dit alarm aannemen (op de knop herstel alarm drukken). Een alarm wordt alleen gemeld, de procesbeheersing grijpt niet zelf in. De operator moet de juiste beslissing nemen. Vaak is geen verdere actie nodig, bv. een laag niveaumelding van een mengketel die wordt leeggepompt. Soms is echter wel een actie nodig b.v. een hoog niveaumelding van een mengketel die wordt opgevuld met oplosmiddel. Stopt de pomp wel automatisch? De operator moet op de juiste wijze reageren op een alarm, evt. na overleg met een collega of leidinggevende. De opgetreden alarmen worden door de procescomputer bijgehouden. 5. Reageren op beveiligingen Wanneer proceswaarden een gevaarlijke waarde krijgen (b.v. een mengketel dreigt over te stromen), grijpt de apparatuur in. Er wordt b.v. automatisch een pomp uitgeschakeld of een klep dichtgezet. Dit komt niet uit zichzelf weer goed, na het optreden van een beveiliging moet de operator het stukje proces opnieuw opstarten. Een beveiliging wordt ook wel een tripfunctie genoemd. Het is de bedoeling om het proces zodanig te regelen dat een beveiliging niet optreedt. Wanneer de beveiliging toch optreedt, moet worden onderzocht wat de oorzaak was en moet het proces opnieuw worden opgestart. Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 7

106 Wanneer in het voorbeeldproces een mengketel dreigt over te stromen wordt de toevoerpomp uitgeschakeld en de toevoerkleppen dichtgezet. Na het aannemen van de beveiliging (op het knopje herstel alarm drukken) moet de operator toevoerpomp weer opstarten. De kleppen gaan automatisch weer open. De opgetreden beveiligingen worden door de procescomputer bijgehouden. 8 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

107 THEORIEBRONNEN Hierbij het overzicht van de theorielessen van Werkboek 3 Bewaken procesverloop met de vakinhoud waar de les betrekking op heeft en de link naar de praktijkcheck. Ga als volgt te werk: Bestudeer de theorie thuis en op school en stel vragen bij onduidelijkheid. Maak de lestoetsvragen en praktijkchecks om de theorie beter te begrijpen. Voor een les heb je gemiddeld 3 uur nodig, inclusief het maken van de lestoetsen. Rond de theorie af met de kennistoets, maak eventueel eerst de proeftoets. Nr. Titel Code Vakinhoud PC s 1 Soorten mengsels na-2/3-04 NK Krachten en gewicht na-2/3-05 NK Druk algemeen en eenheden na-2/3-11 NK Luchtdruk en gasdruk na-2/3-12 NK Drukmetingen WLPe-PB-02 PB Afvalwaterzuivering pt-3-36 PT 7 Afval en milieu vmk-2/3-12 ML Veilig werken met elektriciteit vmk-2/3-15 VH 9 Werken op hoogte vmk-2/3-17 VH 10 Afvalstromen vmk-3-26 ML Duurzaam produceren vmk-3-29 ML 12 Milieuzorgsystemen vmk-3-30 ML 13 Milieuproblemen en -maatregelen vmk-3-31 ML 14 Lijnen, hoeken en driehoeken wi-2/3-07 WK 15 Machtsverheffen wi-2/3-03 WK 16 Rekenen met machten van tien wi-2/3-05 WK 17 Worteltrekken wi-2/3-08 WK 18 Niveaumetingen WLPe-PB-03 PB 3.3 Uitleg Code Vakinhouden Voorbeeld: pt-2/3-04: Pt = procestechniek 2/3 = niveau 2 en 3 04 = 4e leskern van procesbeheersing WLPe = E-learningmodule PT PB WK NK SK SS Procestechniek Procesbeheersing Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Soft skills VH LO MT KZ OH PH Veiligheid Logistiek Milieutechniek Kwaliteitszorg Onderhoud Pneumatiek/Hydrauliek Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 9

108 PRAKTIJKCHECKS De praktijkchecks zijn vragen/opdrachten waarbij je leert hoe je de theorie in de praktijk toepast en kunt gebruiken. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkchecks met behulp van de theoriebronnen. Lever de uitwerking in bij de docent en bespreek de uitwerking met de docent. De docent beoordeelt jouw werk op de: Beoordelingslijst BL 1 Resultaten praktijkchecks PC 3.1 Druk en drukmetingen Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Druk algemeen en eenheden Luchtdruk en gasdruk Drukmetingen In een installatie heerst vaak een andere gasdruk dan in de buitenlucht. Denk aan een persluchtinstallatie of een vacuümsysteem. Om deze druk op het gewenste niveau te houden worden er drukmetingen uitgevoerd. 1. Beschrijf een deel van de installatie waar een hogere gasdruk heerst dan de atmosferische druk. 2. Bepaal de absolute- en de overdruk in dit deel van installatie. 3. Leg uit waarom in dit deel van de installatie een hogere gasdruk heerst. 4. Reken de absolute- en overdruk om naar Pascal. 5. Maak een overzicht (tabel) van de belangrijkste 3 drukmeters die je tegenkomt in jouw installatie. Geef bij elke drukmeter aan: waar deze meters zich in het proces bevinden; welk type meter wordt gebruikt; waarom dit type op deze plaats wordt gebruikt; wat het meetgebied en de nauwkeurigheid van het meetinstrument is. 10 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

109 Positie van Drukmeter Type Waarom dit type? Meetgebied Stoomketel Bourdon Hittebestendig 0 20 bar Klasse 1 Nauwkeurigheid PC 3.2 Afvalstoffen en milieu Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Afval en milieu Afvalstromen In het productieproces heb je te maken met verschillende stofstromen. Eén van deze stromen zijn de afvalstoffen. 1. Welke afvalstoffen worden er bij jouw bedrijf apart ingezameld? 2. Welke regels en voorschriften gelden er t.a.v. de inzameling (denk aan containerkleur, locatie, verpakking etc.) 3. Welke stoffen worden bij jouw bedrijf gerecycled/hergebruikt? 4. Wat gebeurt er met deze stoffen? PC 3.3 Metingen in het proces Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Soorten mengsels Krachten en gewicht Niveaumetingen 1. Noem 3 voorbeelden van situaties binnen je afdeling waarbij een kracht een rol speelt. 2. Hoe groot zijn de krachten in je voorbeelden? Denk aan de juiste eenheden. 3. Wat is de massa van het totale aantal producten die je tijdens een dienst verwerkt? Schrijf je berekening op. 4. Noem 2 soorten mengsels die bij jouw op het bedrijf worden verwerkt. 5. Geef aan uit welke stoffen deze mengsels bestaan. Geef tevens aan of dit een gas, vloeistof of vaste stof is. Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 11

110 6. Wat zijn de eigenschappen van de mengsels (denk aan de begrippen: homogeen, moleculair, corpusculair etc.) 7. Maak een tabel van de niveaumeters (minimaal 3) die je tegenkomt in jouw installatie. Geef bij elke niveaumeter aan: waar deze meter zich in het proces bevindt; welk type meter wordt gebruikt; waarom dit type op deze plaats wordt gebruik; wat het meetgebied en de nauwkeurigheid van het meetinstrument is. Positie van niveaumeter Type Waarom dit type? Meetgebied Stoomketel Peilglas Hittebestendig 0-40 cm +/- 1 cm Nauwkeurigheid 12 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

111 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 3.1 Controleronde lopen Inleiding Als je op tijd afwijkingen signaleert en meldt, kun je vaak grotere problemen voorkomen. We gaan uit van een situatie waarbij de fabriek in normaal bedrijf is. Een productieproces moet periodiek worden gecontroleerd op afwijkingen en storingen. Dit gebeurt vaak door middel van een controleronde. Tijdens een controleronde worden (vaak met behulp van een checklist) de belangrijkste zaken gecontroleerd. Tijdens een controleronde wordt opgemerkt of er zaken anders dan normaal verlopen. Dit wordt gedaan door te: Zien Is het opgeruimd, zijn er gevaarlijke situaties, lekkages e.d. Horen: Klinkt de installatie anders dan anders? Ruiken: Is de geur in de fabriek anders dan anders, lekkages? Voelen: Temperatuur, zijn er trillingen? Aflezen: Proceswaarden. Je voert de opdracht goed uit als je afwijkingen en storingen (b.v. tijdens een controleronde) op tijd constateert en tijdig problemen signaleert. Je stelt vervolgens het proces bij of draagt andere oplossingen aan om afwijkingen te voorkomen of te verhelpen. Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 13

112 Ga als volgt te werk: Voer de praktijkopdrachten uit op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider. Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Bedieningsinstructies; Lijst voor controleronde; Standaard afwijkingen of verstoringen en oplossingen Voorbereiden van een controleronde a. Zoek de checklist op voor het uitvoeren van de controleronde. b. Kijk in het registratiesysteem welke afwijkingen/storingen tijdens een controleronde werden opgemerkt in de afgelopen maand c. Vul de tabel van frequent voorkomende afwijkingen of storingen van de afgelopen maand in. d. Waren er ook veiligheidsrisico s? Geef dit aan in de tabel. Apparaat Omschrijving afwijking/storing frequentie Veiligheidsrisico? 14 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

113 3.1.2 Controleronde lopen met een collega Loop samen met je collega/praktijkopleider een controleronde. a. Noteer de afwijkingen en storingen die je tegenkwam in de tabel. Dienst: Afwijking / Storing Melden aan: (Bedienings)handeling b. Noteer in de tabel aan wie de afwijking/storing is gemeld c. Welke (bedienings)handeling is uitgevoerd om de afwijking/storing op te lossen? Noteer het in de tabel Afwijkingen analyseren en bespreken Bespreek de controleronde met de praktijkopleider aan de hand van de onderstaande punten. Maak hiervan een kort samenvatting: Welke afwijkingen en hoe opgelost? Gehandeld volgens voorschriften bij oplossen afwijking/storing: waarom wel/niet? Oorzaak van de afwijking? Veilig gewerkt? Geregistreerd? Als er geen afwijkingen zijn geweest tijdens de uitvoering, kan de praktijkopleider vragen stellen over de eventuele afwijkingen en de manier waarop jij handelt. Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 15

114 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 3.2 Reageren op alarmen en beveiligingen (taaltaak) Inleiding In het productieproces is apparatuur opgenomen voor bewaking/signalering: deze geeft een waarschuwing bij het overschrijden van een bepaalde waarde (bijvoorbeeld druk, niveau en temperatuur). In de codering van dergelijke apparatuur zit de letter A (van alarm). De apparatuur grijpt hierbij niet in, maar waarschuwt alleen. Ook is apparatuur opgenomen die een gedeelte van het productieproces afschakelt wanneer een kritische grens is overschreden (bijvoorbeeld een breekplaat). Dit is apparatuur voor beveiliging. In de codering van dergelijke apparatuur zit vaak de letter Z. In veel bedrijven wordt dit een noodingreep of tripfunctie genoemd. Deze opdracht gaat over het juist handelen bij signalen van de apparatuur. Zoek in overleg met je praktijkopleider een (deel)proces uit waar je deze opdracht uit kan voeren. In dit (deel)proces moeten signaleringen en beveiligingen aanwezig zijn. Je voert de opdracht goed uit als je de juiste acties uitvoert bij het optreden van signaleringen. Je weet de waarden van de belangrijkste noodingrepen (tripfuncties) en bewaakt het proces zodanig dat deze niet optreden. Ook zorg je ervoor dat het reageren op signaleringen en beveiligingen op een veilige manier gebeurt, voor jezelf en voor anderen. 16 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

115 Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Procedures/voorschriften; Informatie over signalering en beveiligingen; Kwaliteitsprocedures over procesinstellingen; Productparameters Signaleringen benoemen Zet de gegevens in onderstaande tabel. a. Breng de belangrijkste 5 signaleringen van dit procesgedeelte in kaart. b. Gebruik hiervoor de onderstaande tabel. c. Zoek de juiste grenswaarden voor de signaleringen op. d. Noteer welke actie nodig is bij het optreden van de signalering. Signaleringen Tagnummer Grootheid Eenheid Grenswaarde Actie operator bij overschrijding Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 17

116 3.2.2 Beveiligingen in kaart brengen Zet de gegevens in de onderstaande tabel. a. Breng de belangrijkste 3 beveiligingen van dit procesgedeelte in kaart. b. Zoek hiervoor de juiste grenswaarden van de beveiliging op c. Geef aan wat er gebeurt als de beveiliging in werking treedt. (Voorbeeld: pomp valt uit of breekplaat gaat er uit e.d.) Zet de gegevens in onderstaande tabel. Beveiligingen Tagnummer Grootheid Eenheid Grenswaarde Noodingreep bij overschrijding Reageren op signaleringen en beveiligingen Bespreek de volgende vragen met de praktijkopleider of een collega. Noteer de antwoorden in ongeveer een half A4. a. Leg in je eigen woorden het verschil uit tussen een signalering en een beveiliging b. Welke actie is nodig bij het optreden van een signalering? Geef hiervan een uitgewerkt voorbeeld. c. Welke actie is nodig bij het optreden van een beveiliging? Geef hiervan een uitgewerkt voorbeeld Communicatie tussen operators Hoe verloopt de communicatie tussen de veldoperator (operator) en de paneloperator (controlekamer operator) bij het optreden van signaleringen en beveiligingen? Geef in stappen aan wie met wie communiceert en hoe dit gebeurt. Doe dit voor: De signaleringen uit opdracht De beveiligingen uit opdracht Maak een samenvatting van maximaal een half A4 van de werkwijze tussen veld- en paneloperator. 18 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

117 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 3.3 Milieubewust bewaken Inleiding Bij het bewaken van het procesverloop kun je ook milieuzaken tegenkomen. Bijvoorbeeld wanneer een pomp lekt waardoor schadelijke dampen vrijkomen. Ook kan het voorkomen dat een vloeistof door een lekke pakking weglekt in het rioolsysteem. Milieubelasting kan optreden door uitstoot naar de lucht, de bodem en het water. Hierop moet je als operator extra alert zijn, onder andere omdat het bedrijf ook milieumaatregelen goed moet nakomen. Je voert de opdracht goed uit als je kunt aangeven wat de afvalstromen zijn op jouw bedrijf, welke afvalstromen milieubelasting veroorzaken en hoe jij kunt bijdragen om dit te beperken. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 19

118 Bedrijfsbronnen Om de opdrachten goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Procedures / werkinstructies; Milieueisen / vergunningen; Productspecificaties; P&ID schema s; Theoriebronnen Blokschema uitbreiden Kies in overleg met je praktijkopleider een (deel)productieproces uit voor het uitvoeren van deze opdracht. Breid jouw blokschema van de procesbeschrijving van praktijkopdracht uit met uitgaande stromen (zie voorbeeld) richting milieu, zoals afvalwater, emissies naar de lucht en afval. Voorbeeldblokschema Bewerking 1 Bewerking 2 Bewerking 3 Rookgas naar lucht afval water naar riool afval Proceswater naar riool 20 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

119 3.3.2 Tabel van afvalstromen Vul de tabel in met ten minste drie afvalstoffen en vermeld per afvalstroom: Het milieurisico De hoeveelheid afval per dag De wijze van opslag en de verwerking Afvalstroom Risico Hoeveelheid per dag opslag verwerking Milieubelasting Vermeld ook of in jouw bedrijf na-zuivering wordt toegepast. Denk bij afvalstromen ook aan de afvalstromen bij het schoonmaken van installaties en aan afvoer van filters/pakkingen en afgewerkte olie. Noteer dit op maximaal een half A Afvalstromen aanwijzen en beperken Loop met je praktijkopleider of een collega door het proces en wijs de afvalstromen aan. Laat zien waar je de hoeveelheid kunt aflezen en wat er met deze afvalstromen gebeurt. Maak hiervan een kort samenvatting (max. een half A4). Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 21

120 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN In de beroepspraktijk (meestal op je werkplek) leer je vooral door te doen en ontwikkel je (beroeps)vaardigheden. Je leert bewust te werken en wordt een steeds betere operator. Het is belangrijk dat je ontdekt waar je sterktes liggen en welke vaardigheden je extra moet oefenen. Hieronder zie je een lijst met vaardigheden die je oefent/checkt op je werkplek. Ga als volgt te werk: Bedenk bij de onderstaande vaardigheden voor jezelf voorbeelden of situaties waaruit blijkt dat je deze vaardigheden beheerst of deels beheerst. Beschrijf die voorbeelden waaruit dit blijkt en de acties die je hebt genomen. Neem de tabel uit je Portfoliomap en beschrijf per vaardigheid minimaal 1 voorbeeld. Bewaar deze in je Portfoliomap en bespreek de voorbeelden met je praktijkopleider. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 3 Vaardigheden werkboek 3 bewaken procesverloop. Vaardigheden werkboek 3: bewaken procesverloop 1. Ik pas wettelijke en bedrijfsregels/procedures toe met betrekking tot veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. 2. Ik kan werken volgens de kwaliteitseisen en -normen van het bedrijf. 3. Ik kan relevante machines, gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. 4. Ik kan storingen herkennen en oplossen. 5. Ik kan relevante informatiebronnen raadplegen. 6. Ik kan technische informatie en werkinstructies opzoeken in digitale systemen en toepassingen. 22 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

121 PRAKTIJKTOETS De praktijktoets bestaat uit het uitvoeren van een werkopdracht en een beoordelingsgesprek voor heel werkboek 3. Tijdens het beoordelingsgesprek vul je in het Beoordelingsboek de beoordelingslijsten van Werkboek 3 in. Ga als volgt te werk: Laat de praktijkopleider in een werkopdracht de activiteiten beschrijven die je moet laten zien. Bepaal op welke werkplek/afdeling je de werkopdracht gaat uitvoeren. Voer de werkopdracht uit. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 4 Gedragscriteria bij praktijktoets. Toelichting uitvoeren werkopdracht werkboek 3 Gedurende maximaal 1 uur laat je in de fabriek of (gesimuleerde) praktijkruimte zien waar je als operator op moet letten tijdens het bewaken van het procesverloop. Bij het uitvoeren van de werkopdracht laat je de volgende activiteiten zien. Activiteiten operator 1. De voorschriften over het melden van storingen vinden en hier naar handelen. 2. De standaard procedures voor het oplossen van een storing uitvoeren. 3. De werkvoorschriften SOP (Standard Operations Procedures) hanteren 4. De productiegegevens aan de hand van de planning checken en hiervan vergelijkingen maken. 5. De waarden van de belangrijkste noodingrepen (tripfuncties) begrijpen. 6. Duidelijk, tijdig en volledig communiceren en handelt een probleem of actie administratief af. 7. Gegevens nauwkeurig en volgens voorschriften rapporteren(in systemen). 8. Volgens veiligheidsvoorschriften werken en PBM gebruiken. 9. De veiligheidsmaatregelen in acht nemen bij het oplossen van een (ver)storing. Werkwijze Tijdens het uitvoeren van de werkopdracht word je door de praktijkopleider geobserveerd. Hij stelt (eventueel) vragen of jij demonstreert en vertelt wat je weet over het proces. Spreek van te voren de werkwijze af of je tijdens of na de observatie de vragen beantwoordt. Na de uitvoering van de werkopdracht beoordeelt de praktijkopleider je op de volgende gedragscriteria. Indien je deze criteria niet kon laten zien, zal hij je hier tijdens het beoordelingsgesprek vragen over stellen. Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 23

122 Gedrag bij praktijktoets werkboek 3 1. Ik roep bij problemen op tijd de hulp in van collega s en of leidinggevenden. 2. Ik stem mijn acties af en informeer collega s. 3. Ik registreer en rapporteer gegevens nauwkeurig en volledig. 4. Ik stel tijdig onveilige situaties, afwijkingen en storingen aan apparatuur of binnen het productieproces vast. 5. Ik ben kritisch op mijn eigen werk. 6. Ik werk aan de hand van gestelde normen en eisen. 7. Ik laat zien dat ik volgens instructies, procedures en voorschriften op het gebied van milieu, ARBO en veiligheid werk. 8. Ik constateer veranderingen in het proces en neem passende maatregelen. Beoordelingsgesprek werkboek 3 Na afloop van het uitvoeren van de Werkopdracht voer je met je praktijkopleider het beoordelingsgesprek van ongeveer 1 uur. In het gesprek worden de volgende onderdelen besproken: De uitvoering van de werkopdracht en vragen over de gedragscriteria die je niet kon laten zien tijdens het uitvoeren de werkopdracht. De resultaten van de 3 praktijkopdrachten. De resultaten van de zelfcheck: de ontwikkeling van vaardigheden voor Werkboek 3 en je situaties/voorbeelden. Het gesprek wordt afgerond door het invullen van de definitieve beoordeling in het beoordelingsboek op de lijsten: BL 2, BL 3 en BL 4 en het invullen van de leerafspraken voor dit werkboek: Leerpunten Feedback Afspraken. 24 Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop

123 CONSORTIUM WERKEND LEREN IN DE PROCESTECHNIEK Het Consortium Werkend leren in de Procestechniek (WLP) is een samenwerkingsverband van 14 ROC s (Regionale Opleidings Centra) en vele procestechnische bedrijven in heel Nederland. Samen bieden zij de beroepsgerichte WLP-opleidingen voor operators aan (mbo-niveau 1-4). Blijf op de hoogte en volg ons op Facebook Procesoperator B Werkboek 3 Bewaken procesverloop 25

124 Meer weten?

125 WERKBOEK 4 UITVOEREN KWALITEITSCONTROLES PROCESOPERATOR B NIVEAU 3 Artikelnummer: NPO.W Crebonummer: Procesoperator B Uitgifte: juli 2016 LEERJAAR 1

126 2016 alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige ander manier, zonder voorafgaande toestemming van de stuurgroep Werkend Leren in de Procestechniek. Deze uitgave komt mede tot stand met medewerking van Magneet + Romer Communicatie Centrum (

127 INHOUD INLEIDING 1 Wat ga je leren? 1 Hoe leer je? 2 URENTABEL & PLANNING 3 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN 4 Voorbeeldfabriek: produceren van reinigingsmiddelen 4 Werkzaamheden m.b.t. kwaliteitscontroles 6 THEORIEBRONNEN 8 PRAKTIJKCHECKS 9 PC 4.1 Kwaliteitszorg 9 PC 4.2 Volume, druk en niveau 10 PC 4.3 Gegevens opzoeken en uitleggen 10 PRAKTIJKOPDRACHTEN 11 PO 4.1 Kwaliteitscontroles uitvoeren (taaltaak & Engels) 11 PO 4.2 Registreren en beoordelen 17 PO 4.3 Actie ondernemen n.a.v. afwijkingen 20 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN 23 PRAKTIJKTOETS 24 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

128 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

129 INLEIDING Wat ga je leren? Tijdens de uitvoering van werkboek 4 leer je hoe je de kwaliteitscontroles uitvoert. Dit betekent dat je na afronding van dit werkboek de volgende doelstellingen hebt behaald. Je kunt laten zien dat: je tijdens het uitvoeren van kwaliteitscontroles jouw collega s en leidinggevende erbij betrekt en raadpleegt; je jouw acties afstemt met jouw collega s en leidinggevende; je gegevens met betrekking tot de kwaliteitscontroles nauwkeurig en volledig registreert en rapporteert; je monsters op een bedreven en accurate manier neemt. Dik werkboek is gebaseerd op werkproces: Voert kwaliteitscontroles uit aan proces en/of product (B1-K1-W4). Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 1

130 Hoe leer je? Je doorloopt het hele werkboek en stelt zelf je planning met behulp van de benodigde uren per onderdeel vast. Je leert op school, op je werkplek, thuis of op andere momenten. In het werkboek staan zowel de praktijk- als theorieonderdelen. In de leerwijzer staat beschreven hoe je het beste leert en waarop je wordt beoordeeld. Een korte toelichting op het werkboek. Voorbeeldfabriek Hier wordt beschreven welke werkzaamheden vanuit het bedienen apparatuur kunnen voorkomen en kun je een beeld vormen hoe je daarna de praktijkopdrachten kunt uitvoeren. Theoriebronnen Dit is een overzicht van de theorielessen die je bestudeert voor de kennistoets. Praktijkchecks Dit zijn vragen waarbij je checkt hoe je de theorie in de praktijk toepast. Je levert de antwoorden bij de docent in. Praktijkopdrachten Dit zijn opdrachten die je in de praktijk uitvoert. Lees de opdrachten goed door en lever de uitwerking van de opdrachten direct na afronding in bij de praktijkopleider. De praktijkopdrachten voer je op verschillende manieren uit, zie de plaatjes bij elke opdracht en de uitleg in de Leerwijzer. Info opzoeken Doen Bespreken Taaltaken (optioneel) Bij sommige opdrachten hoort een taaltaak. Neem hiervoor die opdracht uit het Taaltakenboek om te maken. Deze opdracht is een praktijkopdracht uitgebreid met taalopdrachten. Engelstalige opdrachten In sommige opdrachten zit een Engelstalige opdracht. Werk deze uit zoals omschreven. Je levert de antwoorden bij de docent in. Vaardigheden ontwikkelen Door bewust te werken leer je op de werkplek en ontwikkel je de beroepsvaardigheden die nodig zijn voor de operator. Je geeft situaties aan waaruit blijkt dat je die vaardigheden ontwikkelt. Praktijktoets De praktijktoets bestaat uit een: Werkopdracht: je laat op de werkvloer aan je praktijkopleider zien hoe je de werkzaamheden van dit werkboek uitvoert. Beoordelingsgesprek: je bespreekt met de praktijkopleider de resultaten van de praktijkopdrachten, de uitvoering van de werkopdracht en je ontwikkeling van de vaardigheden. Beoordelingsboek Het beoordelingsboek is een apart boek dat in je Portfoliomap zit. In dit boek zitten 4 beoordelingslijsten voor de verschillende onderdelen van het werkboek. Na het uitvoeren van de opdrachten van het werkboek beoordeel je jezelf. Tijdens het beoordelingsgesprek word je ook beoordeeld door de praktijkopleider. Je vult gezamenlijk de definitieve beoordeling van het werkboek en de leerafspraken in. 2 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

131 URENTABEL & PLANNING In de tabel zie je het aantal StudieBelastingsUren (SBU s) dat nodig is voor elk onderdeel. Dit zijn richtlijnen/gemiddelden; door je (werk)ervaring kun je soms meer of juist minder tijd nodig hebben voor de theorie of de praktijk. Ga als volgt te werk: Vul het schema in met een datum voor gepland en ingeleverd/afgerond. Vraag vooraf aan de docent wanneer de kennistoets plaatsvindt. Plan met je praktijkopleider de praktijktoets en aansluitend het beoordelingsgesprek. Planning onderdelen werkboek SBU s Planning Planning maken/checken 2 Voorbeeldfabriek lezen, jezelf vragen stellen 2 Theorie Theoriebronnen bestuderen/vragen maken 54 (school/thuis, gemiddeld 3 uur per les) Praktijkchecks (PC s) PC 4.1 Kwaliteitszorg 2 PC 4.2 Volume, druk en niveau 2 PC 4.3 Gegevens opzoeken en uitleggen 2 Praktijk (PO s) PO 4.1 Kwaliteitscontroles uitvoeren met 6 voorschriften PO 4.2 Registreren en beoordelen 6 PO 4.3 Actie ondernemen op basis van afwijkingen 6 Toetsen en beoordelen kennistoets maken 1½ praktijktoets plannen/voorbereiden Werkopdracht uitvoeren 1 Beoordelingsgesprek voeren 1 Beoordelingslijsten invullen ½ subtotaal SBU s werkboek 2 86 Leren op de werkplek Vaardigheden ontwikkelen 100 Zelfstudie (onbegeleid) & Werkend leren 125 subtotaal leren op de werkplek 225 Datum gepland Ingeleverd/ afgerond Generieke onderdelen en Engels* Nederlands - rekenen - L&B - Engels 9* totaal SBU s (8 weken) 320 *Gemiddeld aantal uren Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 3

132 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN In dit voorbeeld lees je wat kwaliteitscontrole van het proces betekent in een voorbeeldfabriek. In de voorbeeldfabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Eerst lees je globaal de werking van de fabriek. Daarna lees je hoe een operator in deze fabriek werkzaamheden verricht om het procesverloop te controleren en te bewaken. Deze voorbeeldfabriek gaat over een batchproces. Meer beschrijvingen van voorbeeldfabrieken vind je in het boek Voorbeeldprocessen in de werkmap van leerjaar 1. Hierin staan naast het batchproces nog andere voorbeeldprocessen beschreven zoals: het extruderen van PVC buis (mechanisch proces) een waterzuivering (continu proces). Door de beschrijving van de voorbeeldfabriek goed door te lezen zal je beter in staat zijn om de praktijkopdrachten bij dit werkboek uit te werken Voorbeeldfabriek: produceren van reinigingsmiddelen In deze fabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Het bedrijf maakt uit ca. 80 verschillende grondstoffen ca. 50 verschillende reinigingsmiddelen. Het betreft kleine batches van ca. 5 m 3. In het bedrijf staan 5 mengketels waarin de producten worden geproduceerd. De afbeelding hieronder geeft een indruk van één ketel. zuur oplosmiddel demiwater FQ FQ koelwater koelwater FQ M stoom afzuiging poeders afzuiging condensaat uit magazijn verpakken naar magazijn 4 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

133 Grondstoffen De grondstoffen die in grote volumes nodig zijn worden per pijpleiding in de ketel gebracht. Dit zijn demiwater, zoutzuur en oplosmiddel. De voorraad van deze grondstoffen is in grote voorraadtanks opgeslagen. De grondstoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden opgeslagen in het magazijn. Met een heftruck wordt steeds een pallet met de juiste grondstoffen uit het magazijn opgehaald, de juiste hoeveelheid vloeistof in de ketel gepompt en het pallet met de rest grondstoffen weer terug in het magazijn geplaatst. Sommige grondstoffen worden in poedervorm aangeleverd. Ketels De ketels hebben een inhoud van ca. 5 m 3. In de ketel is een roerwerk aangebracht om de inhoud goed te kunnen mengen. Er is een verwarmingsmantel waarmee door middel van stoom de inhoud van de ketel op de gewenste temperatuur kan worden gebracht. Ook heeft de ketel een koelmantel waarmee met koelwater de inhoud van de ketel kan worden gekoeld. Recept Voor elk te produceren reinigingsmiddel is een recept beschikbaar waarop de soort en de hoeveelheid van elke grondstof vermeld staat. Ook staat hierop de goede werkwijze en de juiste volgorde van het toevoeren van de grondstoffen. Op het recept staan ook de gevaarlijke eigenschappen van de stoffen en de te gebruiken PBM s. Het afmeten van de grondstoffen uit de pijpleidingen gebeurt met afslagtellers. De tellers kunnen worden ingesteld op de benodigde hoeveelheid. Na het bereiken van de gewenste hoeveelheid wordt de leiding automatisch gesloten. De vloeistoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden in 200 liter-drums aangevoerd. De vloeistoffen worden met een vatenpomp uit de 200 liter-drums in de ketel gepompt. De juiste hoeveelheid wordt bepaald door het vat op een weegschaal te plaatsen. Voor de overige grondstoffen geldt steeds dezelfde werkwijze. De poedervormige grondstoffen worden door het mangat in de ketel gestort. Door te mengen en te verwarmen worden de grondstoffen omgezet in het eindproduct. Monstername Wanneer het mengen klaar is wordt een monster van de inhoud genomen. Dit monster wordt onderzocht op de juiste samenstelling. Wanneer dit monster niet goed is wordt er bepaald welke toevoegingen nodig zijn om het product alsnog "op spec" te krijgen. Als het monster goed is, kan het product worden verpakt. Verpakken Het product wordt m.b.v. een aftapunit semiautomatisch in jerrycans afgevuld. De operator zorgt voor aanvoer van lege jerrycans. De unit vult elke jerrycan tot het juiste volume, schuift deze door en vult de volgende enz. De operator draait de doppen op de gevulde jerrycans en zet deze op een palet. Op elke jerrycan komt een sticker met een streepjescode. Opslag eindproduct De pallets met gevulde jerrycans worden met een heftruck naar het magazijn gereden en op de juiste locatie gezet. Wanneer de order compleet is, kan deze worden verstuurd naar de klant. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 5

134 Werkzaamheden m.b.t. kwaliteitscontroles Om ervoor te zorgen dat producten worden gemaakt met de juiste specificaties worden kwaliteitscontroles uitgevoerd van de grondstoffen, tussenproducten en het eindproduct. 1. Monstername 2. Registreren kwaliteitgegevens 3. Actie nemen bij afwijken kwaliteit De operator in deze fabriek neemt monsters van het zuur, oplosmiddel, tussenproducten en eindproducten. De monsters neemt hij volgens de voorschriften van het bedrijf. De registratie van de kwaliteitgegevens gegevens gebeurt door het laboratorium. Bij afwijking van het monster neemt hij de juiste actie. 1. Monstername Zuur en oplosmiddel De grondstoffen zuur en oplosmiddel worden met een tankauto aangevoerd en opgeslagen in voorraadtanks. Vóór het lossen van de tankauto wordt een monster genomen. Het monster wordt genomen door het mangat bovenin de tankauto. Er wordt een staaf met aan het uiteinde een monsterflesje in de tankwagen gebracht. Het voorschrift is om de onderkant van de staaf (met het monsterflesje) in een zo kort mogelijke tijd tot ongeveer het midden van de tankauto te steken waarna het flesje zich kan vullen. Op deze manier wordt een monster genomen van het midden van de tank. Bij het nemen van het monster worden de juiste PBM gebruikt. Het monster wordt vervolgens naar het laboratorium gebracht waar het wordt onderzocht door de laborant. Wanneer het monster is goedgekeurd kan de tankwagen worden gelost in de voorraadtank. Wanneer het monster wordt afgekeurd, wordt een nieuw monster genomen. Wordt ook dit monster afgekeurd, dan wordt de grondstof niet gelost. Demiwater Demiwater wordt in de fabriek gemaakt uit drinkwater. Het demiwater wordt door ionenwisselaars geleid, waardoor de mineralen worden verwijderd. De kwaliteit wordt gecontroleerd door de geleidbaarheid. De geleidbaarheid wordt door middel van een continumeting gemeten, hiervoor is dus geen monstername nodig. Vloeistoffen in 200 l drums en vaste stoffen De meeste vloeistoffen die worden aangevoerd in 200 l drums en vaste stoffen in zakken zijn voorzien van een certificaat van de leverancier. Dit betekent dat de fabrikant de kwaliteitscontrole heeft uitgevoerd en garant staat voor de juiste kwaliteit. Van deze vloeistoffen wordt door de operator geen monster meer genomen. Tussenproduct Bij sommige producten moet er, na het toevoeren van grondstoffen, een tussenmonster worden genomen van de inhoud in de ketel. De hoeveelheid van de hierna toe te voeren grondstof hangt af van het genomen monster. Voorschriften voor het nemen van een monster uit de ketel zijn: 6 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

135 de juiste PBM gebruiken roerwerk aan (de inhoud moet goed gemengd zijn) de eerste 0,5 liter die uit de monsterleiding loopt apart opvangen en terug in de ketel brengen het monster opvangen in een schoon monsterpotje het monsterpotje voorzien van een volledig ingevuld label en binnen 1 uur naar het laboratorium brengen voor onderzoek Eindproduct Van het eindproduct wordt in de ketel een monster genomen. Dit gebeurt op dezelfde wijze als het nemen van een monster van het tussenproduct. Het monster wordt door het laboratorium onderzocht. Wanneer het monster goed is mag het product in de ketel worden afgevuld in jerrycans. Wanneer het monster niet goed is, berekent het laboratorium welke hoeveelheden van welke stoffen moet worden toegevoerd om de inhoud op spec te krijgen. Na mengen wordt opnieuw een monster genomen. 2. Registreren kwaliteit gegevens De registratie van de kwaliteitgegevens wordt door het laboratorium gedaan. De gegevens worden door de laborant ingevoerd in een computer. De gegevens worden automatisch zichtbaar gemaakt op de procescomputer in de controlekamer. 3. Actie nemen bij afwijking Wanneer het monster niet goed is neemt de operator actie. Bij de grondstoffen die in tankauto s worden aangevoerd wordt de tankauto niet gelost en wordt de shiftmanager geïnformeerd. Bij afwijking van het eindproduct moet er volgens berekening van het laboratorium worden bijgemengd totdat het monster goed is. Pas dan kan worden afgevuld. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 7

136 THEORIEBRONNEN Hierbij het overzicht van de theorielessen van Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles met de vakinhoud waar de les betrekking op heeft en de link naar de praktijkcheck. Ga als volgt te werk: Bestudeer de theorie thuis en op school en stel vragen bij onduidelijkheid. Maak de lestoetsvragen en praktijkchecks om de theorie beter te begrijpen. Voor een les heb je gemiddeld 3 uur nodig, inclusief het maken van de lestoetsen. Rond de theorie af met de kennistoets, maak eventueel eerst de proeftoets. Nr. Titel Code Vakinhoud PC s 1 Geluid vmk-2/3-20 VH 2 Kwaliteitszorg vmk-2/3-22po 3 De gaswetten na-2/3-14 NK 4 Gassen en dampen na-2/3-15 NK KZ Vloeistofdrukken na-2/3-16 NK Vloeistofkrachten na-2/3-17 NK Kwaliteitsmetingen pb-2/3-04po PB Monstername pb-2/3-05/po PB Statistical process control (SPC) pb-3-32 PB Kwaliteitsbeheersing pb-3-33 PB Tabellen en grafieken wi-2/3-02 KZ Omtrek, oppervlakte en inhoud van eenv. figuren wi-2/3-10 KZ Gegevens verzamelen wi-2/3-14 KZ Gegevens weergeven wi-2/3-15 KZ Statistische begrippen wi-3-24 KZ Statistische regelkaart wi-3-25 KZ Normale verdeling wi-3-26 KZ Debietmetingen WLPe-PB-04 PB Uitleg Code Vakinhouden Voorbeeld: pt-2/3-04: Pt = procestechniek 2/3 = niveau 2 en 3 04 = 4e leskern van procesbeheersing WLPe = E-learningmodule PT PB WK NK SK SS Procestechniek Procesbeheersing Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Soft skills VH LO MT KZ OH PH Veiligheid Logistiek Milieutechniek Kwaliteitszorg Onderhoud Pneumatiek/Hydrauliek 8 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

137 PRAKTIJKCHECKS De praktijkchecks zijn vragen/opdrachten waarbij je leert hoe je de theorie in de praktijk toepast en kunt gebruiken. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkchecks met behulp van de theoriebronnen. Lever de uitwerking in bij de docent en bespreek de uitwerking met de docent. De docent beoordeelt jouw werk op de: Beoordelingslijst BL 1 Resultaten praktijkchecks PC 4.1 Kwaliteitszorg Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Kwaliteitszorg Kwaliteitsmetingen Monstername Statistical process control (SPC) Kwaliteitsbeheersing Tabellen en grafieken Elke bedrijf heeft klanten. Dit kunnen zowel interne als externe klanten zijn. 1. Wie zijn de interne en externe klanten van jouw afdeling? Voortdurend wordt er gecontroleerd of het proces volgens de specificaties verloopt. 2. Welke kwaliteitsmetingen en kwaliteitscontroles voer je uit tijdens je werkzaamheden? 3. Bij welke van deze metingen is er sprake van continue controle en bij welke steekproefsgewijze controle? 4. Welke middelen worden gebruikt om deze kwaliteitscontroles uit te voeren? Denk hierbij aan hulpmiddelen en apparatuur. 5. Ga na wat de fout is van deze meetapparatuur. Leg uit hoe heb je dit bepaald? 6. Noem 2 toevallige fouten en 2 systematische fouten die op jouw afdeling wel eens gemaakt worden bij het uitvoeren van een kwaliteitscontrole. 7. Meetgegevens kun je presenteren in tabellen en of grafieken. Hoe worden de meetgegevens bij de productielijn gepresenteerd? Geef van één een voorbeeld en licht dit toe. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 9

138 PC 4.2 Volume, druk en niveau Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Vloeistofdrukken Vloeistofkrachten Omtrek, oppervlakte en inhoud van eenvoudige figuren 1. Beschrijf een tank/silo uit de installatie die gevuld is met een vloeistof en voorzien is van een drukmeter. 2. Maak een schets van een cilindervormige voorraadtank op de afdeling. Neem de maten (diameter en de hoogte) in deze schets op. 3. Bereken hiermee de inhoud van de tank. Geef je antwoord in liter en m Bereken het oppervlak van de buitenzijde van deze tank. Geef je antwoord in m Zoek de dichtheid van de vloeistof in de tank op. Noteer deze in kg/m 3. Gebruik hierbij het tabellenboek, bedrijfsdocumenten of het internet. 6. Wat is de druk in de tank? 7. Bereken de hoogte van het vloeistofniveau in de tank met behulp van de dichtheid en druk in de tank. 8. Bereken de kracht die de vloeistof zal uitoefenen op een afsluiter onderaan de tank. Maak hiervoor een schatting van oppervlakte van de afsluiter waar druk op wordt uitgeoefend. PC 4.3 Gegevens opzoeken en uitleggen Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Gegevens verzamelen Gegevens weergeven Statistische begrippen Statistische regelkaart Normale verdeling Om de kwaliteit van het product te kunnen controleren worden in het productieproces meetgegevens vastgelegd. Dit kunnen procesparameters zijn, vulgewichten, afkeur etc. 1. Beschrijf 3 voorbeelden van meetgegevens die worden vastgelegd die belangrijk zijn om de kwaliteit van het product te kunnen waarborgen. Leg hierbij uit waarom deze gegevens belangrijk zijn. 2. Verzamel de data van één van bovengenoemde voorbeelden van de afgelopen periode. Zorg dat dit minimaal 10 metingen zijn. 3. Bereken van deze data het gemiddelde en de standaarddeviatie. 10 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

139 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 4.1 Kwaliteitscontroles uitvoeren (taaltaak & Engels) Inleiding In deze opdracht leer je hoe je kwaliteitscontroles uitvoert. Je maakt hierbij gebruik van de productspecificaties van grondstoffen, tussenproducten en/of het eindproduct. Je handelt volgens de geldende voorschriften. Je voert de opdracht goed uit als je controles, steekproeven en/of monsters op de juiste wijze kunt afnemen volgens de richtlijnen van het bedrijf. Ga als volgt te werk: Voer de praktijkopdrachten uit op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider. Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 11

140 Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Kwaliteitsprocedures en -voorschriften Informatie betreffende het uitvoeren van kwaliteitscontroles Productinformatie en productspecificaties: informatie over de eigenschappen van grond stoffen, hulpstoffen of het eindproduct die voor het productieproces wordt gebruikt Kies voor deze opdracht in overleg met je praktijkopleider een deel van het productieproces uit. In dit deel van het productieproces ga je diverse kwaliteitscontroles aan het product onderzoeken en uitvoeren Documenten onderzoeken voor controles Om te weten wanneer je welke controles aan producten moet uitvoeren heb je richtlijnen nodig. Ga hierbij als volgt te werk: a. Zoek de documenten/voorschriften op die je nodig hebt voor de controles (steekproeven of monsters) van grondstoffen of (tussen)producten. b. Lees de documenten goed door en stel vragen/opmerkingen bij onduidelijkheden. c. Vul aan de hand van deze documenten de tabel hieronder in. Beschrijf de soort controles of visuele inspectie op het product en het moment waarop deze controles plaats vinden d. Beschrijf kort (kwart A4) waarom het belangrijk is productcontroles uit te voeren. Denk hierbij ook aan de klant! * Deze tabel zal in de volgende praktijkopdrachten worden uitgebreid. Maak het (indien mogelijk) digitaal. Soort controles (of visuele inspectie) Frequentie Monstername Om representatieve monsters te nemen moet je deze volgens de juiste manier afnemen. Maak een lijst van de monsternamepunten. Vul aan de hand van de vragen onderstaande tabel in. a. Noteer het nummer en de plaats waar het monster moet worden genomen. 12 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

141 b. Noteer het soort monster (bv. ph, dichtheid, samenstelling, geleidbaarheid e.d.) c. Geef aan hoe vaak de monsters moeten worden genomen (kolom frequentie) bv. dagelijks, wekelijks, maandelijks e.d. d. Noteer de hoeveelheid per monster. Monstername Nummer Plaats Soort monster Frequentie Hoeveelheid e. Geef een beschrijving van de werkwijze voor het nemen van monsters. f. Beschrijf hoe de afhandeling van de monsters gebeurt: Welke afdeling analyseert het monster? Wanneer is het resultaat bekend? Hoe wordt het resultaat bekend gemaakt aan de operator? Praktijkopleider observeren bij de monstername a. Observeer je praktijkopleider of (ervaren) collega die een monster neemt. Hoe gaat het in zijn werk? Wat is de volgorde van zijn werkzaamheden Welke veiligheidsmaatregelen neemt hij. Welke registraties voert hij uit. b. Maak van de observatie een kort samenvatting (half A4) Zelf controles uitvoeren Je gaat nu zelf een kwaliteitscontrole aan een grondstof, tussen- of eindproduct uitvoeren. Kies een controle (steekproef of monster afnemen) uit het schema dat je maakte bij vraag Laat je praktijkopleider jouw handelswijze observeren en beoordelen. a. Lees de instructie door die je nodig hebt om de kwaliteitscontrole uit te voeren. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 13

142 b. Voer de controle uit volgens de richtlijnen. Houd rekening met de volgende aandachtspunten: werk nauwkeurig en planmatig; neem een monster volgens voorschriften: verwerk de gegevens van de monstername volgens de juiste (veiligheid)procedures. c. Noteer kort (kwart A4) hoe de controle verliep Controles bespreken Bespreek je ervaringen van opdracht en na met je praktijkopleider. a. Vraag aan de operator of praktijkopleider om feedback: wat ging goed, wat kon beter? b. Wat heb je geleerd van het observeren van je ervaren collega en je eigen uitvoering? c. Is de uitvoering van je eigen controle volgens de procedures en veiligheidsvoorschriften verlopen? Zo niet, wat heb je anders gedaan? d. Is de controle goed verlopen of waren er problemen? Moest er nog een actie ondernomen worden? Zo ja welke? e. Heb je de resultaten van de controle vastgelegd in documenten of computer? f. Maak van de vragen hierboven een samenvatting van 1 A4, waarbij je de belangrijkste punten samenvat die tijdens het gesprek aan bod kwamen. 14 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

143 4.1.6 English: Understanding an MSDS MSDS is short for Material Safety Data Sheet. On an MSDS you can read about specifications and hazards of a certain product. On an MSDS you can also read about precautions you should take before you start working with the product and what you should do when you are exposed to it. Have a look at the MSDS for Acetone and translate the yellow highlighted words. (page..) You are allowed to use a dictionary. MSDS is de afkorting van Material Safety Data Sheet ( Veiligheidsinformatieblad ) Op een MSDS kun je lezen over de specificaties en gevaren van een bepaald product. Op een MSDS kun je ook lezen welke voorzorgsmaatregelen je moet nemen voor je met het product gaat werken en wat je moet doen als je er aan bent blootgesteld. Kijk eens naar het MSDS voor Aceton en vertaal de geel gearceerde woorden. Je mag hierbij een woordenboek gebruiken. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 15

144 Acetone Material Safety Data Sheet (MSDS) Section 8: Exposure Controls/Personal Protection English Dutch Engineering Controls: Provide exhaust ventilation or other engineering controls to keep the airborne concentrations of vapors below their respective threshold limit value. Ensure that eyewash stations and safety showers are proximal to the work-station location. Personal Protection: Splash goggles. Lab coat. Vapor respirator. Be sure to use an approved/certified respirator or equivalent. Gloves. Personal Protection in Case of a Large Spill: Splash goggles. Full suit. Vapor respirator. Boots. Gloves. A self-contained breathing apparatus should be used to avoid inhalation of the product. Suggested protective clothing might not be sufficient; consult a specialist BEFORE handling this product. Exposure Limits*: TWA: 500 STEL: 750 (ppm) from ACGIH (TLV) [United States] TWA: 750 STEL: 1000 (ppm) from OSHA (PEL) [United States] TWA: 500 STEL: 1000 (ppm) [Austr alia] TWA: 750 STEL: 1500 (ppm) [United Kingdom (UK)] Consult local authorities for acceptable exposure limits * TWA = Time-Weighted Average; STEL = Short Term Exposure Limit 16 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

145 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 4.2 Registreren en beoordelen Inleiding In deze opdracht leer je hoe je de gemeten waarden en eventuele afwijkingen aan een product vastlegt, begrijpt en beoordeelt. Het is belangrijk deze zaken nauwkeurig vast te leggen om fouten te voorkomen. Je doet het goed als je de controles volgens de voorschriften van het bedrijf registreert en de waarden van de controles juist weet te beoordelen. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 17

146 Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Informatiesystemen (papier of computer) Registratiesystemen (papier of computer) Voorschriften voor registratie Kwaliteitsgegevens vastleggen De kwaliteit aan producten wordt voortdurend gemeten en ze moet worden geregistreerd. De kwaliteitsgegevens worden vastgelegd in verschillende systemen. a. Leg uit welke systemen je gebruikt voor kwaliteitsmetingen en hoe jij die informatie kunt opzoeken of kunt invoeren. b. Hoe worden de kwaliteitsgegevens vastgelegd? Zoek dit op via documentatie of vraag het aan een ervaren operator. Voeg eventueel een voorbeeld toe. c. Geef bij elke meting aan hoe je de resultaten van je meting registreert. d. Geef ook aan of er met deze gegevens iets wordt ondernomen. Zo ja wat, hoe en wanneer? e. Welk doel heeft het registreren van kwaliteitsgegevens? Zelf gegevens registeren Kies in overleg met je praktijkopleider een product uit. Ga na of het product voldoet aan de gestelde kwaliteit en registreer de zaken op de juiste wijze: nauwkeurig en zorgvuldig. Kies bij voorkeur een andere controle dan bij opdracht 3 uit Praktijkopdracht 1. a. Controleer (meet, check) een product onder begeleiding van een ervaren operator. b. Houd tien metingen bij en zet deze in een grafiek. c. Beoordeel de meetresultaten: voldoet het product aan de specificaties? d. Wat zijn de specificaties van het product en waar zijn die vastgelegd? e. Zijn er afwijkingen van de specificaties? Maak een lijst met specificaties en afwijkingen. f. Kun je het registreren en beoordelen zelfstandig? Wat ging wel/niet goed? 18 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

147 4.2.3 Registraties/beoordelingen nabespreken Bespreek opdracht en na met je praktijkopleider. a. Leg het schema dat je aangevuld hebt uit aan je praktijkopleider. b. Maak een print-out of een kopie van het formulier waarop je de meetgegevens van opdracht 2 hebt geregistreerd en beoordeeld. c. Leg aan je praktijkopleider uit welke informatie op dit formulier te lezen is en waarom dit belangrijk is. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 19

148 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 4.3 Actie ondernemen n.a.v. afwijkingen Inleiding Je bent aan het meten, vastleggen, beoordelen. Soms constateer je daarbij een afwijking: een grote of een kleine productafwijking. Wat ga je doen: zelf oplossen of anderen raadplegen? Die vraag staat centraal in deze praktijkopdracht. Ook onderzoek je hoe je de meetapparatuur op de goede manier gebruikt. Je voert deze opdracht goed uit als je tijdig en op de goede manier actie onderneemt bij een geconstateerde afwijking. Ook moet je weten wat je als operator zelf doet en wat samen. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. 20 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

149 Bedrijfsbronnen Om de opdrachten goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Werkvoorschriften Procedures Afwijkingen onderzoeken/noteren Als het product niet aan de eisen voldoet, moet je als operator ingrijpen. a. Informeer bij een ervaren operator, kwaliteitsdienst en/of laboratorium naar drie praktijksituaties die zijn voorgevallen waarbij het product niet aan de gewenste kwaliteitsspecificaties voldeed. Noteer product, datum en afwijking. b. Bij praktijkopdracht 4.1 heb je een schema gemaakt van controles aan het product. Zoek in de voorschriften op wat je moet doen met de gevonden waarden als je afwijkingen constateert. Breid de tabel van praktijkopdracht uit met een kolom waarin je noteert welke actie je bij afwijkingen op de controlepunten moet nemen. c. Wie informeer je over afwijkingen en waarom? d. Geef aan wanneer je zelf mag ingrijpen en wanneer je om hulp vraagt Oorzaken afwijkingen onderzoeken Soms is het noodzakelijk een afwijking nader te onderzoeken. Je hebt nu geleerd wat je moet doen bij een afwijking en wie je informeert. Soms wil het bedrijf of de afdeling of je leidinggevende weten wat de oorzaak is van verschillende afwijkingen. a. Hoe ontstaan afwijkingen en hoe zijn ze eventueel te voorkomen? b. Beschrijf in onderstaande tabel drie zeer uiteenlopende afwijkingen. c. Geef de oorzaak aan (of combinaties van oorzaken) en hoe je de afwijking kunt voorkomen. Soort afwijking Oorzaak ACTIE Hoe te voorkomen? Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 21

150 4.3.3 Onderzoek meetapparatuur Als je controles uitvoert, maak je in een aantal gevallen gebruik van meetmiddelen. Op de afdeling eindcontrole of op jouw eigen werkplek ga je om met diverse meetapparatuur. Het is belangrijk dat je deze apparatuur juist gebruikt en er zorgvuldig mee omgaat. Voor deze opdracht vul je de tabel in door antwoord te geven op de volgende vragen: a. Draai de zaken eens om: maak een top vijf van fouten die je kunt maken bij het gebruik van de meetapparatuur bij kwaliteitscontroles en geef daarbij aan wat de mogelijke oorzaak hiervan is. b. Hoe zorg je ervoor dat deze fouten tot een minimum worden beperkt? Meetapparatuur: Gebruikersfout Oorzaak Voorkomen Werking apparatuur uitleggen Leg nu aan een ervaren collega of je praktijkopleider de werking uit van de meetapparatuur die bij jou wordt gebruikt. Als je niet precies weet hoe de apparatuur werkt, kun je het opzoeken in de bedieningsvoorschriften over de apparatuur. Vertel naast de werking van het apparaat ook hoe je fouten tijdens het meten kunt voorkomen of waar je op moet letten. Schrijf de belangrijkste punten op die tijdens het gesprek aan bod kwamen in maximaal een half A4. 22 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

151 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN In de beroepspraktijk (meestal op je werkplek) leer je vooral door te doen en ontwikkel je (beroeps)vaardigheden. Je leert bewust te werken en wordt een steeds betere operator. Het is belangrijk dat je ontdekt waar je sterktes liggen en welke vaardigheden je extra moet oefenen. Hieronder zie je een lijst met vaardigheden die je oefent/checkt op je werkplek. Ga als volgt te werk: Bedenk bij de onderstaande vaardigheden voor jezelf voorbeelden of situaties waaruit blijkt dat je deze vaardigheden beheerst of deels beheerst. Beschrijf die voorbeelden waaruit dit blijkt en de acties die je hebt genomen. Neem de tabel uit je Portfoliomap en beschrijf per vaardigheid minimaal 1 voorbeeld. Bewaar deze in je Portfoliomap en bespreek de voorbeelden met je praktijkopleider. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 3 Vaardigheden werkboek 4 uitvoeren kwaliteitscontroles. Vaardigheden werkboek 4: uitvoeren kwaliteitscontroles 1. Ik kan toezien op naleving van wettelijke en bedrijfsregels/procedures met betrekking tot veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. 2. Ik kan werken volgens de kwaliteitseisen en -normen van het bedrijf Ik kan de kwaliteit/functionaliteit van materialen/componenten/systemen/producten beoordelen. Ik kan beroepsspecifieke technische documentatie en instructies lezen, in zowel het Nederlands als in een moderne vreemde taal (Engels). 5. Ik kan een (klanten)registratiesysteem gebruiken. 6. Ik kan communiceren en rapporteren via digitale en papieren systemen en toepassingen. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 23

152 PRAKTIJKTOETS De praktijktoets bestaat uit het uitvoeren van een werkopdracht en een beoordelingsgesprek voor heel werkboek 4. Tijdens het beoordelingsgesprek vul je in het Beoordelingsboek de beoordelingslijsten van Werkboek 4 in. Ga als volgt te werk Laat de praktijkopleider in een werkopdracht de activiteiten beschrijven die je moet laten zien. Bepaal op welke werkplek/afdeling je de werkopdracht gaat uitvoeren. Voer de werkopdracht uit. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelinglijst BL 4 Gedragscriteria bij praktijktoets. Toelichting uitvoeren werkopdracht werkboek 4 Gedurende maximaal 1 uur laat je in de fabriek of (gesimuleerde) praktijkruimte zien waar je als operator op moet letten tijdens het uitvoeren van kwaliteitscontroles aan proces en/of product. Bij het uitvoeren van de werkopdracht laat je de volgende activiteiten zien. Activiteiten operator 1. Laten zien dat je de procedure voor het controleren van de kwaliteit van het product kunt vinden en ernaar handelt. 2. Uitleggen waarom de controles belangrijk zijn en registratie nodig is. 3. Duidelijk en volledig communiceren en op tijd hulp inroepen. 4. Tijdig en op de juiste wijze actie ondernemen bij een geconstateerde afwijking. 5. Laten zien hoe je een gevonden meetwaarde en/of afwijking registreert en afhandelt. 6. Uitleggen wat mogelijke oorzaken zijn van afwijkingen en hoe je ze kunt voorkomen. 7. Nauwkeurig werken volgens voorschriften (in systemen). 8. Werken volgens veiligheidsvoorschriften en PBM s gebruiken. Werkwijze Tijdens het uitvoeren van de werkopdracht word je door de praktijkopleider geobserveerd. Hij stelt (eventueel) vragen of jij demonstreert en vertelt wat je weet over het proces. Spreek van te voren de werkwijze af of je tijdens of na de observatie de vragen beantwoordt. Na de uitvoering van de werkopdracht beoordeelt de praktijkopleider je op de volgende gedragscriteria. Indien je deze criteria niet kon laten zien, zal hij je hier tijdens het beoordelingsgesprek vragen over stellen. 24 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

153 Gedragscriteria bij praktijktoets werkboek 4 1. Ik stel tijdens het uitvoeren van kwaliteitscontroles vragen aan mijn collega's en leidinggevende. 2. Ik stem mijn acties af op mijn collega's en leidinggevende. 3. Ik registreer en rapporteer gegevens met betrekking tot kwaliteitscontroles en doe dit nauwkeurig en volledig. 4. Ik neem bedreven en nauwkeurig monsters af. 5. Ik ben tijdens de kwaliteitscontroles kritisch op mijn eigen werk. 6. Ik laat tijdens het uitvoeren van kwaliteitscontroles altijd zien dat ik werk volgens instructies, procedures en voorschriften op het gebied van milieu, ARBO en veiligheid. Beoordelingsgesprek werkboek 4 Na afloop van het uitvoeren van de werkopdracht voer je met je praktijkopleider het beoordelingsgesprek van ongeveer 1 uur. In het gesprek worden de volgende onderdelen besproken: De uitvoering van de werkopdracht en vragen over de gedragscriteria die je niet kon laten zien tijdens het uitvoeren de werkopdracht. De resultaten van de 3 praktijkopdrachten. De resultaten van de zelfcheck: de ontwikkeling van vaardigheden voor Werkboek 1 en je situaties/voorbeelden. Het gesprek wordt afgerond door het invullen van de definitieve beoordeling in het beoordelingsboek op de lijsten: BL 2, BL 3 en BL 4 en het invullen van de leerafspraken voor dit werkboek: Leerpunten Feedback Afspraken. Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 25

154 26 Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles

155 CONSORTIUM WERKEND LEREN IN DE PROCESTECHNIEK Het Consortium Werkend leren in de Procestechniek (WLP) is een samenwerkingsverband van 14 ROC s (Regionale Opleidings Centra) en vele procestechnische bedrijven in heel Nederland. Samen bieden zij de beroepsgerichte WLP-opleidingen voor operators aan (mbo-niveau 1-4). Blijf op de hoogte en volg ons op Facebook Procesoperator B Werkboek 4 Uitvoeren kwaliteitscontroles 27

156 Meer weten?

157 WERKBOEK 5 ONDERHOUDEN APPARATUUR PROCESOPERATOR B NIVEAU 3 Artikelnummer: NPO.W Crebonummer: Procesoperator B Uitgifte: juli 2016 LEERJAAR 1

158 2016 alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige ander manier, zonder voorafgaande toestemming van de stuurgroep Werkend Leren in de Procestechniek. Deze uitgave komt mede tot stand met medewerking van Magneet + Romer Communicatie Centrum (

159 INHOUD INLEIDING 1 Wat ga je leren? 1 Hoe leer je? 2 URENTABEL & PLANNING 3 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN 4 Produceren van reinigingsmiddelen 4 Werkzaamheden m.b.t. onderhouden apparatuur 6 THEORIEBRONNEN 7 PRAKTIJKCHECKS 8 PC 5.1 Onderhoud 8 PC 5.2 Elektriciteit en pneumatiek/hydrauliek 8 PC 5.3 Stoffen 9 PRAKTIJKOPDRACHTEN 10 PO 5.1 Onderhoud en communicatie (taaltaak) 10 PO 5.2 Onderhoud verrichten aan installaties (Engels) 14 PO 5.3 Probleem oplossen / Verbetervoorstel (taaltaak) 20 Bijlagen 27 Voorbeeldcase 36 VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN 37 PRAKTIJKTOETS 38 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

160 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

161 INLEIDING Wat ga je leren? Tijdens de uitvoering van werkboek 5 leer je hoe je de apparatuur onderhoudt. Dit betekent dat je na afronding van dit werkboek de volgende doelstellingen hebt behaald. Je kunt laten zien dat: je de onderhoudsgegevens nauwkeurig en volledig rapporteert; je technisch inzicht toont door onderhoudsproblemen te signaleren en vast te stellen; je bij het uitvoeren van klein onderhoud en/of assistentie van de technische dienst bedreven en accuraat te werk gaat; je materialen en gereedschappen zorgvuldig, effectief en efficiënt gebruikt; je het klein onderhoud snel uitvoert; je eventuele stilstand van de apparatuur tot het minimum beperkt; je uit jezelf ervoor zorgt dat de apparatuur en de werkomgeving schoon en onderhouden is; je het belang inziet om tijdens het veiligstellen en onderhouden van de apparatuur altijd volgens instructies, procedures en voorschriften op het gebied van milieu, ARBO en veiligheid te werken en hierin het verlangde gedrag toont. Dit werkboek is gebaseerd op werkproces: Onderhoudt apparatuur (B1-K1-W5). Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 1

162 Hoe leer je? Je doorloopt het hele werkboek en stelt zelf je planning met behulp van de benodigde uren per onderdeel vast. Je leert op school, op je werkplek, thuis of op andere momenten. In het werkboek staan zowel de praktijk- als theorieonderdelen. In de leerwijzer staat beschreven hoe je het beste leert en waarop je wordt beoordeeld. Een korte toelichting op het werkboek. Voorbeeldfabriek Hier wordt beschreven welke werkzaamheden vanuit het bedienen apparatuur kunnen voorkomen en kun je een beeld vormen hoe je daarna de praktijkopdrachten kunt uitvoeren. Theoriebronnen Dit is een overzicht van de theorielessen die je bestudeert voor de kennistoets. Praktijkchecks Dit zijn vragen waarbij je checkt hoe je de theorie in de praktijk toepast. Je levert de antwoorden bij de docent in. Praktijkopdrachten Dit zijn opdrachten die je in de praktijk uitvoert. Lees de opdrachten goed door en lever de uitwerking van de opdrachten direct na afronding in bij de praktijkopleider. De praktijkopdrachten voer je op verschillende manieren uit, zie de plaatjes bij elke opdracht en de uitleg in de Leerwijzer. Info opzoeken Doen Bespreken Taaltaken (optioneel) Bij sommige opdrachten hoort een taaltaak. Neem hiervoor die opdracht uit het Taaltakenboek om te maken. Deze opdracht is een praktijkopdracht uitgebreid met taalopdrachten. Engelstalige opdrachten In sommige opdrachten zit een Engelstalige opdracht. Werk deze uit zoals omschreven. Je levert de antwoorden bij de docent in. Vaardigheden ontwikkelen Door bewust te werken leer je op de werkplek en ontwikkel je de beroepsvaardigheden die nodig zijn voor de operator. Je geeft situaties aan waaruit blijkt dat je die vaardigheden ontwikkelt. Praktijktoets De praktijktoets bestaat uit een: Werkopdracht: je laat op de werkvloer aan je praktijkopleider zien hoe je de werkzaamheden van dit werkboek uitvoert. Beoordelingsgesprek: je bespreekt met de praktijkopleider de resultaten van de praktijkopdrachten, de uitvoering van de werkopdracht en je ontwikkeling van de vaardigheden. Beoordelingsboek Het beoordelingsboek is een apart boek dat in je Portfoliomap zit. In dit boek zitten 4 beoordelingslijsten voor de verschillende onderdelen van het werkboek. Na het uitvoeren van de opdrachten van het werkboek beoordeel je jezelf. Tijdens het beoordelingsgesprek word je ook beoordeeld door de praktijkopleider. Je vult gezamenlijk de definitieve beoordeling van het werkboek en de leerafspraken in. 2 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

163 URENTABEL & PLANNING In de tabel zie je het aantal StudieBelastingsUren (SBU s) dat nodig is voor elk onderdeel. Dit zijn richtlijnen/gemiddelden; door je (werk)ervaring kun je soms meer of juist minder tijd nodig hebben voor de theorie of de praktijk. Ga als volgt te werk: Vul het schema in met een datum voor gepland en ingeleverd/afgerond. Vraag vooraf aan de docent wanneer de kennistoets plaatsvindt. Plan met je praktijkopleider de praktijktoets en aansluitend het beoordelingsgesprek. Planning onderdelen werkboek SBU s Planning Planning maken/checken 2 Voorbeeldfabriek lezen, jezelf vragen stellen 2 Theorie Theoriebronnen bestuderen/vragen maken 54 (school/thuis, gemiddeld 3 uur per les) Praktijkchecks (PC s) PC 5.1 Onderhoud 2 PC 5.2 Elektriciteit en pneumatiek/hydrauliek 2 PC 5.3 Stoffen 2 Praktijk (PO s) PO 5.1 Signaleren en communiceren van 6 onderhoudsproblemen PO 5.2 Onderhoud verrichten aan installaties 6 PO 5.3 Probleem oplossen / Verbetervoorstel 6 Toetsen en beoordelen kennistoets maken 1½ praktijktoets plannen/voorbereiden Werkopdracht uitvoeren 1 Beoordelingsgesprek voeren 1 Beoordelingslijsten invullen ½ subtotaal SBU s werkboek 2 86 Leren op de werkplek Vaardigheden ontwikkelen 100 Zelfstudie (onbegeleid) & Werkend leren 125 subtotaal leren op de werkplek 225 Datum gepland Ingeleverd/ afgerond Generieke onderdelen en Engels* Nederlands - rekenen - L&B - Engels 9* totaal SBU s (8 weken) 320 *Gemiddeld aantal uren Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 3

164 VOORBEELDFABRIEK REINIGINGSMIDDELEN In dit voorbeeld lees je wat het onderhouden van apparatuur betekent in een voorbeeldfabriek. In de voorbeeldfabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Eerst lees je globaal de werking van de fabriek. Daarna lees je hoe een operator in deze fabriek werkzaamheden verricht om apparatuur te onderhouden Deze voorbeeldfabriek gaat over een batchproces. Meer beschrijvingen van voorbeeldfabrieken vind je in het boek Voorbeeldprocessen in de werkmap van leerjaar 1. Hierin staan naast het batchproces nog andere voorbeeldprocessen beschreven zoals: het extruderen van PVC buis (mechanisch proces) een waterzuivering (continu proces). Door de beschrijving van de voorbeeldfabriek goed door te lezen zal je beter in staat zijn om de praktijkopdrachten bij dit werkboek uit te werken Produceren van reinigingsmiddelen In deze fabriek worden reinigingsmiddelen geproduceerd. Het bedrijf maakt uit ca. 80 verschillende grondstoffen ca. 50 verschillende reinigingsmiddelen. Het betreft kleine batches van ca. 5 m 3. In het bedrijf staan 5 mengketels waarin de producten worden geproduceerd. De afbeelding hieronder geeft een indruk van één ketel. zuur oplosmiddel demiwater FQ FQ koelwater koelwater FQ M stoom afzuiging poeders afzuiging condensaat uit magazijn verpakken naar magazijn 4 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

165 Grondstoffen De grondstoffen die in grote volumes nodig zijn worden per pijpleiding in de ketel gebracht. Dit zijn demiwater, zoutzuur en oplosmiddel. De voorraad van deze grondstoffen is in grote voorraadtanks opgeslagen. De grondstoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden opgeslagen in het magazijn. Met een heftruck wordt steeds een pallet met de juiste grondstoffen uit het magazijn opgehaald, de juiste hoeveelheid vloeistof in de ketel gepompt en het pallet met de rest grondstoffen weer terug in het magazijn geplaatst. Sommige grondstoffen worden in poedervorm aangeleverd. Ketels De ketels hebben een inhoud van ca. 5 m 3. In de ketel is een roerwerk aangebracht om de inhoud goed te kunnen mengen. Er is een verwarmingsmantel waarmee door middel van stoom de inhoud van de ketel op de gewenste temperatuur kan worden gebracht. Ook heeft de ketel een koelmantel waarmee met koelwater de inhoud van de ketel kan worden gekoeld. Recept Voor elk te produceren reinigingsmiddel is een recept beschikbaar waarop de soort en de hoeveelheid van elke grondstof vermeld staat. Ook staat hierop de goede werkwijze en de juiste volgorde van het toevoeren van de grondstoffen. Op het recept staan ook de gevaarlijke eigenschappen van de stoffen en de te gebruiken PBM s. Het afmeten van de grondstoffen uit de pijpleidingen gebeurt met afslagtellers. De tellers kunnen worden ingesteld op de benodigde hoeveelheid. Na het bereiken van de gewenste hoeveelheid wordt de leiding automatisch gesloten. De vloeistoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn worden in 200 liter-drums aangevoerd. De vloeistoffen worden met een vatenpomp uit de 200 liter-drums in de ketel gepompt. De juiste hoeveelheid wordt bepaald door het vat op een weegschaal te plaatsen. Voor de overige grondstoffen geldt steeds dezelfde werkwijze. De poedervormige grondstoffen worden door het mangat in de ketel gestort. Door te mengen en te verwarmen worden de grondstoffen omgezet in het eindproduct. Monstername Wanneer het mengen klaar is wordt een monster van de inhoud genomen. Dit monster wordt onderzocht op de juiste samenstelling. Wanneer dit monster niet goed is wordt er bepaald welke toevoegingen nodig zijn om het product alsnog "op spec" te krijgen. Als het monster goed is, kan het product worden verpakt. Verpakken Het product wordt m.b.v. een aftapunit semiautomatisch in jerrycans afgevuld. De operator zorgt voor aanvoer van lege jerrycans. De unit vult elke jerrycan tot het juiste volume, schuift deze door en vult de volgende enz. De operator draait de doppen op de gevulde jerrycans en zet deze op een palet. Op elke jerrycan komt een sticker met een streepjescode. Opslag eindproduct De pallets met gevulde jerrycans worden met een heftruck naar het magazijn gereden en op de juiste locatie gezet. Wanneer de order compleet is, kan deze worden verstuurd naar de klant. Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 5

166 Werkzaamheden m.b.t. onderhouden apparatuur In deze fabriek heeft de operator als onderhoudstaken het schoonmaken van de werkplek en apparatuur en het melden van onderhoud wat door de technische dienst moet worden uitgevoerd. Klein onderhoud zoals bv. het aandraaien van een stopbuspakking en het wisselen van een flenspakking wordt door de operator zelf uitgevoerd. De operator verleent assistentie bij karweien die worden uitgevoerd door de technische dienst. 1. Schoonmaken: De vloer moet regelmatig worden gereinigd en de ketel moet na elke batch worden schoongemaakt. 2. Signaleren onderhoudsproblemen: Onderhoudsproblemen worden door de operator gemeld zodat dit door de technische dienst kan worden uitgevoerd. 3. Klaarzetten voor onderhoud en assisteren: De operator zet de installatie klaar voor onderhoud en assisteert de technische dienst. De operator zorgt voor een schone werkomgeving door de vloer schoon te houden en de ketels na elke batch te reinigen. Wanneer onderhoud moet worden uitgevoerd door de technische dienst wordt dit door de operator in gang gezet door dit op de juiste manier te melden. De operator zet de installatie klaar voor onderhoud en assisteert de technische dienst bij de uitvoering van onderhoud. 1. Schoonmaken Vloer Door het met de vatenpomp inzuigen van vloeistoffen komt er soms wat vloeistof op de tegelvloer terecht. Dit wordt weggespoeld door met een slang water over de vloer te spuiten. Het water (met de verwijderde vloeistof komt in een pompput terecht die in een afvaldrum wordt gepompt. Ketel Na elke batch wordt de ketel schoongespoeld. Ook dit gebeurt met een waterslang. Door de afsluiters in de afvoerleiding goed te zetten spoelt ook dit water in de pompput. 2. Signaleren onderhoudsproblemen Vaak is het nodig om onderhoud te laten uitvoeren door de technische dienst. Als de operator dit signaleert, meldt hij dit aan de shiftmanager. De shiftmanager meldt dit verder bij de technische dienst. 3. Klaarzetten voor onderhoud en assisteren Voordat de technische dienst een karwei kan uitvoeren (bv. het wisselen van een pomp) moet dit worden voorbereid. De voorbereiding bestaat uit een werkvergunning die de technische dienst moet aanvragen. Hierop zijn een aantal werkzaamheden vermeld die door de operator moeten worden uitgevoerd, zoals het spoelen en drukloos maken van de leiding. De technische dienst zorgt ook voor een Taak-Risico Analyse (TRA). Hierin wordt aangegeven wat de werkwijze moet zijn en welke (veiligheids)maatregelen genomen moeten worden. Denk hierbij aan het spanningsloos maken van de elektromotor zodat deze niet kan gaan draaien tijdens het karwei. Vaak levert de operator assistentie aan de technische dienst bij het uitvoeren van het karwei. 6 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

167 THEORIEBRONNEN Hierbij het overzicht van de theorielessen van Werkboek 5 Onderhouden apparatuur met de vakinhoud waar de les betrekking op heeft en de link naar de praktijkcheck. Ga als volgt te werk: Bestudeer de theorie thuis en op school en stel vragen bij onduidelijkheid. Maak de lestoetsvragen en praktijkchecks om de theorie beter te begrijpen. Voor een les heb je gemiddeld 3 uur nodig, inclusief het maken van de lestoetsen. Rond de theorie af met de kennistoets, maak eventueel eerst de proeftoets. Nr. Titel Code Vakinhoud PC s 1 Gereedschappen wtb-2/ Tekening lezen wtb-3-31 OH Afdichtingen wtb-3-22 OH Isolatiematerialen wtb-3-23 OH Verbindingen wtb-3-25 OH 6 Onderhoudsconcepten en -systematieken wtb-3-33 OH 7 Voorbereiden en veilig stellen wtb-3-34 OH 8 Schoonmaak, inspectie en smering wtb-3-35 OH 9 Autonoom en gepland onderhoud wtb-3-36 OH 10 Atoom, spanning en stroom na-2/3-08 OH 11 Weerstand & wet van Ohm na-2/3-09 NK Spanningsbronnen na-2/3-10 NK Inleiding hydrauliek en pneumatiek wtb-3-26 NK Atoommodel van Dalton sch-2/3-02 PH Enkelvoudige en samengestelde stoffen sch-2/3-03 SK Atoommodel en bindingen sch-3-04 SK Stelling van Pythagoras wi-2/3-11 SK Gelijkvormigheid wi-2/3-12 WK 19 WLP-les Continu verbeteren WLP-07 WK Uitleg Code Vakinhouden Voorbeeld: pt-2/3-04: Pt = procestechniek 2/3 = niveau 2 en 3 04 = 4e leskern van procesbeheersing WLPe = E-learningmodule PT PB WK NK SK SS Procestechniek Procesbeheersing Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Soft skills VH LO MT KZ OH PH Veiligheid Logistiek Milieutechniek Kwaliteitszorg Onderhoud Pneumatiek/Hydrauliek Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 7

168 PRAKTIJKCHECKS De praktijkchecks zijn vragen/opdrachten waarbij je leert hoe je de theorie in de praktijk toepast en kunt gebruiken. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkchecks met behulp van de theoriebronnen. Lever de uitwerking in bij de docent en bespreek de uitwerking met de docent. De docent beoordeelt jouw werk op de: Beoordelingslijst BL 1 Resultaten praktijkchecks PC 5.1 Onderhoud Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Gereedschappen Tekening lezen Afdichtingen Kies een apparaat (of een onderdeel ervan) uit dat voorkomt in jouw productielijn. 1. Zoek hiervan een technische tekening, waarop meerdere aanzichten zijn weergegeven, en maak hiervan een afdruk. 2. Geef bij elk van de tekeningen aan met welke projectiemethode het aanzicht is weergegeven. 3. Geef in de tekening aan wat de hoofdmaten zijn. 4. Beschrijf 4 plaatsen in de installatie waar afdichtingen worden gebruikt. 5. Beschrijf of je te maken hebt met een dynamische of statische afdichting. 6. Beschrijf welk pakkingmateriaal gebruikt wordt bij de verschillende afdichten en waarom dit materiaal geschikt is voor deze situaties. PC 5.2 Elektriciteit en pneumatiek/hydrauliek Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Atoom, spanning en stroom Weerstand & wet van Ohm Spanningsbronnen Inleiding pneumatiek en hydrauliek Elektriciteit is bij veel processen een belangrijke vorm van energie die gebruikt wordt om dingen te transporten, verwarmen of zelf te laten reageren. Elektriciteit kan echter ook gevaarlijke situaties opleveren. Blootstelling aan elektriciteit kan gevaarlijk zijn en statische elektriciteit kan een brandgevaarlijke situaties opleveren. 8 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

169 1. Beschrijf 5 verschillende apparaten die gebruik maken van elektriciteit. 2. Op welke spanning werken deze apparaten? Geef ook aan of dit gelijk- of wisselspanning is. 3. Beschrijf welke voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden, om gevaren ten gevolge van statische elektriciteit te voorkomen, bij jou op de afdeling. 4. Welke gevaren zou statische elektriciteit op jouw afdeling kunnen opleveren? In de productielijn worden de bewegingen van de apparatuur vaak automatisch door pneumatiek of hydrauliek uitgevoerd. Hiervoor gebruikt men cilinders, ventielen en dergelijke. 5. Neem een deel van de productielijn waarin pneumatiek of hydrauliek voorkomt. 6. Maak een overzicht van de soorten cilinders, regelventielen, stuurventielen en eindstandventielen die je in de gekozen productielijn tegenkomt. 7. Maak van een deel van de pneumatische besturing een pneumatisch schema waarin de werking duidelijk te zien is. PC 5.3 Stoffen Voor deze praktijkcheck kun je gebruik maken van de volgende theoriebronnen: Atoommodel van Dalton Enkelvoudige en samengestelde stoffen Atoommodel en bindingen In productieprocessen worden verschillende stoffen gebruikt. Deze stoffen worden vaak met formules beschreven. Zo gebruiken we voor ijzer de afkorting Fe, voor water H2O en voor alcohol vaak de afkorting C2H5OH. 1. Maak een overzicht van de 5 belangrijkste stoffen uit het proces. Indien het een mengsel is geef dan ook aan uit welke stoffen dit mengsel is samengesteld. 2. Geef van deze stoffen aan of het gaat om een enkelvoudige of samengestelde stof. 3. Geef van deze stoffen de scheikundige formule. 4. Geef van deze stoffen aan hoe we de moleculen van deze stoffen kunnen weergeven met het atoommodel van Dalton. Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 9

170 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 5.1 Onderhoud en communicatie (taaltaak) Inleiding Er zijn verschillende manieren om onderscheid te maken tussen vormen van onderhoud. Een bekend onderscheid is dat tussen eerstelijns- en tweedelijnsonderhoud. Eerstelijnsonderhoud (ook wel klein onderhoud genoemd) omvat het onderhoud dat de operator tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden uitvoert, vaak in combinatie met schoonmaakwerkzaamheden. Welk onderhoud dit is, verschilt per bedrijf. Voorbeelden zijn: de werkplek controleren, aandraaien van flenzen, filters schoonmaken etc. Tweedelijnsonderhoud, of groot onderhoud, wordt door de technische dienst (TD) of een externe partij uitgevoerd. Als operator meld je storingen en slijtage tijdig aan je leidinggevende, en/of de TD. Je voert de opdracht goed uit als je eerstelijnsonderhoud kunt uitvoeren en het herkent en meldt als er tweedelijnsonderhoud nodig is. Ga als volgt te werk: Voer de praktijkopdrachten uit op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider. Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. 10 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

171 Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Gebruik gereedschappen en PBM s; Procedurevoorschriften voor het veiligstellen van de apparatuur; Procedurevoorschriften met voor het onderhouden van de apparatuur Onderhoudswerkzaamheden Binnen het bedrijf houden verschillende medewerkers zich bezig met het onderhoud en reparatie van de apparatuur. Ook zijn er externe bedrijven actief op het gebied van onderhoud. a. Wie van jullie team is verantwoordelijk voor het onderhoud b. Bespreek met die persoon hoe het onderhoud is geregeld, bijvoorbeeld met de TD en met externe bedrijven. c. Welke werkzaamheden vallen binnen je bedrijf onder eerstelijnsonderhoud? tweedelijnsonderhoud? preventief onderhoud? correctief onderhoud? d. Maak een overzicht op papier van onderhoudswerkzaamheden en wie ze uitvoert Storingen bespreken Doordat je vrijwel dagelijks met de apparatuur werkt, ben jij vaak de eerste die technische storingen opmerkt en doorgeeft aan je leidinggevende of direct aan de technische dienst. Het is dan ook belangrijk dat jij als operator weet welke werkzaamheden de TD uitvoert. Geef antwoord op de volgende vragen. Pak eventuele procedures of instructies erbij. a. Hoe verloopt de communicatie bij een storing? b. Hoe geef je reparatie- en onderhoudsopdrachten door? c. Hoe breng je een werkorder in een administratiesysteem? Indien je dit niet zelf doet: hoe wordt een werkorder in het administratiesysteem gebracht? d. Welke gegevens worden vastgelegd? e. Hoe krijg jij als operator weer informatie terug van de TD? Noteer de antwoorden op de vragen op maximaal 1 A4 en bespreek ze met je praktijkopleider. Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 11

172 5.1.3 Wat doet de TD? De TD is bezig om het onderhoud van installaties te organiseren en uit te voeren. Hoe gaat zo n TD nu precies te werk? Maak een afspraak met iemand die werkt bij de TD, waar jij wel eens mee te maken hebt. Stel hem de volgende vragen en noteer de antwoorden op 1 A4. a. Welke werkzaamheden worden verricht door de TD? b. Hoe en wanneer voert de TD deze werkzaamheden uit? c. Welke middelen/formulieren worden gebruikt bij het afhandelen van onderhoudswerkzaamheden? d. Wat verwacht de TD van jou als operator? e. Wat is het verschil tussen preventief en correctief onderhoud, bekeken vanuit de TD? Communiceren over onderhoudsopdrachten Onderzoek nu drie reparatie- of onderhoudsopdrachten (die je de afgelopen twee weken hebt uitgevoerd, of nog gaat uitvoeren) onder begeleiding van een ervaren operator. a. Geef aan hoe je het probleem hebt gesignaleerd en hebt gecommuniceerd, en naar wie je dat gedaan hebt. Waarom is dit belangrijk? b. Wanneer heb je hulp van anderen ingeschakeld en waarom? c. Hoe heb je informatie doorgegeven aan anderen? Aan wie? d. Wat ging goed, wat niet? Wat zou je volgende keer anders doen? Noteer kort (half A4) de antwoorden en bespreek de opdracht na met de ervaren collega die je begeleid heeft. 12 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

173 5.1.5 Schriftelijk communiceren over onderhoudsopdrachten Bij complexe onderhoudswerkzaamheden overleg je met je leidinggevende en informeer je de technische dienst over de aard van de storing. Doe dit door middel van een schriftelijk bericht (bijvoorbeeld een ) van minimaal 10 zinnen. Verwerk in je bericht in ieder geval de volgende informatie: Aan wie je het bericht schrijft (de aanhef: het begin van een bericht); Waarom je het bericht stuurt en om welk probleem het gaat; Wanneer je het probleem gesignaleerd hebt; Wat jullie zelf al hebben gedaan om het probleem op te lossen; Wat je wilt dat er gebeurt (welk onderhoud of welke reparatie); Sluit het bericht netjes af, met je naam en afdeling (de afsluiting) Slijtage Bij de installatie of machine waarmee je werkt, heb je te maken met onderdelen van de machine of installatie die aan slijtage onderhevig zijn. a. Benoem de drie meest slijtagegevoelige onderdelen. b. Hoe kun je zien dat het onderdeel versleten is? c. Wat is de oorzaak? d. Wat zijn de mogelijke gevolgen van slijtage? e. Wat kun je als operator doen om de slijtage te verminderen? f. Hoe lang kan nog doorgedraaid worden voordat er problemen gaan optreden? g. Maak een samenvatting van 1 A4 over slijtage op de werkplek. Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 13

174 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 5.2 Onderhoud verrichten aan installaties (Engels) Inleiding Bij sommige bedrijven wordt het onderhoud niet verricht door de operator, maar altijd door de technische dienst. In bepaalde gevallen assisteert de operator bij het onderhoudskarwei. Het klaarzetten voor onderhoud door de technische dienst gebeurt wel altijd door de operator. In deze praktijkopdracht gaan we onderhoud uitvoeren. Hiervoor doorlopen we een aantal fasen: Veiligheid staat voorop; Voorbereiden (bv. drainen en spoelen van de apparatuur); Onderhoud uit (laten) voeren; Apparatuur controleren (bv. afpersen). Je voert de opdracht goed uit als je op een veilige manier de apparatuur klaar kunt zetten voor onderhoud en vervolgens veilig en goed het onderhoudskarwei uitvoert of hierbij assisteert. Je houdt rekening met de werkzaamheden van andere afdelingen bij het karwei. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. 14 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

175 Bedrijfsbronnen Om deze opdracht goed uit te voeren, maak je gebruik van de volgende bronnen: Werkinstructies en voorschriften; Onderhoudsplanning; Overzicht eerder uitgevoerd onderhoud. Zoek in overleg met je praktijkopleider een gedeelte van het proces uit waar je onderhoud aan kunt (laten) uitvoeren. Denk hierbij aan het wisselen van een pakking, het schoonmaken van een filter of het uit (laten) bouwen van een pomp of afsluiter Het onderhoudskarwei a. Zoek op of het onderhoudskarwei in het verleden al eerder is uitgevoerd. b. Zijn destijds de risico s en veiligheidsmaatregelen van het karwei in kaart gebracht? c. Welke werkinstructies/procedures worden bij jou op het bedrijf gebruikt ten aanzien van het veiligstellen van apparatuur? Voorbereiding (Taak Risico Analyse) Om een karwei goed en veilig uit te voeren wordt bij bedrijven vaak een taak-risico analyse (TRA) uitgevoerd. Het onderhoudskarwei wordt opgedeeld in stappen. De stappen van het wisselen van een pakking in een procesleiding kunnen bv. zijn: Drainen leiding Spoelen leiding Flensen losbouten Oude pakking verwijderen Nieuwe pakking monteren Leiding afpersen Klaarzetten voor gebruik etc. a. Maak van het karwei wat jij uit gaat (laat) voeren een TRA. b. Vul in de linker kolom de stappen in waaruit het karwei bestaat c. Zet in de middelste kolom de risico s die bij elke stap aanwezig zijn d. Zet in de rechterkolom de veiligheidsmaatregelen die genomen moeten worden om deze risico s klein te houden. Denk aan het dragen van PBM en veiligstellen van de installatie (afzetten van het werkgebied, lockout, e.d.) e. Als een werkvergunning vereist is, regel dit dan. Maak een kopie en voeg hem bij de opdracht. Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 15

176 Taak-risico analyse (TRA) Karwei: Datum: Stap Risico s Veiligheidsmaatregelen 16 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

177 5.2.3 English: Protection Matters In the previous task (Voorbereiding Taak Risico Analyse) you have read about safety and wearing PPE, which is an abbreviation of personal protection equipment, to protect yourself. In this assignment you read about the different PPE and three operators tell you about what PPE they use at work. Reed the texts and answer the questions. In de vorige opdracht (Voorbereiding Taak Risico Analyse) heb je gelezen over veiligheid en het dragen van PBM, dit is een afkorting voor persoonlijke beschermingsmiddelen, om jezelf te beschermen. In deze opdracht lees je over verschillende PBM en drie operators vertellen over welke PBM ze gebruiken op het werk. Lees de teksten en beantwoord de vragen. Opdracht A Protections Matters Where would you find this poster? Why does it say: You have only one body? Translate English Ear protection Respiratory Equipment Safety gloves Safety Helmet Safety glasses Reflective clothing Safety shoes Dutch Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 17

178 James 32 operator at an extrusion department: There are a couple of PPE s we need to wear in our department. We wear safety shoes, ear protection and gloves because we work with some hot surfaces. We wear tight clothing because if clothes aren t tight enough they can get stuck in moving parts of the machine. I have seen accidents happen to people who were stuck in parts of a machine and that was horrible. Henry 45 operator: I work at very large and international operating company. It is an environment in which safety is a number one priority. We are obligated to wear shoes with steel noses, we wear gloves and we require safety goggles in addition to that I wear a lab coat. We are obligated to wear our PPE at all times. Jeff 28 operator: I work for a small company and we don t really need rules, we give each other feedback for safety. Sometimes we do use heat resistant gloves but we work in a clean environment and gloves can contaminate the product. We actually don t wear any PPE and there are no strict safety rules, we just use common sense Opdracht B Er worden een aantal vragen gesteld over bovenstaande teksten. Beantwoord de vragen in het Nederlands. 1. Waarom draagt James handschoenen? 2. Waarom vindt James het dragen van los zittende kleding gevaarlijk? 3. Wat bedoelt Henry met safety is a number one priority? 4. Welke PPE is Henry altijd verplicht te dragen? 5. Wat bedoelt Jeff met we give each other feedback for safety? 6. Wat bedoelt Jeff met we just use common sense? Opdracht C Lees de teksten van James, Henry en Jeff nog eens. Gebruik hun verhaal over PPE als voorbeeld en schrijf zelf in het Engels een stukje over welke PPE jij gebruikt op het werk. 18 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

179 5.2.4 Onderhoud (laten) uitvoeren a. Voer het onderhoud volgens de gemaakte TRA uit of assisteer bij het uitvoeren van het onderhoud. Denk aan het treffen van de veiligheidsmaatregelen bij elke stap. Laat je observeren door een ervaren collega of door je praktijkopleider. b. Wat doe je met het afval/gemorst product? c. Assisteer bij het uitvoeren van een onderhoudskarwei op een andere afdeling of deel van de fabriek. Maak hiervoor zelf de afspraak en observeer een collega. Bespreek daarna je bevindingen. Schrijf je bevinden op een half A4. Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 19

180 PRAKTIJKOPDRACHTEN PO 5.3 Probleem oplossen / Verbetervoorstel (taaltaak) Inleiding In deze praktijkopdracht ga je op een gestructureerde manier aan de slag met het oplossen van een storing. We werken volgens een vast stappenplan. Als je planmatig alle stappen in de juiste volgorde doorloopt, is ook de noodzakelijke communicatie rondom je aanpak gegarandeerd. Hierdoor vergeet je niets en kom je uiteindelijk tot de beste oplossing, verbetering of verandering. Bij deze praktijkopdracht werk je met het stappenplan dat gebaseerd is op de Deming-cirkel, ofwel het Verbeterwiel. Het plan bestaat uit zeven stappen, die we hieronder toelichten. Maak eerst een planning van de uit te voeren stappen. Er worden in totaal zeven stappen genoemd. Bij elke stap worden formulieren genoemd die zijn te gebruiken en die als bijlagen zijn toegevoegd. Ga als volgt te werk: Maak de praktijkopdrachten op je werk/het bedrijf. Kijk goed naar de plaatjes hoe je de opdrachten maakt en of je daarbij anderen nodig hebt. INFO OPZOEKEN DOEN BESPREKEN Lever de uitwerking van je opdracht in bij de praktijkopleider Noteer je leerpunten en de feedback die je (tussentijds) krijgt van je praktijkopleider/collega s in het Beoordelingsboek bij de leerafspraken. De praktijkopleider en jijzelf geven een beoordeling tijdens het beoordelingsgesprek op de: Beoordelingslijst BL 2 Resultaten praktijkopdrachten. 20 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

181 Stap 1: Probleem omschrijven Kies een probleem in je huidige werksituatie (een case) waar je een oplossing voor zou willen bedenken. Voor inspiratie kun je de voorbeeldcases hieronder doorlezen. Na formulier 7 vind je een voorbeeld van een onveilige situatie. Verzamel gegevens vanuit de case, vanuit je huidige situatie. Alle gegevens en informatie die relevant zijn, haal je erbij. Formulier 1: Probleem Definitie Voorbeeld cases: Case 1 Onveilige situaties Wat zijn onveilige situaties op of buiten je werkplek waaraan jij je regelmatig stoort, of welke onveilige situatie ontstaan doordat de bedrijfsvoorschriften niet worden nageleefd? Denk hierbij aan gevaren voor jezelf en voor anderen. Welke veranderingen zijn nodig? Geef adviezen aan het bedrijf/collega s om de veiligheid te bevorderen. Bedenk ook hoe je dit het beste kunt communiceren. Zorg dat je duidelijk communiceert, voorbeeldgedrag laat zien en collega s helpt bij het vergroten van hun veiligheidsbewustzijn. Case 2 Verandering In het bedrijf waar je werkt, vinden steeds veranderingen plaats. Veranderingen kunnen op allerlei gebied of niveau plaatsvinden. Voorbeelden van verandering zijn: Mens Verandering van ploeg: andere samenstelling; Nieuwe collega('s). Machine Andere, nieuwe machine om te installeren, in werking te stellen; Andere manier van werken (werkvoorschriften) met machine. Klant Andere specificaties product; Andere klantwens zoals nieuwe verpakking, andere levertijden. Wet/bedrijf Wettelijke regels die veranderen: bijvoorbeeld strengere veiligheid- of milieueisen; Organisatieverandering: werken in andere ploegendiensten. Kies een verandering die je in het team gaat onderzoeken. Onderzoek ook waarom die verandering nodig is en hoe deze uitgevoerd gaat worden. Zoek informatie in het bedrijf of via internet of voer gesprekken met collega s die over veranderingen en nieuwe omstandigheden gaan. Case 3 Reiniging Bepaalde onderdelen uit de machines, die vaak vervuilen, moeten ook vaak worden schoongemaakt. Ga na hoe vaak en met welke middelen. Het extra schoonmaken en onderhouden kost tijd en geld. Onderzoek op je werkplek de oorzaken van een vervuiling die vaak voorkomt. Vergelijk deze situatie met die op een andere werkplek. Ga na welke mogelijkheden ter verbetering er zijn, en stel een verbeterplan op. Geef daarin ook prioriteiten aan: welke vervuiling pak je als eerste aan? Cases (bij opdracht 1) Case 4 Planning De productie loopt niet volgens planning. Er is productieverlies of de producten zijn niet tijdig of niet volledig klaar voor de klant. Dit komt waarschijnlijk doordat de halffabricaten/grondstoffen niet tijdig zijn aangeleverd. Wat is de precieze oorzaak of wat zijn de oorzaken dat de planning niet is behaald? Onderzoek dit bij verschillende afdelingen, functies op je bedrijf: TD, ploegleider, manager van de afdeling. Hoe kun je voor dit planningsprobleem de werkelijke oorzaak achterhalen en deze wegnemen? Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 21

182 Case 5 Zelf Probleem oplossen De klant wil een andere verpakking voor het product dat jullie fabriceren; een mooi, glad papier, met een mooie uitstraling. Dit betekent een verandering in de aflevering van het product. Jij als operator vindt het maar niks. Je staat niet achter die verandering. Hoe ga je hiermee om? Het management stelt vast dat jullie de wijziging aan dit product volgens klantwensen moeten uitvoeren. Is er sprake van weerstand hiertegen bij jezelf of andere operators? Onderzoek hoe deze verandering tot stand is gekomen en wanneer jij als operator, dit te horen hebt gekregen. Hoe verloopt een dergelijke vraag binnen je bedrijf? Verzamel hiervoor informatie bij alle betrokkenen. Ga voor jezelf na hoe jij omgaat met veranderingen: Vind je dat moeilijk? Wil je je blijven ontwikkelen? Neem je ook initiatieven om andere werkplekken en processen te leren kennen? Case 6 Begeleiden van een veranderingstraject Je staat voor een verandering: een nieuwe machine moet in gebruik worden genomen. Dit betekent ander werk voor de operators: ze moeten zich verdiepen in die machine, voorbereidingen treffen, huidige werkzaamheden loslaten of niet meer doen. Kortom, je moet het team vragen om het werk anders te doen! Ga na of een dergelijke verandering zich binnenkort aandient en wat jouw rol als begeleidend operator hierin is: Hoe ga je anderen instrueren? Hoe communiceer je de verandering naar het team? Hoe plan je de verandering en de begeleiding van het team? Stap 2: Kernoorzaak opsporen Brainstorm over wat het precieze probleem is. Bedenk eerst zoveel mogelijk oorzaken van het probleem, bedenk nog geen oplossingen. Verzamel die in een lijst. Formulier 2: Brainstormsessie Bepaal vervolgens de oorzaken aan de hand van het oorzaak-gevolgdiagram visgraatdiagram. Deel de genoemde oorzaken in bij één van de categorieën: de 5 M s: Mens, Machines, Methodes, Materiaal, Milieu. Formulier 3: Oorzaak-gevolgdiagram Stel met elkaar vast wat de echte oorzaken zijn. Sommige oorzaken blijken nu geen echte oorzaak te zijn. Ga net zolang door tot je, op basis van feiten, bij de kern bent. Stel een top-3 van oorzaken op en geef daarbij aan waarom dit de oorzaken zijn. Kies nu één oorzaak uit die je verder gaat onderzoeken. Formulier 4: Beoordelingsformulier Oorzaken Ga aan de hand van bijvoorbeeld een turfstaat, deze oorzaak onderzoeken. Verzamel feitelijk materiaal door het turven van het probleem, bijvoorbeeld door de temperatuur of de druk te meten. Verzamel zoveel mogelijk gegevens om aan te tonen dat dit de oorzaak van het probleem is dat opgelost moet worden. Je kunt dan met feiten aantonen dat er wellicht tijd/ geld nodig is voor bepaalde oplossingen. Formulier 5: Turfstaat 22 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

183 Stap 3: Oplossingen bedenken en ontwikkelen Bedenk zoveel mogelijke oplossingen die met de case te maken hebben. Doe dat door zoveel mogelijk te meten, te noteren, op te merken, foto s te maken. Voor deze opdracht mogen het echte of fictieve oplossingen zijn. Kijk of ideeën duidelijk zijn en ze een samenhang vertonen. Selecteer de beste oplossing en bewaar de rest bij de uitwerking van de opdracht. Formulier 6: Oplossingen/ideeën Stap 4: Actieplan uitwerken Plan (gezamenlijk) de verschillende stappen voor het toepassen van de gekozen oplossing tot in detail: Wie doet, Wat, Wanneer, Hoe, Waar? Stel een lijst met acties op. Plan de activiteiten en informeer de betrokkenen. Formulier 7: Oplossing en aanpak Stap 5: Toepassen van geplande acties Maak een verbetervoorstel/veranderingsplan voor het bedrijf/de afdeling op basis van de case in kosten/baten. Kijk welke acties je werkelijk kunt doen en welke acties je kunt adviseren om te doen. Stap 6: Resultaten meten en analyseren Bepaal of de (voorgestelde) acties werken of zullen gaan werken. Analyseer goed de resultaten. Als de resultaten niet zijn behaald, ga dan na waarom niet. Doe dat aan de hand van de vragen bij Stap 6, bijlage 1 Continu verbeteren. Stap 7: Verbeteringsmethode invoeren Bedenk met elkaar hoe je het probleem in de toekomst kunt voorkomen. Doe hiertoe voorstellen/geef adviezen. Leg alle gegevens en adviezen in een plan vast. Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 23

184 5.3.1 PowerPoint maken en presentatie houden De uitwerking van deze praktijkopdracht ga je nu communiceren en presenteren op school of aan collega s. Verzamel alle uitwerkingen van de 7 stappen en bepaal wat belangrijk is om te communiceren naar anderen. Maak volgens de richtlijnen hierna een PowerPoint en presenteer deze aan de groep. Houd rekening met de tips en oefen vooraf. Richtlijnen voor presentatie houden Opbouw Elke tekst (zowel een schriftelijke als een mondelinge tekst) is opgebouwd uit een inleiding, een kern en een slot. Dit geldt ook voor een mondelinge presentatie. Inleiding Richt de aandacht op jezelf door je bijvoorbeeld voor te stellen of door een andere openingszin. Je publiek moet namelijk eerst even aan jou en je stem wennen (het moet er als het ware eerst even inkomen ). Bijvoorbeeld: Goedemorgen, mijn naam is.. Goedemiddag allemaal, fijn dat u er bent. Goedenavond allemaal, welkom bij mijn presentatie. Noem vervolgens het onderwerp waarover je je presentatie gaat houden en laat merken wat het doel van je presentatie is (wil je bijvoorbeeld informatie geven of wil je je publiek overtuigen van iets). Bijvoorbeeld: Ik ga u iets vertellen over Ook zal ik uitleggen welke oplossing volgens mij de beste is. Vertel dan hoe je presentatie is opgebouwd (noem de deelonderwerpen en geef zo een vooruitblik op wat je publiek kan verwachten). Bijvoorbeeld: Eerst ga ik u iets vertellen over., dan zal ik uitleggen wat.., vervolgens ga ik nog iets zeggen over. en tot slot zal ik Door woorden als eerst, dan, vervolgens en tot slot help je je publiek om je presentatie beter te volgen. Deze woorden zorgen immers voor een duidelijke samenhang in je verhaal. We noemen dit soort woorden signaalwoorden. 24 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

185 Kern In de kern vertel je nu het eigenlijke verhaal: behandel de verschillende deelonderwerpen in een logische volgorde. Zorg ervoor dat je publiek jou goed kan volgen door steeds aan te geven waar je in je presentatie bent. Bijvoorbeeld: Dan ga ik nu verder met En dan zijn we al aangekomen bij het laatste punt. Stem je woordkeuze af op je publiek (voor je collega s kun je bijvoorbeeld heel goed vaktaal gebruiken, maar voor iemand die jouw werk niet goed kent, moet je die vaktaal uitleggen of andere woorden gebruiken). Slot Geef een korte samenvatting met een conclusie of een aanbeveling. Bijvoorbeeld: Kortom,. Al met al zou ik aanraden om. Samengevat betekent dit dus dat Geef de gelegenheid tot het stellen van vragen. Bijvoorbeeld: Zijn er nog vragen? Zijn er nog meer mensen met een vraag? Als alle vragen beantwoord zijn, bedank je je publiek. Tips Bijvoorbeeld: Geen vragen meer? Dan wil ik u allemaal hartelijk bedanken voor uw aandacht. Tijdens een presentatie moet je altijd staan. Zorg dat je rechtop staat en houd je handen uit je zakken. Houd contact met je publiek en kijk je luisteraars tijdens je presentatie aan (ze voelen zich dan beter bij jou en je verhaal betrokken). Blijf daarbij wel rondkijken, zodat je iedereen bij je presentatie betrekt. Spreek rustig, duidelijk en verstaanbaar. Articuleer dus goed (spreek de woorden duidelijk uit) en praat niet te zacht. Praat voor je gevoel iets langzamer dan je normaal doet (iemand die zenuwachtig is, heeft namelijk de neiging sneller te gaan praten). Let op de intonatie: varieer in toon en praat niet op één dreun. Op deze manier straal je meer enthousiasme uit en wordt je verhaal boeiender voor je publiek. Maak gebruik van ondersteunende middelen. Dit kunnen foto s, een film of voorwerpen zijn, maar het kan ook een PowerPoint-presentatie zijn. Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 25

186 Let op!! Een presentatie is geen voorleesbeurt. Je mag wel gebruik maken van een spreekschema (met daarop de belangrijkste punten) en ook kun je je presentatie ondersteunen met een PowerPointpresentatie (om jou en je publiek houvast te geven). Het is echter niet de bedoeling dat je je tekst van een papier of van een dia voorleest. Vind je dit moeilijk? Oefen regelmatig (en niet alleen de laatste dag). Door regelmatig te oefenen bouw je reserve in en kun je voorkomen dat je tijdens je presentatie helemaal de draad kwijtraakt. Richtlijn voor het maken van een PowerPoint-presentatie Met PowerPoint kun je de opbouw en de inhoud van je presentatie duidelijker maken voor je publiek. Zorg er wel voor dat de PowerPoint-presentatie je verhaal ondersteunt en iets toevoegt aan wat je zegt. Lees nooit voor wat er op de dia s staat (dat is een grote valkuil). Dit voorlezen voegt niets aan je presentatie toe en is saai voor je publiek. Een paar tips voor de PowerPoint-presentatie houd de achtergrond rustig; geef elke dia een korte titel, zodat duidelijk is wat het onderwerp van de dia is (lettergrootte 30 punten of meer) maak de titel vet; zet maximaal vijf à zes regels op één dia (gebruik voor de tekst een lettergrootte van ongeveer 24 punten) maak eventueel gebruik van opsommingstekens; bouw je dia op door tekstregels één voor één in te schieten, dit focust jou en je publiek; houd de teksten kort en bondig: gebruik trefwoorden; gebruik één dia bij ongeveer twee minuten spreektijd; gebruik tabellen of grafieken als je veel cijfermateriaal hebt; maak ook gebruik van foto s: een aantrekkelijk, duidelijk beeld zegt vaak veel meer dan een tekst. Beoordeling Voor de beoordeling van de presentatie is een beoordelingslijst opgenomen in het beoordelingsboek. 26 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

187 Bijlagen Formulier 1: Probleemdefinitie Formulier 2: Brainstormsessie Formulier 3: Oorzaak-gevolgdiagram Formulier 4: Beoordelingsformulier oorzaken Formulier 5: Turfstaat Formulier 6: Oplossingen/ideeën Formulier 7: Actieplan Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 27

188 Formulier 1: Probleemdefinitie Vul dit formulier zeer zorgvuldig ( in overleg ) in!!!! Huidige situatie Gewenste situatie Wat is het probleem? ( eenvoudige omschrijving ) Wie zijn erbij betrokken en hoe? ( afdelingen, personen, etc. ) Wanneer doet het zich voor? ( situatie, moment, frequentie, etc ) Waar doet het zich voor? ( locatie, installatie, etc. ) Meten bijvoorbeeld: Hoeveel? Hoe vaak? Hoe lang? Sinds wanneer? Overig 28 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

189 Formulier 2: Brainstormsessie Over oorzaken!!! Nog geen oplossingen!!! Korte omschrijving van je idee, geen verdere uitleg, Elk idee hieronder kort en duidelijk opschrijven Oorzaken: Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur 29

190 Formulier 3: Oorzaak-gevolgdiagram Ishikawa 6 M s Plaats de oorzaken uit de brainstormsessie in juiste M. 30 Procesoperator B Werkboek 5 Onderhouden apparatuur

Nog meer weergeven

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Rob Wisoky

Last Updated: 21/04/2023

Views: 5894

Rating: 4.8 / 5 (68 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Rob Wisoky

Birthday: 1994-09-30

Address: 5789 Michel Vista, West Domenic, OR 80464-9452

Phone: +97313824072371

Job: Education Orchestrator

Hobby: Lockpicking, Crocheting, Baton twirling, Video gaming, Jogging, Whittling, Model building

Introduction: My name is Rob Wisoky, I am a smiling, helpful, encouraging, zealous, energetic, faithful, fantastic person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.